ECLI:NL:RBZWB:2023:8994
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Pellikaan
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een netwerkpleeggezin
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 december 2023 een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], in een netwerkpleeggezin, zijnde de oma aan moederszijde. De kinderrechter heeft deze beslissing genomen in het kader van een rekestprocedure, waarbij de Stichting Jeugdbescherming Brabant als gecertificeerde instelling (GI) optrad. De moeder van [minderjarige] heeft al geruime tijd te maken met persoonlijke problematiek, waardoor zij momenteel niet in staat is om een stabiele opvoedsituatie te bieden. De minderjarige verblijft sinds september 2023 bij de oma, en de moeder heeft aangegeven dat zij instemt met deze plaatsing, maar dat zij ook wil dat [minderjarige] en haar andere kinderen terugkeren naar huis.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder samenwerkt met de GI en stappen onderneemt om haar problematiek aan te pakken. De kinderrechter oordeelt dat het in het belang van de verzorging en opvoeding van [minderjarige] noodzakelijk is dat zij voorlopig bij de oma blijft, terwijl de moeder werkt aan haar herstel. De machtiging tot uithuisplaatsing is verleend voor de duur van zes maanden, tot 19 juni 2024, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De kinderrechter heeft het resterende verzoek van de GI afgewezen en benadrukt dat de GI niet langer gebruik zal maken van de machtiging dan noodzakelijk is. De moeder wordt aangemoedigd om door middel van hulpverlening te blijven werken aan een veilige en stabiele opvoedsituatie voor [minderjarige].