ECLI:NL:RBZWB:2023:9072

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
C/02/407774 / HA ZA 23-164 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • R. Römers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering van kopers op basis van dwaling bij aankoop bouwkavels door gebrek aan mededelingsplicht van de gemeente

In deze civiele zaak hebben de kopers van een woning een vordering ingesteld tegen de gemeente Waalwijk, waarbij zij zich beroepen op dwaling. De kopers hebben in 2020 een stuk grond gekocht van de gemeente en hebben daar hun nieuwbouwwoning op laten bouwen. Na de koop hebben zij vernomen dat de nabijgelegen [straat 1] heringericht zal worden, wat naar hun mening leidt tot een aanzienlijke toename van de verkeersintensiteit. De kopers stellen dat de gemeente hen had moeten informeren over deze plannen, aangezien dit voor hen van wezenlijk belang was bij de aankoop van de bouwkavels. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gemeente geen mededelingsplicht heeft geschonden. De rechtbank concludeert dat het besluit om de [straat 1] te herinrichten pas na de verkoop van de kavels is genomen en dat de gemeente daarom niet verplicht was om de kopers hierover te informeren. De vordering van de kopers wordt afgewezen, en zij worden hoofdelijk in de proceskosten veroordeeld. De rechtbank benadrukt dat de kopers niet voldoende hebben aangetoond dat de herinrichting van de [straat 1] zal leiden tot een significante toename van het verkeer, en dat zij zelf ook een onderzoeksplicht hadden.

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: C/02/407774 / HA ZA 23-164
Vonnis van 20 december 2023
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

te [plaats] ,
2.
[eiser 2],
te [plaats] ,
3.
[eiser 3],
te [plaats] ,
4.
[eiser 4],
te [plaats] ,
5.
[eiser 5],
te [plaats] ,
6.
[eiser 6],
te [plaats] ,
7.
[eiser 7],
te [plaats] ,
8.
[eiser 8],
te [plaats] ,
9.
[eiser 9],
te [plaats] ,
10.
[eiser 10],
te [plaats] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: de kopers,
advocaat: mr. B.F.J. Bollen te Tilburg,
tegen
GEMEENTE WAALWIJK,
te Waalwijk,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de gemeente,
advocaat: mr. N.C.H, Vrijsen en mr. K. Meijering te Breda.

1.De zaak in het kort

1.1.
De kopers hebben van de gemeente in 2020 een stuk grond gekocht en hebben daar hun nieuwbouwwoning op laten bouwen. Na de koop in 2021 hebben de kopers gehoord dat de [straat 1] heringericht zal worden. Deze straat ligt vlak bij de woningen van kopers. De kopers stellen dat hierdoor de verkeersintensiteit met 70% zal toenemen. De kopers dachten in een rustig gebied te komen wonen, maar dat is nu niet meer het geval. De kopers hebben daarom gedwaald bij het sluiten van de koopovereenkomsten. De dwaling is veroorzaakt doordat de gemeente niet heeft meegedeeld dat de [straat 1] zal worden heringericht.
1.2.
De vordering van de kopers wordt afgewezen. Het beroep op dwaling is gebaseerd op de stelling dat de gemeente hen moest informeren over de plannen van de herinrichting van de [straat 1] omdat door de herinrichting de verkeersintensiteit met 70% zal toenemen, maar deze stelling is niet juist. Uit het eindrapport van Arcadis blijkt dat de verwachte verkeerstoename over de [straat 1] voor een groot deel wordt veroorzaakt door het project van RWS. Verder was het rapport van Arcadis waarin de geschatte effecten staan van de voorgestelde maatregelen (zoals de herinrichting) op de omvang van het verkeer nog niet beschikbaar voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomsten. De gemeente kon dus over het geschatte effect nog geen mededeling doen. Tot slot is de rechtbank van oordeel dat de voorgestelde aanpassingen aan de [straat 1] die in het plan van 2019 werden voorgesteld en waarvan de gemeente op de hoogte was, niet zo ingrijpend waren dat de gemeente moest beseffen dat de plannen over de herinrichting voor de kopers van doorslaggevend belang waren.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 31 mei 2023
- de mondelinge behandeling van 2 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
De A59 komt op het knooppunt Hooipolder samen met de A27. Dit knooppunt staat al jarenlang bekend om de lange files daar.
3.2.
Vanwege de fileproblemen kiest veel verkeer ervoor om knooppunt Hooipolder te vermijden. Dit lijdt tot sluipverkeer over het onderliggende wegennet van de gemeentes Waalwijk en Geertruidenberg. Veel automobilisten op de A59 nemen afrit 35 bij Waspik (gemeente Waalwijk) en rijden via het onderliggend wegennet verder. Dit leidt tot overlast op het onderliggend wegennet. Zo rijdt er sluipverkeer over de wegen door de dorpskern van Waspik , Raamsdonk en Raamsdonksveer ( ’t Lint ). Een andere sluiproute gaat via de [straat 1] in [plaats] . De [straat 1] is een 60 km per uur weg en ligt grotendeels buiten de bebouwde kom.
3.3.
Om de fileproblematiek op de A27 en A59 op te lossen wil Rijkswaterstaat (hierna: RWS) de capaciteit van de A27 tussen Houten en Hooipolder vergroten. Het Ontwerptracébesluit dat hierover gaat is getekend op 30 mei 2016 en heeft van 10 juni tot en met 21 juli 2016 ter inzage gelegen. Vervolgens is op 20 december 2018 het Tracébesluit vastgesteld. Het Tracébesluit is op 26 augustus 2020 onherroepelijk geworden. Met dit besluit staat het project van RWS voor de verbreding van de A27 vast. Binnen dit project wordt ook knooppunt Hooipolder aangepast om de doorstroming van het verkeer op de A59 te verbeteren en om de druk op het onderliggend wegennet te verminderen. De werkzaamheden van het project worden gefaseerd uitgevoerd en zijn gepland in de periode 2023 tot 2031.
3.4.
De gemeenten Waalwijk en Geertruidenberg en vertegenwoordigers van elf belangengroepen zijn naar aanleiding van het Tracébesluit vanaf maart 2019 een traject gestart om een plan op te stellen om de verkeersoverlast op het onderliggende wegennet van de gemeentes Waalwijk en Geertruidenberg te verminderen.
3.5.
De gemeentes hebben Arcadis de opdracht gegeven om te onderzoeken op welke wijze het onderliggende wegennet op korte en op lange termijn moet worden aangepast om te voldoen aan de doelstellingen van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid en ook om een oplossing te bieden voor het sluipverkeer. Op 21 juni 2019 is het eerste rapport van Arcadis verschenen met als titel ‘Visie wegenstructuur omgeving Hooipolder’. Het plan bevat een voorstel voor een maatregelenpakket. Voor de [straat 1] stelt Arcadis voor om de huidige inrichting van de 60 km/uur te behouden en om de weg te verbreden naar 5,50 meter waar mogelijk. Na de komgrens geldt 30 km/uur en dat moet ook worden behouden.
3.6.
In 2020 heeft de gemeente aan de kopers vijf bouwkavels aan de [straat 2] in [plaats] verkocht:
  • [eiser 9] en [eiser 10] hebben op 11 augustus 2020 het perceel aan de [adres 1] gekocht. De levering heeft plaatsgevonden op 19 november 2020;
  • [eiser 7] en [eiser 8] hebben op 25 september 2020 het perceel aan de [adres 2] gekocht. De levering heeft plaatsgevonden op 28 december 2020.
  • [eiser 3] en [eiser 4] hebben op 3 december 2020 het perceel aan de [adres 3] gekocht. De levering heeft plaatsgevonden op 23 april 2021;
  • [eiser 5] en [eiser 6] hebben op 15 december 2020 het perceel aan de [adres 4] gekocht. De levering heeft plaatsgevonden op 16 augustus 2021;
  • [eiser 1] en [eiser 2] hebben op 21 december 2020 het perceel aan de [adres 5] gekocht. De levering heeft plaatsgevonden op 30 augustus 2021.
3.7.
De kopers hebben op hun percelen hun woningen laten bouwen.
3.8.
De woningen bevinden aan de (westelijke) rand van [plaats] . De woningen liggen in de nieuwbouwwijk [wijk] . De wijk [wijk] ligt ten zuiden van de A59, het Zuider Afwateringskanaal en de daaraan parallel lopende [straat 1] . De woningen liggen op 100 tot 150 meter afstand van de [straat 1] in [plaats] en op ongeveer 300 meter van de A59.
3.9.
Op 6 april 2021 heeft Arcadis haar eindrapport ‘Omgeving Knooppunt Hooipolder – aanpak onderliggend wegennet’ aan de gemeenten uitgebracht. Arcadis heeft berekeningen uitgevoerd en een pakket van verkeersmaatregelen voorgesteld om de verkeersoverlast op het onderliggende wegennet te verminderen. Arcadis heeft voor de [straat 1] een herinrichting voorgesteld. De [straat 1] is een weg in het buitengebied. Arcadis stelt voor om de [straat 1] in te richten als een 60 km/uur weg met voldoende breedte zodat twee voertuigen elkaar kunnen passeren. Gezien de voorkeursroute voor de fiets via ’t Lint worden hier geen fietssuggestiestroken aangebracht, maar wel de 60 km/uur kantmarkering. Een aandachtspunt is dat de weg breder wordt wat kan leiden tot hogere snelheden van gemotoriseerd verkeer.
3.10.
Op 5 juli 2021 heeft de advocaat van de kopers de gemeente per brief laten weten dat de kopers kennis hebben genomen van het voorgenomen besluit om de [straat 1] te herinrichten. De kopers hebben aangegeven dat de [straat 1] hierdoor permanent als ontsluitingsweg zal gaan worden gebruikt. De kopers hebben daarom aangegeven dat zij zich zullen beraden over de gevolgen die dit besluit voor de koop van de woningen zal hebben.
3.11.
Op 6 juli 2021 heeft het college van de gemeente ingestemd met het raadsvoorstel om het rapport van Arcadis en de daarin vervatte maatregelen voor de herinrichting van het onderliggende weggennet vast te stellen.
3.12.
In reactie op de brief van 5 juli 2021 heeft de gemeente op 28 juli 2021 aangegeven dat de herinrichting van de [straat 1] geen negatief effect zal hebben op de bouwkavels.
3.13.
De gemeente heeft op 30 september 2021 het besluit genomen om de [straat 1] te gaan herinrichten.
3.14.
De kopers hebben de taxateur opdracht gegeven om hun woning te taxeren, waarbij een vergelijking wordt gemaakt van de situatie zonder aanpassing van het knooppunt Hooipolder en de herinrichting van de [straat 1] me de situatie waarin de [straat 1] wel wordt aangepast. Uit de taxatierapporten blijkt dat de herinrichting van de [straat 1] leidt tot een waardevermindering van de woningen. De waardeverminderingen liggen tussen de € 35.000,- en € 40.000,-.
3.15.
In de brief van 1 juli 2022 hebben de kopers aan de gemeente laten weten dat zij hebben gedwaald bij de totstandkoming van de koopovereenkomsten.
3.16.
De gemeente heeft op 8 februari 2023 haar rapport ‘Korte termijn maatregelen’ uitgebracht. In dit rapport beschrijft de gemeente welke verkeersmaatregelen zullen worden uitgevoerd. Voor herinrichting van de [straat 1] gelden de volgende maatregelen:
  • aanpassing van de berm voor wandelaars;
  • aanpassing van het profiel van de [straat 1] door middel van passeerstroken en markering;
  • aanpassing van de doorzichten door extra beplanting en het aanbrengen van kleuraccenten bij oversteeklocaties;
  • verlegging van de grens van de bebouwde kom.
3.17.
De maatregelen aan de [straat 1] zijn nog niet uitgevoerd.

4.Het geschil

4.1.
De kopers vorderen – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad de gemeente veroordeelt om aan hen de waardevermindering van hun woning te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over die bedragen en de proceskosten.
4.2.
De kopers vorderen betaling omdat zij van mening zijn dat hebben gedwaald toen zij de bouwkavels van de gemeente kochten. De gemeente heeft haar mededelingsplicht geschonden. Zij heeft nagelaten om voorafgaand aan de verkoop aan kopers te melden dat de [straat 1] wordt heringericht. De herinrichting zorgt voor een forse toename van het verkeer op de [straat 1] en deze informatie was voor hen van wezenlijk belang.
4.3.
De gemeente voert verweer dat strekt tot afwijzing van de vorderingen van de kopers, met hoofdelijke veroordeling van de kopers in de proceskosten.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

De juridische maatstaf
5.1.
Voor toewijzing van de vordering van de kopers is vereist dat het beroep op dwaling slaagt. Een koper die dwaalt komt ná het sluiten van de koopovereenkomst erachter dat hij vóór het sluiten van de koopovereenkomst een onjuiste voorstelling van zaken had. Een beroep op dwaling slaagt alleen onder bijzondere omstandigheden. Artikel 6:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW) stelt de volgende drie voorwaarden:
De dwalende contractspartij (hier: de kopers) heeft een onjuiste voorstelling van zaken en;
De dwalende contractspartij zou bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst nooit (zo) hebben gesloten en;
Het gaat om één van deze gevallen:
de dwaling is veroorzaakt doordat de andere partij (hier: de gemeente) onjuiste informatie heeft verstrekt die voor de dwalende belangrijk was;
de dwaling is veroorzaakt doordat de andere partij informatie heeft verzwegen terwijl hij deze informatie eigenlijk had moeten geven;
beide contractspartijen zijn van dezelfde onjuistheid uitgegaan.
Het geval onder 3b ziet op de verplichting om de andere partij tijdig te informeren. Of sprake is van dergelijke mededelingsplicht moet worden beoordeeld op basis van alle omstandigheden van het specifieke geval. Voor een mededelingsplicht is in ieder geval vereist dat de wederpartij weet, of behoort te begrijpen, dat de omstandigheid die het betreft voor de potentieel dwalende van doorslaggevende betekenis is. Er moet, met andere woorden, kenbaar causaal verband bestaan tussen een mogelijke dwaling over deze omstandigheid en het sluiten van de overeenkomst.
Wanneer is voldaan aan deze drie vereisten, kan een beroep op dwaling toch nog mislukken. Het beroep op dwaling slaagt niet als:
- de dwaling gaat over een omstandigheid die in de toekomst ligt of;
- de dwaling in dit geval voor rekening van de dwalende moet blijven.
De standpunten van partijen
5.2.
De kopers stellen zich op het standpunt dat de gemeente haar mededelingsplicht jegens de kopers heeft geschonden (geval 3b). De gemeente heeft nagelaten om de kopers te informeren over de plannen over de herinrichting van de [straat 1] . De gemeente was ten tijde van de verkoop van de woningen al bekend met het feit dat de verkeerssituatie van de [straat 1] in de toekomst zou wijzigen, althans dat er een herinrichting van deze weg zou plaatsvinden en dat dit – zoals blijkt uit het Arcadis rapport – leidt tot een verkeerstoename van maar liefst 70% en dus ook van een toename van overlast. De gemeente had moeten beseffen dat de informatie voor de kopers van wezenlijk belang was. De gemeente had deze toekomstplannen en de daarmee gepaard gaande gevolgen vóór het sluiten van de koopovereenkomsten moeten delen met de kopers om te voorkomen dat de kopers over de omgeving en de verkeersituatie (in nagenoeg hun achtertuin) een onjuiste voorstelling van zaken zouden maken. De kopers hebben een bouwkavel gekocht in een bijzondere, ruim opgezette en rustgevende wijk, maar de herinrichting van de [straat 1] leidt tot een forse stijging van het verkeer en dus tot meer overlast. Hierdoor daalt de waarde van de woningen van de kopers ook fors. Het gaat niet om pietluttige wijzigingen van de [straat 1] volgens de kopers. Aan de [straat 1] wordt een totaal andere invulling gegeven. Ook is de herinrichting permanent. Dat de uiteindelijke besluitvorming over de herinrichting na de totstandkoming van de koopovereenkomsten ligt en dat de plannen ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomsten nog niet volledig waren uitgekristalliseerd maakt niet dat geen sprake meer is van dwaling. De gemeente was al vóór de verkopen bekend met de gevolgen die de reconstructie van het knooppunt Hooipolder heeft voor het onderliggend wegennet. De gemeente werkte namelijk als sinds 2019 intensief met andere partijen samen aan het plan om de overlast op het onderliggend wegennet te verminderen. Dit alles maakt dat de kopers terecht een beroep doen op dwaling en zij hebben recht op betaling van een bedrag aan hen ter opheffing van het nadeel dat zij door de dwaling lijden. Ook stellen de kopers tot slot dat de gemeente onzorgvuldig jegens hen heeft gehandeld.
5.3.
Volgens de gemeente slaagt het beroep op dwaling niet. De gemeente betwist dat op haar voorafgaand aan de verkoop de plicht rustte om de kopers in te lichten over de herinrichting van de [straat 1] . De gemeente wist voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomsten nog niet dat de [straat 1] zou worden heringericht. Het besluit dat de [straat 1] wordt heringericht is genomen na de verkoop van de bouwkavels en is daarmee een toekomstige omstandigheid. Ook nu staat nog niet definitief vast wat de herinrichting inhoudt. In 2019 was het voor de gemeente ook nog niet inzichtelijk wat de verkeersintensiteit per straat was en hoe het sluipverkeer effectief kon worden aangepakt. Dat is pas inzichtelijk geworden met het rapport van Arcadis in 2021.
De gemeente wist niet en hoefde ook niet te weten dat herinrichting van de [straat 1] doorslaggevend was voor de kopers. Niet de herinrichting maar het Tracébesluit en de daarmee gepaard gaande aanpassingen zijn de oorzaak van de mogelijke toename van verkeer op de [straat 1] . De [straat 1] wordt verder slechts minimaal aangepast. De herinrichting houdt in dat de uitstraling van de weg en het gewenste en toegestane rijgedrag met elkaar in overeenstemming worden gebracht. Dat is nu niet het geval. De [straat 1] is te smal om twee voertuigen elkaar te laten passeren. De voertuigen gebruiken daarom de berm. De weg wordt niet verbreed en de snelheidslimiet blijft 60 km/uur. De weg wordt geschikt gemaakt voor het huidige gebruik met voldoende passeerstroken. Ook biedt de herinrichting voordelen voor de kopers.
Tot slot hoefde de gemeente er geen rekening mee te houden dat de kopers dwaalden. Al sinds 2016 is kenbaar dat knooppunt Hooipolder en het onderliggende wegennet aangepast zouden worden. Ook geldt dat de kopers een eigen onderzoeksplicht hebben.
Het oordeel van de rechtbank
5.4.
De kopers stellen dat zij een onjuiste voorstelling van zaken hadden voorafgaand aan de koop van de bouwkavels, omdat zij in de veronderstelling verkeerden dat zij in een rustige woonwijk zouden gaan wonen, zonder veel overlast van het verkeer dat gebruikmaakt van de [straat 1] die achter de woningen ligt. Dat blijkt nu volgens de kopers niet het geval te zijn. Zij hebben hierover gedwaald.
5.5.
Voor toewijzing van de vordering is vereist dat komt vast te staan dat deze dwaling is veroorzaakt doordat op de gemeente een mededelingsplicht jegens de kopers rustte die zij heeft geschonden. De kopers stellen in dat verband dat de gemeente hen over de herinrichting van de [straat 1] of de toekomstplannen hierover moest meedelen omdat de herinrichting tot een forse verkeerstoename leidt. De rechtbank volgt de kopers niet in deze stelling. Dit oordeel wordt als volgt gemotiveerd.
5.5.1.
Tussen partijen staat vast dat het besluit om de [straat 1] te herinrichten nog niet was genomen door de gemeente toen zij de kavels verkocht aan de kopers. De besluitvorming hierover vond pas ruim na de verkoop van de bouwkavels plaats. Het besluit is op 30 september 2021 genomen terwijl de gemeente de kavels in 2020 aan de kopers heeft verkocht. Dit besluit kon dus ook nog niet aan de kopers worden bekendgemaakt. De stelling van de kopers dat de gemeente ten tijde van de verkoop al bekend was met het feit dat er een herinrichting van de [straat 1] zou plaatsvinden wordt daarom verworpen.
5.5.2.
De rechtbank is verder van oordeel dat de gemeente, zoals de kopers stellen, niet verplicht was om de toekomstplannen over de herinrichting van de [straat 1] met de kopers te delen. Dit oordeel is gebaseerd op de volgende omstandigheden.
5.5.3.
De rechtbank stelt voorop dat de kopers een bouwkavel hebben gekocht die weliswaar ligt in het buitengebied, maar wel in de buurt van de [straat 1] . De [straat 1] is een 60 km/uur weg. Een bewoner in deze buurt moet daarom rekening houden met een bepaalde mate van (geluids)overlast van verkeer.
5.5.4.
Ook is van belang dat al lang voordat de kopers hun woningen hebben gekocht bekend was dat bij knooppunt Hooipolder vaak lange files staan en dat de omliggende regio, zoals [plaats] , hiervan overlast heeft. Verder staat vast dat RWS in 2018 heeft aangekondigd dat zij de A27 gaat verbreden en knooppunt Hooipolder gaat aanpassen. De kopers dienden er dus rekening mee te houden dat de werkzaamheden aan dit project zullen leiden tot meer overlast van het verkeer.
5.5.5.
Volgens de kopers had de gemeente hen moeten inlichten over de plannen om de [straat 1] te herinrichten. Deze informatie was voor hen van doorslaggevend belang omdat deze herinrichting van de [straat 1] zal leiden tot een forse toename van het verkeer over deze weg. De gemeente betwist dat de herinrichting zal leiden tot een toename van verkeer. De gemeente stelt dat niet de aanpassing van de [straat 1] , maar het Tracébesluit de oorzaak zal zijn van een toename van verkeer en geluidshinder.
5.5.6.
De stelling van de kopers dat de herinrichting zal leiden tot een forse toename van verkeer slaagt niet. Hun stelling dat Arcadis heeft aangegeven dat de herinrichting van de [straat 1] tot gevolg heeft dat de verkeersintensiteit met ruim 70% zal toenemen is niet juist. In het rapport van Arcadis van 6 april 2021 staat een overzicht van de te verwachten effecten van het maatregelenpakket op de verkeersintensiteit. Op pagina 19 van het rapport staat beschreven wat het effect is van de voorgestelde maatregel op de verkeersintensiteit in 2030. Daarbij is verkeersintensiteit in 2030 zonder Tracébesluit vergeleken met de verkeersintensiteit in 2030 met Tracébesluit én met het maatregelenpakket. Uit de cijfers voor de maatregel van de [straat 1] volgt het volgende:
- de verkeerintensiteit in het model van 2030 zonder Tracébesluit wordt op 700 voertuigen per dag geschat;
- de verkeersintensiteit in het model van 2030 met Tracébesluit wordt op 1000 voertuigen per dag geschat;
- de verkeersintensiteit in het model van 2030 met Tracébesluit en met maatregel wordt op 1200 voertuigen per dag geschat.
Uit deze cijfers volgt naar het oordeel van de rechtbank niet dat de herinrichting van de [straat 1] zal leiden tot een toename van 70%. Volgens de berekeningen van Arcadis wordt verwacht dat de herinrichting van de [straat 1] zal leiden tot een toename in verkeerintensiteit van 1000 naar 1200 voertuigen. Dat is een toename van 20%. De kopers hebben in hun berekening geen onderscheid gemaakt tussen het effect van het Tracébesluit en het effect van de herinrichting. De rechtbank beschouwt een geschatte toename van 20% niet fors. De taxaties van de woningen zijn ook gebaseerd op de verwachting van een toename van verkeer van 70%. Dat betekent dat de herinrichting van de [straat 1] waarschijnlijk niet zal leiden tot de waardeverminderingen zoals deze door de kopers zijn gesteld.
5.5.7.
De kopers voeren terecht aan dat de gemeente voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomsten al wist van het plan om het onderliggend wegennet aan te passen en dat de herinrichting van de [straat 1] onderdeel hiervan uitmaakt. Ter onderbouwing van hun standpunt wijzen zij op het eerste rapport van Arcadis uit 2019. Het standpunt van de kopers dat de gemeente toen ook al wist van de forse toename van het verkeer door de voorgestelde herinrichting faalt. Zoals hiervoor al is geoordeeld veroorzaakt de herinrichting van de [straat 1] niet een forse verkeerstoename. Bovendien had Arcadis in 2019 nog niet de effecten van de maatregelen (zoals de herinrichting van de [straat 1] ) op de verkeersintensiteit in kaart gebracht. Het eindrapport waarin Arcadis de berekeningen en de geschatte effecten van het maatregelenpakket heeft weergegeven is van 6 april 2021 en dateert van ná de verkoop van de kavels aan de kopers. De gemeente kon dus voorafgaand aan de verkopen niet meedelen wat het verwachte effect van de herinrichting op de omvang van het verkeer zal zijn.
5.5.8.
De voorgestelde maatregelen uit het plan van Arcadis uit 2019 vormen samen een totaalpakket. De maatregelen en zijn gericht op verbetering van de verkeersveiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid van het gebied tussen Raamsdonksveer en Waalwijk. In dit rapport wordt ten aanzien van de [straat 1] voorgesteld om de huidige snelheid van 60 km/uur op deze weg te behouden en om de weg te verbreden waar dat mogelijk is. Het gaat hier niet om een wezenlijke wijziging van de [straat 1] zoals de kopers stellen. Gelet hierop, hebben de kopers niet goed gemotiveerd waarom de gemeente op basis van deze aanwezige informatie moest begrijpen dat de plannen over de herinrichting voor de kopers van doorslaggevend belang waren. De kopers hebben verder niet gemotiveerd gesteld dat gemeente hen moest voorlichten over het plan van de gemeentes om het onderliggend wegennet aan te pakken.
5.6.
De conclusie van het bovenstaande is dat niet is komen vast te staan dat de herinrichting van de [straat 1] zal leiden tot een forse toename van verkeer over de [straat 1] . De stelling van de kopers dat de gemeente hen had moeten mededelen over plannen over de herinrichting van de [straat 1] omdat dit leidt tot een forse toename van verkeer in de [straat 1] wordt daarom verworpen. De overige stellingen zijn onvoldoende om alsnog een mededelingsplicht van de gemeente aan te nemen. Omdat de gemeente geen mededelingsplicht heeft geschonden, is de rechtbank van oordeel dat zij ook niet onzorgvuldig heeft gehandeld. De vorderingen worden daarom afgewezen.
De proceskostenveroordeling
5.7.
De kopers zijn de partijen die ongelijk krijgen en zij zullen daarom hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van de gemeente als volgt vastgesteld:
- griffierecht
2.277,00
- salaris advocaat
3.760,00
(2,00 punten × € 1.880,00)
Totaal
6.037,00
5.8.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5.9.
De veroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen van de kopers af,
6.2.
veroordeelt de kopers hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van de gemeente tot dit vonnis vastgesteld op € 6.037,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
6.3.
veroordeelt de kopers hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 173,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als de kopers niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
- en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Römers en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2023.