In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 november 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 6 december 2023, maar de gecertificeerde instelling (GI) heeft verzocht om een verlenging met een jaar. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de ouders en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er nog steeds zorgen zijn over de structurele veiligheid van de kinderen. De ouders hebben een gespannen relatie en er is weinig tot geen communicatie tussen hen. De moeder heeft zorgen over het gedrag van de kinderen na hun bezoeken aan de vader, terwijl de vader aangeeft dat hij meer tijd met de kinderen wil doorbrengen om een band op te bouwen. De kinderrechter heeft ook opgemerkt dat de kinderen in een loyaliteitsconflict verkeren en dat er behoefte is aan stabiliteit en structuur in hun leven.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft, gezien de kwetsbare en complexe situatie van de kinderen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 6 december 2024, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de ouders hebben het recht om binnen drie maanden in hoger beroep te gaan tegen deze beschikking.