ECLI:NL:RBZWB:2023:9050
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. van der Burgt
- Rechtspraak.nl
Vordering schadevergoeding wegens vernieling en bedreiging afgewezen; deel schade reeds vergoed; verdere schade niet voldoende inzichtelijk gemaakt; proceskosten gecompenseerd
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vorderde eiseres in conventie schadevergoeding van gedaagde in conventie wegens vernieling van haar auto en telefoon, alsook immateriële schade. De partijen, ex-partners, hadden een affectieve relatie die op 1 januari 2022 eindigde. Eiseres deed op 20 februari 2022 aangifte tegen gedaagde voor vernieling en bedreiging. Gedaagde werd op 7 juni 2022 door de politierechter veroordeeld voor de vernieling van de telefoon en auto, maar niet voor bedreiging. Eiseres had zich als benadeelde partij gevoegd in de strafprocedure en een schadevergoeding van € 5.819,00 gevorderd, maar de politierechter kende haar slechts € 360,00 toe voor de telefoon, omdat de schade aan de auto al door de verzekering was vergoed.
In de civiele procedure vorderde eiseres een totaalbedrag van € 5.459,00, inclusief schadevergoeding voor de auto, telefoon, no-claimkorting en immateriële schade. Gedaagde betwistte de vorderingen en stelde dat deze niet voldoende onderbouwd waren. De kantonrechter oordeelde dat eiseres niet had aangetoond dat de schade aan de auto hoger was dan het door de verzekering uitgekeerde bedrag. Ook de vorderingen voor de telefoon en immateriële schade werden afgewezen, omdat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd voor de hoogte van de schade en het causaal verband met de onrechtmatige daad.
De kantonrechter besloot de proceskosten te compenseren, aangezien beide partijen ex-partners zijn. Dit vonnis werd uitgesproken op 1 november 2023.