Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
in bezit hebbenvan drugs in de vakantiewoningen. [gedaagde] voert hiertoe aan dat in het parkreglement van 2021 hiervoor geen boete is opgenomen. Wel is een boete opgenomen voor
gebruikvan drugs op het park maar dat is niet aan de orde geweest, aldus [gedaagde] . [eiser] stelt dat ook het in bezit hebben van drugs in de vakantiewoningen niet is toegestaan en geeft hier in hun e-mail van 3 januari 2022 over aan:
“In de business flyer van 2021 staat op pagina 10 onder de gedragsregels nadrukkelijk vermeld dat het gebruik en dealen van drogerende middelen op het park ten strengste is verboden. Indien bezit wordt geconstateerd zal de desbetreffende persoon (personen) onmiddellijk van het park worden verwijderd(…)”. In het parkreglement dat [eiser] heeft overgelegd staat een boete van € 200,00 opgenomen voor het in bezit hebben van drugs. Dit betreft echter een op 2 februari 2022 herziene versie van het parkreglement. [eiser] voert ter zitting aan dat de boete voor het in bezit hebben van drugs altijd al in het parkreglement is opgenomen. [gedaagde] heeft dit gemotiveerd betwist. Het is aan [eiser] om haar vordering nader te onderbouwen. Dit is niet gebeurd. Daardoor is niet vast komen te staan dat [gedaagde] boetes is verschuldigd voor het in bezit hebben van drugs op het park. Het deel van de vordering dat daarop ziet, te weten een bedrag van € 800,00, wordt daarom afgewezen.