Op 4 december 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De zaak werd behandeld in Middelburg, waar de kinderrechter de verzoeken van de Gecertificeerde Instelling (GI), het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering, heeft overwogen. De ouders van de minderjarigen, vertegenwoordigd door hun advocaten, hebben geen bezwaar gemaakt tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling voor een periode van zes maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarigen ernstig wordt bedreigd door de onvoorspelbaarheid van de ouders en het ontbreken van een duidelijke omgangsregeling. De kinderrechter heeft de GI opgedragen om de ouders te ondersteunen in het opstellen van een ouderschapsplan en hen te begeleiden in een ouderschapsbemiddelingstraject. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 15 juni 2024, met de beslissing dat deze uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, zodat de ontwikkeling van de minderjarigen niet verder in gevaar komt. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden.