ECLI:NL:RBZWB:2023:8950
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Dijkman
- Rechtspraak.nl
Huurachterstand en ontbinding van de huurovereenkomst; ontruiming niet gerechtvaardigd
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurster en een huurster over een huurachterstand. De verhuurster, aangeduid als [eiser], vorderde onder andere betaling van een huurachterstand van € 2.003,60, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De huurster, aangeduid als [gedaagde], erkende de huurachterstand, maar stelde dat zij mogelijkheden had om deze in te lopen en wilde graag in de woning blijven wonen.
De procedure omvatte een tussenvonnis van 9 augustus 2023 en een mondelinge behandeling op 26 september 2023. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand ten tijde van de dagvaarding € 1.858,84 bedroeg, maar dat deze inmiddels was afgenomen tot € 1.497,57. De kantonrechter overwoog dat, hoewel er sprake was van een huurachterstand, de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde op dat moment niet gerechtvaardigd waren. Dit werd onderbouwd door het feit dat de huurster had aangetoond dat zij bereid was om haar financiële situatie te verbeteren.
De kantonrechter wees de vorderingen van de verhuurster af, maar gaf aan dat bij een nieuwe huurachterstand in de toekomst, de verhuurster mogelijk wel tot ontbinding en ontruiming zou kunnen overgaan. Daarnaast werd de huurster veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en werd zij in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.