Op 20 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan in een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Het klaagschrift was ingediend door een klager, die de teruggave van zijn in beslag genomen Renault Twingo eiste. De auto was op 4 mei 2023 in beslag genomen in het kader van een strafvorderlijk onderzoek tegen een belanghebbende, die verdacht werd van het rijden zonder geldig rijbewijs. Klager stelde dat hij zelf de bestuurder was en dat de inbeslagname onterecht was, aangezien hij de auto dringend nodig had voor vervoer naar medische afspraken. Tijdens de behandeling in raadkamer op 6 oktober 2023 zijn zowel de klager als de belanghebbende gehoord, evenals de officier van justitie. De officier van justitie betoogde dat het beslag gehandhaafd moest blijven, gezien het recidiverisico en eerdere waarschuwingen aan klager over het gebruik van zijn voertuig door de belanghebbende.
De rechtbank oordeelde dat er een strafvorderlijk belang bestond bij het voortduren van het beslag. De rechtbank baseerde haar oordeel op verklaringen van een verbalisant die had waargenomen dat de belanghebbende als bestuurder in het voertuig reed. Gezien de eerdere inbeslagname en de waarschuwing aan klager, was het niet hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter later de verbeurdverklaring van het voertuig zou bevelen. De rechtbank verklaarde het klaagschrift ongegrond, waarmee de inbeslagname van de auto werd gehandhaafd. De beslissing werd genomen door rechter J.C. Gillesse, in aanwezigheid van griffier M. van Grinsven, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.