Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 8 december 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 december 2023 uitspraak gedaan in een bodemprocedure tussen STICHTING CASADE en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De eisende partij, Casade, vorderde de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de huurwoning van de gedaagde wegens een huurachterstand van € 1.689,23. De gedaagde erkende de huurachterstand, maar voerde aan dat deze was ontstaan door persoonlijke omstandigheden en dat zijn ex-partner, die als medehuurder was aangemerkt, ook aansprakelijk was voor de huurbetalingen. De kantonrechter overwoog dat de huurachterstand substantieel was en dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. De kantonrechter oordeelde dat het belang van Casade bij het verkrijgen van een huurder die tijdig betaalt zwaarder woog dan het belang van de gedaagde om in de woning te blijven. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld om de woning binnen twee weken na betekening van het vonnis te ontruimen en heeft de huurachterstand, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, toegewezen. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van Casade vastgesteld op € 893,49. De kantonrechter heeft bepaald dat de veroordeling tot ontruiming niet ten uitvoer zal worden gelegd zolang de gedaagde zich houdt aan bepaalde voorwaarden, waaronder het nakomen van een betalingsregeling.