In deze zaak heeft de kinderrechter op 1 december 2023 een nadere beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2019. De zaak betreft de Stichting Jeugdbescherming Brabant, die als gecertificeerde instelling optreedt. De moeder en vader van de minderjarige zijn betrokken als belanghebbenden, bijgestaan door hun advocaten. De kinderrechter heeft de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld voor advies over het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling.
De procedure is gestart na een eerdere mondelinge beslissing op 24 augustus 2023, waarbij de ondertoezichtstelling was verlengd tot 2 december 2023. De kinderrechter heeft de stand van zaken beoordeeld, waarbij de positieve ontwikkeling van de moeder in het meewerken aan het proces is opgemerkt. De moeder werkt samen met de Gezinsmanager en is bezig met het voorbereiden van contact tussen de minderjarige en de vader. De vader heeft ook aangegeven dat hij achter de verlenging van de ondertoezichtstelling staat.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat, hoewel er nog geen persoonlijk contact heeft plaatsgevonden tussen de minderjarige en de vader, er wel stappen worden gezet in de richting van begeleid contact. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen voor een periode van negen maanden, tot 2 september 2024, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.