ECLI:NL:RBZWB:2023:9050

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 november 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
10236238 CV EXPL 22-3592 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. van der Burgt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering schadevergoeding wegens vernieling en bedreiging afgewezen; deel schade reeds vergoed; verdere schade niet voldoende inzichtelijk gemaakt; proceskosten gecompenseerd

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vorderde eiseres in conventie schadevergoeding van gedaagde in conventie wegens vernieling van haar auto en telefoon, alsook immateriële schade. De partijen, ex-partners, hadden een affectieve relatie die op 1 januari 2022 eindigde. Eiseres deed op 20 februari 2022 aangifte tegen gedaagde voor vernieling en bedreiging. Gedaagde werd op 7 juni 2022 door de politierechter veroordeeld voor de vernieling van de telefoon en auto, maar niet voor bedreiging. Eiseres had zich als benadeelde partij gevoegd in de strafprocedure en een schadevergoeding van € 5.819,00 gevorderd, maar de politierechter kende haar slechts € 360,00 toe voor de telefoon, omdat de schade aan de auto al door de verzekering was vergoed.

In de civiele procedure vorderde eiseres een totaalbedrag van € 5.459,00, inclusief schadevergoeding voor de auto, telefoon, no-claimkorting en immateriële schade. Gedaagde betwistte de vorderingen en stelde dat deze niet voldoende onderbouwd waren. De kantonrechter oordeelde dat eiseres niet had aangetoond dat de schade aan de auto hoger was dan het door de verzekering uitgekeerde bedrag. Ook de vorderingen voor de telefoon en immateriële schade werden afgewezen, omdat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd voor de hoogte van de schade en het causaal verband met de onrechtmatige daad.

De kantonrechter besloot de proceskosten te compenseren, aangezien beide partijen ex-partners zijn. Dit vonnis werd uitgesproken op 1 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10236238 \ CV EXPL 22-3592
Vonnis van 1 november 2023
in de zaak van
[eiseres in conventie],
te [plaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
hierna te noemen: [eiseres in conventie] ,
gemachtigde: mr. F.J.V.H. Stoffels,
tegen
[gedaagde in conventie],
te [plaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie] ,
gemachtigde: mr. C.A. Pietsch.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 februari 2023 met de daarin genoemde stukken;
- de mondelinge behandeling van 28 september 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Partijen hadden met elkaar een affectieve relatie, welke relatie op 1 januari 2022 is beëindigd.
2.2
Op 20 februari 2022 heeft [eiseres in conventie] aangifte gedaan tegen [gedaagde in conventie] van (o.a.) vernieling van haar auto en telefoon en van bedreiging.
2.3
[gedaagde in conventie] is door de politierechter op 7 juni 2022 veroordeeld voor vernieling van de telefoon en auto van [eiseres in conventie] . [gedaagde in conventie] is niet veroordeeld voor bedreiging.
2.4
[eiseres in conventie] heeft zich tijdens de strafprocedure gevoegd als benadeelde partij en een bedrag van € 5.819,00 gevorderd voor materiële en immateriële schade. [gedaagde in conventie] is door de politierechter veroordeeld om aan [eiseres in conventie] een schadevergoeding van € 360,00 te betalen voor vernieling van de telefoon. De politierechter heeft met betrekking tot de schade aan de auto overwogen dat het uitgangspunt is dat de dagwaarde van de auto wordt vergoed. Aangezien [eiseres in conventie] de dagwaarde van haar verzekeraar uitgekeerd heeft gekregen, is zij al schadeloos gesteld. Ten aanzien van de no claim heeft de politierechter overwogen dat de omvang van de schade onvoldoende is komen vast te staan nu die vordering niet is onderbouwd met schadebedragen. Voor wat betreft de immateriële schade is [eiseres in conventie] niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is onherroepelijk.
2.5
[eiseres in conventie] heeft [gedaagde in conventie] aangeschreven en verzocht om buiten rechte alsnog tot vergoeding van de gehele schade te komen. [gedaagde in conventie] heeft hierop afwijzend gereageerd en heeft aangegeven dat de schadevordering van [eiseres in conventie] niet nader zou zijn onderbouwd.

3.Het geschil

in conventie
3.1
[eiseres in conventie] vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde in conventie] tot betaling van:
I. een bedrag van € 4.390,00 aan schadevergoeding wegens schade aan haar auto;
II. een bedrag van € 69,00 aan schadevergoeding wegens schade aan haar telefoon;
III. een bedrag van € 500,00 wegens terugval in no-claimkorting;
IV. een bedrag van € 500,00 aan schadevergoeding wegens immateriële schade;
V. de proceskosten.
3.2
[eiseres in conventie] legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. [gedaagde in conventie] heeft jegens [eiseres in conventie] een onrechtmatige daad gepleegd waardoor zij materiële en immateriële schade heeft geleden. Door deze onrechtmatige daad is de auto van [eiseres in conventie] total loss verklaard. De restwaarde van de auto is door de verzekeraar uitgekeerd. Dit was een bedrag van € 3.100,00. Als gevolg van de onrechtmatige daad heeft [eiseres in conventie] een andere auto moeten aanschaffen waarvoor zij – naast het door de verzekeraar uitgekeerde bedrag – een bedrag van € 4.390,00 van haar ouders heeft moeten lenen. Dit bedrag had zij niet hoeven lenen als de auto niet was vernield. Daarnaast heeft de melding van de schade op de autoverzekering gevolgen voor de no-claimkorting van [eiseres in conventie] . [eiseres in conventie] begroot de hiermee gepaard gaande schade op € 500,00. Tot slot is er door het voorval bij [eiseres in conventie] een toename van angstklachten opgetreden. Hiervoor vordert [eiseres in conventie] een bedrag van € 500,00 aan immateriële schade.
3.3
[gedaagde in conventie] betwist de vorderingen van [eiseres in conventie] . [gedaagde in conventie] voert hiertoe aan dat de vorderingen van [eiseres in conventie] niet behoorlijk zijn onderbouwd. De politierechter heeft het verzoek tot schadevergoeding al grotendeels niet-ontvankelijk verklaard. [gedaagde in conventie] is niet veroordeeld voor bedreiging. Wel heeft hij erkend dat hij de vernieling heeft gepleegd. Het staat echter niet vast dat [eiseres in conventie] daardoor aantoonbare (im)materiële schade heeft geleden. De schade die wordt gevorderd is daarnaast niet redelijk. [eiseres in conventie] is immers reeds schadeloos gesteld t.a.v. de auto.
in reconventie
3.4
[eiser in reconventie] vordert veroordeling van [verweerster in reconventie] tot betaling van:
I. de reële proceskosten van € 1.181,57, te vermeerderen met alle nog te verrichten werkzaamheden en de duur van de mondelinge behandeling maal het gematigde uurtarief van € 155,00 exclusief btw;
II. de wettelijke rente.
3.5
[eiser in reconventie] legt aan zijn vorderingen het volgende ten grondslag. [verweerster in reconventie] jaagt [eiser in reconventie] onnodig op kosten gelet op de evidente ongegrondheid van de vordering. [verweerster in reconventie] had dit kunnen weten gezien de inhoudelijke overwegingen van de politierechter en de niet-ontvankelijkheid. Er is sprake van misbruik van procesrecht. Daarom is een reële kostenvergoeding op zijn plaats.
3.6
[verweerster in reconventie] voert verweer tegen de vordering van [eiser in reconventie] . [verweerster in reconventie] stelt dat er geen sprake is van misbruik van procesrecht omdat in het strafvonnis is opgenomen dat verdere behandeling van dit deel van de vordering een te grote belasting was van het strafproces en dat dit bij de civiele rechter kon worden aangebracht.
in conventie en reconventie
3.7
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en reconventie
4.1
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en reconventie zullen deze gezamenlijk worden beoordeeld.
4.2
[eiseres in conventie] vordert een bedrag van € 4.390,00 aan schadevergoeding wegens schade aan haar auto. De kantonrechter overweegt hierover als volgt.
4.3
Op grond van artikel 6:162 BW is hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden. Het uitgangspunt daarbij is dat de benadeelde terug wordt gebracht in de situatie waarin hij verkeerde zonder de onrechtmatige daad. Vast staat dat [gedaagde in conventie] jegens [eiseres in conventie] een onrechtmatige daad heeft gepleegd en dat [eiseres in conventie] hierdoor schade heeft geleden. [gedaagde in conventie] is immers veroordeeld voor vernieling en heeft dit feit ook erkend. Tussen partijen is in geschil wat de hoogte van de door [eiseres in conventie] geleden schade is. Het is aan [eiseres in conventie] om voldoende te stellen en te onderbouwen, en indien nodig te bewijzen, dat de hoogte van de schade aan de auto hoger ligt dan het door haar verzekeraar uitgekeerde bedrag. Dat [eiseres in conventie] op zeer korte termijn een auto nodig had en dat zij zonder de onrechtmatige daad geen lening aan had hoeven gaan is daarvoor onvoldoende. [eiseres in conventie] heeft de dagwaarde van de auto op het moment van de onrechtmatige daad vergoed gekregen. Niet is gebleken dat zij voor het door de verzekeraar uitgekeerde bedrag niet een vergelijkbare auto kon kopen. Daardoor is niet vast komen te staan dat het door [eiseres in conventie] in deze procedure gevorderde bedrag voor de auto schade betreft, die [gedaagde in conventie] zou moeten vergoeden. Dit deel van de vordering wordt daarom afgewezen.
4.4
[gedaagde in conventie] is in de strafprocedure veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 360,00 voor vernieling van de telefoon van [eiseres in conventie] . Dit bedrag betrof het aankoopbedrag van de telefoon. Door [eiseres in conventie] is onvoldoende onderbouwd dat de hoogte van de schade wegens vernieling van haar telefoon hoger ligt dan het bedrag aan schadevergoeding dat [gedaagde in conventie] al aan haar heeft betaald. Het enkele feit dat zij een duurdere telefoon heeft aangeschaft maakt dit niet anders. Ook dit deel van de vordering wordt daarom afgewezen.
4.5
Dat sprake is van schade wegens een terugval in no-claimkorting bij de autoverzekering staat vast. Dit is ook per brief bevestigd door de verzekeraar. Het ligt echter op de weg van [eiseres in conventie] om deze schade van concrete bedragen te voorzien. Ook als het schadebedrag enkel kan worden geschat, moet die schatting worden onderbouwd. Dat is nu niet gebeurd. Gesteld noch gebleken is bijvoorbeeld wat aan premie werd betaald en wat de nieuwe premie zou worden. Gezien het tijdsverloop acht de kantonrechter het mogelijk dat [eiseres in conventie] dit met nadere stukken had kunnen onderbouwen. Op grond van artikel 6:97 BW heeft de rechter grote vrijheid bij het begroten van schade maar ook bij schadebegroting geldt dat de gewone regels van stelplicht en bewijslast van toepassing zijn. De kantonrechter is van oordeel dat de gestelde schade onvoldoende inzichtelijk is gemaakt en wijst dit deel van de vordering daarom af.
4.6
Tot slot vordert [eiseres in conventie] een bedrag van € 500,00 wegens immateriële schade. [eiseres in conventie] stelt dat door de vernieling en bedreiging haar angstklachten zijn toegenomen. Ook hierbij geldt dat het aan [eiseres in conventie] is om te stellen en te onderbouwen dat de toename van angstklachten is veroorzaakt door de door [gedaagde in conventie] gepleegde onrechtmatige daad. [eiseres in conventie] wijst in dat verband op een arrest van de Hoge Raad van 28 mei 2019 [1] . De Hoge Raad heeft in dat arrest aangegeven dat de schade in beginsel concreet moet worden onderbouwd maar dat dat anders ligt als de aard en de ernst van de normschending met zich meebrengt dat de in dat verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. In dit geval kan het enkel gaan om de vernieling aangezien niet vast staat dat [gedaagde in conventie] [eiseres in conventie] heeft bedreigd. Alhoewel de kantonrechter zich kan voorstellen dat een opzettelijke vernieling, op de wijze waarop dat in dit geval is gebeurd, zeker impact kan hebben, staat daarmee naar het oordeel van de kantonrechter nog niet vast dat daardoor immateriële schade wordt geleden. [eiseres in conventie] heeft de immateriële schade en het causaal verband tussen die schade en de vernieling onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter wijst ook dit deel van de vordering daarom af.
4.7
Partijen zijn ex-partners. Daarom vindt de kantonrechter het redelijk om (overeenkomstig het bepaalde in artikel 237 lid 1 Rv) de proceskosten te compenseren, in die zin dat zij ieder de eigen proceskosten draagt. De kantonrechter ziet in hetgeen [gedaagde in conventie] met betrekking tot de proceskosten heeft aangevoerd onvoldoende aanleiding om anders te beslissen. Het toekennen van een reële proceskostenvergoeding is enkel mogelijk onder buitengewone omstandigheden. De kantonrechter moet hier terughoudend mee omgaan. Naar het oordeel van de kantonrechter is geen sprake van misbruik van procesrecht, nu [eiseres in conventie] in het strafproces niet het volledige door haar gevorderde bedrag toegekend heeft gekregen en het haar vrij staat dit deel alsnog bij de civiele rechter te vorderen. De vordering met als grondslag de onrechtmatige daad is dan ook niet evident ongegrond. De vorderingen van [gedaagde in conventie] worden daarom afgewezen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
5.1
wijst de vorderingen van [eiseres in conventie] af;
in reconventie
5.2
wijst de vorderingen van [eiser in reconventie] af;
in conventie en in reconventie
5.3
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. van der Burgt en uitgesproken op 1 november 2023.

Voetnoten

1.HR 28 mei 2019, ECLI:NL:HR2019:793.