ECLI:NL:RBZWB:2023:8967

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 november 2023
Publicatiedatum
20 december 2023
Zaaknummer
23-012123
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • L.C.A.M. Los
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van vergoeding voor rechtsbijstand ex artikel 530 Sv na sepot van strafzaak

Op 24 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan in een verzoekschrift ex artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het verzoekschrift was ingediend door de verzoeker, geboren in 2000, die via zijn advocaat, mr. A.M.J. Joris, verzocht om een vergoeding van kosten voor rechtsbijstand ter hoogte van € 2.071,40. Dit verzoek was ingediend na de seponering van de strafzaak tegen hem op 14 maart 2023. Tijdens de zitting op 22 november 2023 was de verzoeker niet aanwezig, maar zijn advocaat heeft het verzoek gematigd tot € 1.699,45, omdat er een fout was gemaakt in de urenspecificatie van de rechtsbijstand. De officier van justitie, mr. M.E.W.G. Stals, heeft geen bezwaar gemaakt tegen de toewijzing van het gematigde bedrag.

De rechtbank heeft overwogen dat de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en dat de rechtbank bevoegd is om het verzoek in behandeling te nemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kosten van rechtsbijstand voldoende onderbouwd zijn en heeft besloten om het verzoek tot vergoeding van € 1.699,45 voor rechtsbijstand en € 680,00 voor de kosten van indiening en behandeling van het verzoekschrift in raadkamer toe te wijzen. De totale vergoeding bedraagt dus € 2.379,45. De beslissing is genomen door rechter mr. L.C.A.M. Los en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 24 november 2023. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen door het Openbaar Ministerie en binnen een maand door de verzoeker hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats Breda
parketnummer : 02-071825-23
raadkamernummer : 23-012123
datum : 22 november 2023
Beslissing op het verzoekschrift ex artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering
Beslissing op het verzoekschrift ex artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv) ingekomen ter griffie op 10 mei 2023, in de zaak:
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats] ,
woonplaats kiezend op het kantoor van mr. A.M.J. Joris, advocaat te Roosendaal (Molenstraat 10, 4701 JS Roosendaal),
hierna te noemen: de verzoeker.

1.De procedure

De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
 het verzoekschrift dat strekt tot toekenning van een vergoeding
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
  • € 2.071,40, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
  • te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
  • de kennisgeving sepot van 14 maart 2023;
  • de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
Op 22 november 2023 heeft het onderzoek in raadkamer plaatsgevonden. Hierbij zijn de officier van justitie mr. M.E.W.G. Stals en mr. A.M.J. Joris als gemachtigd advocaat van verzoeker gehoord.
Verzoeker is behoorlijk opgeroepen maar niet bij de behandeling van het verzoek verschenen.
Namens verzoeker is aangevoerd dat de strafzaak tegen hem op 14 maart 2023 is geseponeerd. Verzoeker stelt kosten te hebben gemaakt voor rechtsbijstand en verzoekt hem daarvoor een vergoeding ter hoogte van € 2.071,40 toe te kennen, te vermeerderen met de forfaitaire vergoeding voor de indiening en behandeling van het verzoekschrift.
In raadkamer heeft de advocaat het verzoek gewijzigd in die zin dat het verzochte bedrag wordt gematigd tot een bedrag van € 1.699,45. De advocaat stelt dat er abusievelijk eenmaal een te hoog uurtarief is verzocht en dat de declaratie aangaande het verhoor foutief is opgenomen in de urenspecificatie. Het verhoor duurde een half uur in plaats van anderhalf uur. De advocaat verzet zich tegen het matigen van de reiskosten. Gedurende zijn reistijd kan hij geen dossiers bestuderen, waardoor hier geen gematigd tarief zou moeten gelden. De advocaat stelt dat er geen dubbeltellingen in urenspecificatie zijn opgenomen, maar dat dit uitgaande en inkomende correspondentie betreft.
De officier van justitie heeft zich niet verzet tegen toewijzing van het verzochte gematigde bedrag.

2.De beoordeling

De rechtbank overweegt als volgt.
De zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel of met zodanige oplegging, doch op grond van een feit waarvoor voorlopige hechtenis niet is toegelaten en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank is bevoegd om het verzoek in behandeling te nemen, nu de zaak in feitelijke aanleg bij de rechtbank is vervolgd, zou worden vervolgd of laatstelijk werd vervolgd.
Ingevolge artikel 530 Sv wordt aan de gewezen verdachte een vergoeding toegekend in
de ten behoeve van het onderzoek en de behandeling van de zaak gemaakte reis- en verblijfkosten, en kan een vergoeding worden toegekend voor de schade welke hij ten gevolge van tijdverzuim door de vervolging en de behandeling der zaak ter terechtzitting werkelijk heeft geleden, alsmede, behoudens in het zich hier niet voordoende geval dat - kort gezegd - de raadsman was toegevoegd, in de kosten van een raadsman.
Ingevolge artikel 534, eerste en vierde lid, Sv vindt toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe, naar het oordeel van de rechtbank, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
De advocaat heeft ter zitting het verzochte bedrag gematigd. De officier van justitie stemt in met toewijzing van het verzoekschrift. Het verzochte bedrag aan kosten van rechtsbijstand ter grootte van
€ 1.699,45is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
Voor de kosten verbonden aan de indiening en behandeling van het verzoekschrift in raadkamer wordt het forfaitaire bedrag van
€ 680,00toegekend.

3.De beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek tot toekenning van een vergoeding ex artikel 530 Sv toe tot een bedrag van
€ 2.379,45, bestaande uit:
- € 1.699,45 aan kosten van rechtsbijstand;
- € 680,00 de kosten verbonden aan de indiening en behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
wijst het verzoek voor het overige af;
bepaalt dat een bedrag van
€ 2.379,45zal worden overgemaakt op [rekeningnummer]
ten name van Beheer Derdengelden Van Asselt & Broere Strafrechtadvocaten, onder vermelding van “ [kenteken] ”.
Deze beslissing is op 24 november 2023 gegeven door mr. L.C.A.M. Los, rechter, in tegenwoordigheid van K. Verdult, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 november 2023.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen de beslissing ex artikel 530 Sv kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na de dagtekening van deze beslissing en door verzoeker binnen een maand na de betekening van deze beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (artikel 535 lid 1 Sv).