ECLI:NL:RBZWB:2023:9000

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
10779442 \ CV EXPL 23-4420
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Karsten-Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming huurwoning wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 december 2023 uitspraak gedaan in een bodemprocedure tussen STICHTING CASADE en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De eisende partij, Casade, vorderde de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de huurwoning van de gedaagde wegens een huurachterstand van € 1.689,23. De gedaagde erkende de huurachterstand, maar voerde aan dat deze was ontstaan door persoonlijke omstandigheden en dat zijn ex-partner, die als medehuurder was aangemerkt, ook aansprakelijk was voor de huurbetalingen. De kantonrechter overwoog dat de huurachterstand substantieel was en dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. De kantonrechter oordeelde dat het belang van Casade bij het verkrijgen van een huurder die tijdig betaalt zwaarder woog dan het belang van de gedaagde om in de woning te blijven. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld om de woning binnen twee weken na betekening van het vonnis te ontruimen en heeft de huurachterstand, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, toegewezen. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van Casade vastgesteld op € 893,49. De kantonrechter heeft bepaald dat de veroordeling tot ontruiming niet ten uitvoer zal worden gelegd zolang de gedaagde zich houdt aan bepaalde voorwaarden, waaronder het nakomen van een betalingsregeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10779442 \ CV EXPL 23-4420
Vonnis van 20 december 2023
in de zaak van
STICHTING CASADE,
te Kaatsheuvel (gemeente Loon op Zand),
eisende partij,
hierna te noemen: Casade,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Deze procedure gaat over de vraag of de huurovereenkomst tussen Casade en [gedaagde] moet worden ontbonden en de huurwoning moet worden ontruimd vanwege een huurachterstand.
1.2.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 november 2023
- het bericht van 1 december 2023 met productie(s) van Casade
- de mondelinge behandeling van 8 december 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen staat het volgende vast:
a. [gedaagde] huurt vanaf 21 maart 2017 de woning van Casade aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning) tegen een huurprijs van laatstelijk € 457,92 per maand.
b. in de periode van 20 oktober 2022 tot en met 19 juni 2023 is de heer [naam] medehuurder van de woning geweest.
c. vanaf april 2023 is er een achterstand in de huurbetalingen ontstaan, waarna een betalingsregeling is getroffen;
d. Omdat [gedaagde] de betalingsregeling niet nakwam, is deze komen te vervallen.
e. [gedaagde] is door Casade in het kader van het Besluit Gemeentelijke Schuldhulpverlening aangemeld bij de gemeente Breda.
f. [gedaagde] betaalt de lopende huur vanaf 1 september 2023 weer tijdig.
g. De huurachterstand bedraagt per 8 december 2023 € 1.689,23.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Casade vordert - samengevat - de huurovereenkomst tussen partijen te ontbinden en [gedaagde] te veroordelen de woning te ontruimen, met veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de huurachterstand, huur, gebruikersvergoeding, rente en kosten. Daaraan legt zij ten grondslag dat sprake is van een huurachterstand van € 1.689,23. Daarmee is [gedaagde] ernstig in gebreke met het nakomen van zijn betalingsverplichting, waardoor redelijkerwijs niet van Casade gevergd kan worden dat [gedaagde] nog langer het genot van de woning wordt gelaten.
3.2.
[gedaagde] erkent de huurachterstand. Hij voert aan dat de huurachterstand is ontstaan als gevolg van persoonlijke omstandigheden. Voorts stelt [gedaagde] dat zijn ex partner, de heer [naam] (hierna: [naam] ), als medehuurder, tot 16 juni 2023 hoofdelijk aansprakelijk is voor betaling van de huur.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter overweegt dat artikel 6:265 lid 1 BW iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. In geval van huur van woonruimte heeft uitsluitend de kantonrechter de bevoegdheid om de huurovereenkomst te ontbinden.
4.2.
[gedaagde] heeft erkend dat er een huurachterstand van € 1.689,23 bestaat. Deze huurachterstand ziet op de maanden april, mei, juni en augustus 2023. De huurachterstand is gedurende deze procedure niet ingelopen. Daarmee is sprake van een huurachterstand van (nog steeds) vier maanden. Gelet op deze huurachterstand, is de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning gerechtvaardigd. Dit betekent dat de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning kan worden toegewezen.
4.3.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat hij graag in de woning wil blijven en daarmee belang heeft bij het behoud van zijn woning. Naar het oordeel van de kantonrechter weegt echter het belang van [gedaagde] bij voortzetting van de huurovereenkomst, afgezet tegen het belang van Cassade bij het verkrijgen van een huurder die tijdig en volledig betaalt, niet zodanig zwaar dat daarmee de ontbinding van de huurovereenkomst niet gerechtvaardigd is. Van een geringe tekortkoming is, gelet op de hoogte van de ontstane huurachterstand, geen sprake.
4.4.
Voor zover [gedaagde] heeft aangevoerd dat de huurachterstand voor de helft voor rekening komt van [naam] en [gedaagde] dus niet voor de gehele huurachterstand aansprakelijk is, volgt de kantonrechter [gedaagde] daarin niet. Hoofdelijke aansprakelijkheid houdt in dat de schuldeiser iedere schuldenaar kan aanspreken om de gehele schuld te voldoen. De schuldeiser kan kiezen aan welke schuldenaar hij vraagt om na te komen. Deze partij moet vervolgens de hele schuld voldoen. Casade hoeft daarbij geen rekening te houden met de eventueel tussen [gedaagde] en [naam] geldende interne aansprakelijkheid.
4.5.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Casade toegezegd bereid te zijn de ontruiming van de woning onder bepaalde voorwaarden uit te stellen. Die voorwaarden zijn in ieder geval nakoming van een nog af te spreken betalingsregeling, betaling van de lopende huur en de tussenkomst van schuldhulpverlening en/of budgetbeheer en het ondertekenen van een zogenoemde “laatste kans overeenkomst”. Zolang [gedaagde] zich houdt aan die voorwaarden zal Casade niet tot ontruiming overgaan. Een vonnis, waarbij ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning wordt uitgesproken dient voor Casade enkel als stok achter de deur. [gedaagde] heeft tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat hij van goede wil is graag meer tijd krijgt om de achterstand af te lossen en daarbij de hulp te aanvaarden van budgetbeheer en/of de gemeente. Verder voert [gedaagde] nog aan dat hij heel graag in de woning wenst te blijven en geen alternatief voorhanden heeft als hij de woning moet verlaten.
4.6.
De kantonrechter stelt vast dat Casade heeft toegezegd niet tot ontruiming over te gaan als [gedaagde] zich aan de hiervoor genoemde voorwaarden houdt. De kantonrechter gaat ervan uit dat Casade zich aan deze toezegging zal houden.
4.7.
Omdat [gedaagde] een achterstand heeft in de huurbetalingen, moet hij ook de daarover gevorderde wettelijke rente betalen.
4.8.
Casade maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief. De kantonrechter zal het bedrag toewijzen tot het wettelijke tarief. In dit geval is dat een bedrag van € 306,60.
4.9.
De gevorderde huur-/gebruiksvergoeding is niet weersproken en toewijsbaar.
4.10.
De gevorderde veroordeling in de kosten van de ontruiming voor het geval niet wordt voldaan aan de veroordeling tot ontruiming wordt afgewezen. Deze kosten kunnen namelijk niet vooraf begroot worden. Onduidelijk is of de kosten gemaakt moeten worden, waaruit de kosten precies bestaan en hoe hoog die kosten zullen zijn.
4.11.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten van Casade als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
130,49
- griffierecht
365,00
- salaris gemachtigde
398,00
(2 punten × € 199,00)
Totaal
893,49
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1.
ontbindt met ingang van de dag na heden de tussen partijen bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde, staande en gelegen aan het [adres] te [plaats] ;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden en met al het zijne en de zijnen onder afgifte der sleutels ter vrije en algehele beschikking van Casade te stellen;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Casade, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te voldoen een bedrag van € 2.003,72 (zijnde de huurachterstand tot en met december 2023, inclusief verschenen wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.689,23 vanaf datum dagvaarding (zijnde 26 oktober 2023) tot aan de dag der algehele voldoening;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan Cassade, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te voldoen een bedrag van € 457,92 per maand zijnde huur c.q. gebruikersvergoeding voor iedere maand die vanaf 1 januari 2024 tot het tijdstip van de ontruiming mocht verstrijken of zijn ingegaan, een ingegane maand daarbij gerekend voor een hele maand;
5.5.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, aan de zijde van Casade gevallen en aan die zijde tot op heden vastgesteld op een bedrag van € 893,49;
5.6.
verstaat dat Casade de veroordeling onder 5.2. niet ten uitvoer zal leggen zolang [gedaagde] zal voldoen aan de voorwaarden als genoemd in punt 4.5;
5.7.
verklaart de hiervoor uitgesproken veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Karsten-Badal en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2023.