ECLI:NL:RBZWB:2023:9045
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Van Dam
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van onbetaalde facturen en beoordeling van oneerlijke bedingen in algemene voorwaarden
In deze civiele zaak heeft de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] B.V. en [gedaagde]. De zaak betreft de niet-betaling van facturen door [gedaagde] aan [eiser] voor juridische bijstand. [eiser] heeft [gedaagde] op 25 mei 2021 ingeschakeld voor juridische ondersteuning, maar de facturen van 12 oktober, 3 november en 6 december 2021, ter hoogte van € 1.973,92, zijn door [gedaagde] niet voldaan. Na een sommatie door [eiser] op 12 juli 2022, waarin ook buitengerechtelijke incassokosten werden aangekondigd, heeft [gedaagde] aangegeven dat hij pas tot betaling overgaat na een tegemoetkoming.
De Kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst van opdracht tussen partijen bestaat en dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming daarvan door de facturen onbetaald te laten. De rechter heeft geoordeeld dat [eiser] recht heeft op betaling van de facturen, maar heeft de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen. Dit omdat het beding in de algemene voorwaarden van [eiser] over deze kosten als oneerlijk werd beoordeeld, aangezien het percentage dat in de voorwaarden was opgenomen hoger was dan de maximaal toegestane vergoeding volgens de wet.
De Kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 1.802,64, inclusief rente, en heeft de proceskosten aan de zijde van [eiser] vastgesteld op € 870,32. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.