ECLI:NL:RBZWB:2023:9043

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
10260283 CV EXPL 22-3735 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
  • M. van den Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over non-conformiteit van een tweedehands auto en de rol van deskundigenonderzoek

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat de non-conformiteit van een tweedehands Nissan Qashqai centraal. De eiser, een consument, heeft de auto op 23 mei 2021 gekocht van de gedaagde, een eenmanszaak die zich richt op de handel in en reparatie van personenauto's. Na aankoop heeft de eiser klachten geuit over de versnellingsbak, die onder garantie is vervangen. Echter, na enkele maanden traden dezelfde klachten opnieuw op, wat leidde tot een geschil over de herstelkosten. De eiser vordert betaling van € 4.742,55 aan herstelkosten, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten, terwijl de gedaagde zich beroept op het feit dat de nieuwe klachten buiten de garantietermijn vallen.

De kantonrechter heeft in deze tussenvonnis geoordeeld dat er onvoldoende duidelijkheid is over de oorzaak van de defecten aan de versnellingsbak en over de vraag of de gedaagde zijn verplichtingen is nagekomen. De kantonrechter overweegt om een deskundige aan te stellen om de situatie te onderzoeken, waarbij vragen worden gesteld over de staat van de vervangen versnellingsbak en de invloed van het rijgedrag van de eiser. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij partijen in de gelegenheid worden gesteld om hun standpunten over het deskundigenonderzoek kenbaar te maken. De kantonrechter heeft de zaak naar de rol verwezen en houdt iedere verdere beslissing aan.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10260283 \ CV EXPL 22-3735
Vonnis van 20 december 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. M. Hoogedoorn, werkzaam bij Stichting Rechtsbijstand ZLM,
tegen
[gedaagde] , H.O.D.N. ' [bedrijf] ',
wonende en zaakdoende te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 18 januari 2023 en de daarin genoemde stukken,
- de mondelinge behandeling van 24 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt, en de spreekaantekeningen van mr. Hoogedoorn.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft een eenmanszaak, gericht op onder meer de handel in en reparatie van personenauto’s.
2.2.
[eiser] heeft op 23 mei 2021 van [gedaagde] een tweedehands Nissan Qashqai van bouwjaar 2013 met [kenteken] (hierna te noemen: de auto) gekocht. Bij aankoop had de auto een kilometerstand van 84.373. De auto is gekocht voor € 13.750,-.
2.3.
In november 2021 heeft [eiser] zich met klachten over de auto bij [gedaagde] gemeld. [gedaagde] heeft daarop onder garantie de automatische CVT-versnellingsbak (hierna: de versnellingsbak) kosteloos vervangen. Op het moment van de vervanging had de auto een kilometerstand van 92.903.
2.4.
Op 15 augustus 2022 ondervond [eiser] dezelfde klachten aan de versnellingsbak. [eiser] heeft daarop de auto bij de Nissan-dealer in Roosendaal laten onderzoeken, welke constateerde dat de versnellingsbak kapot was.
2.5.
Op 22 augustus 2022 heeft [gedaagde] de auto onderzocht. De auto had op dat moment een kilometerstand van 105.514. [gedaagde] heeft daarop voorgesteld om de auto te laten repareren voor € 3.500,-. [eiser] heeft met dit aanbod niet ingestemd en [gedaagde] verzocht om de auto kosteloos te herstellen. Per brief van 7 september 2022 heeft [gedaagde] het verzoek afgewezen, omdat de nieuwe klachten buiten de garantietermijn vielen.
2.6.
Omdat [gedaagde] niet tot kosteloos herstel wilde overgaan, heeft [eiser] aan [gedaagde] laten weten de auto bij een derde te laten repareren. [eiser] heeft de auto bij Autrans laten repareren voor € 4.742,55. Ondanks sommatie is [gedaagde] niet tot betaling van de herstelkosten van € 4.742,55 overgegaan.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 4.742,55 aan herstelkosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 12 november 2022, € 725,10 aan buitengerechtelijke incassokosten, proceskosten en nakosten.
3.2.
[eiser] legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag. Zij beroept zich op de non-conformiteit van de auto. Nu [gedaagde] niet (opnieuw) tot kosteloos herstel van de auto is overgegaan, heeft [eiser] een omzettingsverklaring aan [gedaagde] gezonden en de auto bij een derde laten herstellen. [eiser] vordert van [gedaagde] een schadevergoeding gelijk aan de herstelkosten. Omdat buitengerechtelijke handelingen zijn verricht, maakt zij ook aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] . Hij voert hiervoor het volgende aan.
De eerste klachten zijn kosteloos verholpen door het plaatsen van een andere, gebruikte versnellingsbak, omdat dit nog net binnen de garantietermijn viel. De nieuwe klachten vielen buiten de garantietermijn, van zowel de auto als die van de vervangen versnellingsbak.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen verschillen van mening of [eiser] een geslaagd beroep kan doen op non-conformiteit van de auto. De kantonrechter kan op basis van de beschikbare gegevens nog niet oordelen of [eiser] zich terecht beroept op de non-conformiteit en overweegt een deskundige aan te stellen. Hieronder volgt een toelichting waarom de kantonrechter nader onderzoek nodig acht. Hij zal partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over een dergelijk onderzoek.
4.2.
De koop van de auto door [eiser] is een consumentenkoop. [1] [eiser] heeft zich beroepen op de non-conformiteit van de auto.
4.3.
Het uitgangspunt bij de beoordeling van een beroep op non-conformiteit is dat een afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. [2] Een koper mag verwachten dat de gekochte zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. [3] In het geval een (tweedehands) auto wordt gekocht, waarvan de verkoper weet dat deze door de koper wordt gekocht om daarmee aan het verkeer deel te nemen, moet als regel worden aangenomen dat de auto niet beantwoordt aan de overeenkomst indien als gevolg van een daaraan klevend gebrek (dat niet op eenvoudige wijze kan worden hersteld), zodanig gebruik van de auto gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren. [4] Daarnaast mag de koper bij de koop van een tweedehands auto verwachten dat de auto in een staat is die bij de ouderdom, het aantal gereden kilometers en de onderhoudstoestand past. De bewijslast van de non-conformiteit ligt in beginsel bij de koper.
4.4.
[eiser] had mogen verwachten dat zij na aankoop veilig kon deelnemen aan het verkeer, zonder dat daarbij essentiële onderdelen (zoals een versnellingsbak) op korte termijn kapot zouden gaan. In dit geval is de versnellingsbak binnen de toen geldende wettelijke termijn van zes maanden kapot gegaan, waarbij wordt vermoed dat het gebrek al bij aankoop aanwezig was. [5] Partijen zijn het er over eens dat [gedaagde] medio november 2021 terecht tot kosteloos herstel van de versnellingsbak is overgegaan door deze te vervangen. Hierna zal deze versnellingsbak de vervangen versnellingsbak worden genoemd.
4.5.
Vraag is of [eiser] zich ook medio augustus 2022 nog op non-conformiteit kon beroepen, nadat bleek dat de vervangen versnellingsbak ook defect was. Uit de stukken volgt dat de vervangen versnellingsbak een gebruikt exemplaar betrof. [gedaagde] heeft ter zitting verklaard dat volgens het bedrijf waar hij de versnellingsbak heeft gekocht zo’n 30.000 kilometer met de vervangen versnellingsbak is gereden, voordat deze in de auto werd geplaatst. Verder heeft [gedaagde] gesteld dat het mogelijk aan de rijstijl van [eiser] lag dat de versnellingsbakken steeds zo snel defect zijn gegaan.
4.6.
Enerzijds is het dus de vraag of de eerdere reparatie deugdelijk is uitgevoerd door [gedaagde] (door het plaatsen van een tweedehands versnellingsbak), anderzijds is onvoldoende duidelijk wat de oorzaak is van het defect gaan van de versnellingsbakken.
Ter zitting heeft [eiser] aangegeven dat Autrans de vervangen versnellingsbak niet heeft gereviseerd (in tegenstelling tot wat uit de factuur van Autrans lijkt te volgen), maar dat Autrans een andere versnellingsbak in de auto heeft geplaatst. De vervangen versnellingsbak ligt in de schuur van [eiser] opgeslagen voor nader onderzoek.
4.7.
De kantonrechter overweegt om een onderzoek door een deskundige/deskundigen in te laten stellen naar de vervangen versnellingsbak. Voordat daartoe wordt overgegaan, zal de kantonrechter partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over:
- de wenselijkheid van een deskundigenbericht;
- het aantal en het specialisme van de te benoemen deskundige(n);
- de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen.
4.8.
De kantonrechter is voorlopig van oordeel dat kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige op het gebied van autotechniek en dat de volgende vragen moeten worden gesteld:
Kan worden vastgesteld hoeveel kilometer met de vervangen versnellingsbak is gereden toen deze in de auto werd geplaatst? Zo ja, hoeveel kilometer is (ongeveer) in totaal met deze versnellingsbak gereden?
Voldeed de vervangen versnellingsbak aan hetgeen [eiser] mocht verwachten bij de aankoop van een auto uit 2013 met een dergelijke kilometerstand?
Is vast te stellen of de vervangen versnellingsbak eerder gereviseerd is geweest? Zo ja, heeft de revisie gevolgen voor de levensduur van een versnellingsbak?
Is het rijgedrag van een bestuurder van invloed op de staat van de versnellingsbak? Zo ja, in welke mate?
Is vast te stellen dat het rijgedrag van [eiser] heeft geleid tot het defect gaan danwel een (veel) kortere levensduur van de vervangen versnellingsbak?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de kantonrechter volgens u kennis moet nemen bij de verdere beoordeling?
4.9.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt in de wet dat het voorschot op de kosten van de deskundige(n) door de eisende partij moet worden betaald. Dit voorschot moet daarom door [eiser] worden betaald.
4.10.
In het eindvonnis zal de kantonrechter beslissen wie van partijen uiteindelijk de kosten van de deskundige moet betalen.
4.11.
De kantonrechter gaat ervan uit dat partijen in onderling overleg overeenstemming bereiken over de persoon die als deskundige gaat optreden. Voor zover partijen daarover geen overeenstemming kunnen bereiken en om die reden iedere partij een deskundige voorstelt, moeten partijen gemotiveerd aangeven waarom zij de voorkeur geven aan de door henzelf voorgestelde deskundige en waarom de door de wederpartij voorgestelde deskundige niet voor benoeming in aanmerking mag komen. Daarbij valt te denken aan zwaarwegende redenen als gebrek aan deskundigheid of gerechtvaardigde twijfels met betrekking tot de onpartijdigheid van de deskundige. Die zwaarwegende redenen moeten worden onderbouwd. De kantonrechter zal dan, na weging van de onderbouwing vóór en tegen de benoeming van een potentiële deskundige, een door partijen aangedragen deskundige of een eigen deskundige benoemen.
4.12.
De kantonrechter zal de zaak naar de rol verwijzen, zodat partijen zich hierover bij akte kunnen uitlaten. Partijen moeten de concept-akte uiterlijk een week vóór de roldatum naar elkaar toesturen, zodat zij in hun definitieve akte op de akte van de wederpartij kunnen reageren.
4.13.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 17 januari 2024om beide partijen in de gelegenheid te stellen een akte in te dienen waarin zij zich uitlaten over het aangekondigde deskundigenbericht,
5.2.
bepaalt dat partijen elkaar uiterlijk een week vóór de genoemde roldatum de concept-akte moeten toesturen, zodat zij ieder in hun eigen akte nog kunnen reageren op de standpunten van de wederpartij,
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Boom, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2023.

Voetnoten

1.Artikel 7:5 lid 1 sub a van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.Artikel 7:17 lid 1 BW.
3.Artikel 7:17 lid 2 BW.
4.Uitspraak van de Hoge Raad van 15 april 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1338.
5.Artikel 7:18 lid 2 (oud) BW.