ECLI:NL:RBZWB:2023:9113

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
C/02/416609 / FA RK 23/5665
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 6 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1969. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 1 december 2023 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling gehouden in de accommodatie van GGZ Breburg, waar de betrokkene verblijft. Tijdens de behandeling zijn de betrokkene en haar advocaat, mr. A.W.M. van de Wouw, gehoord, evenals een verpleegkundig specialist. De betrokkene heeft aangegeven dat zij niet bereid is om medicatie te gebruiken en heeft onsamenhangende uitlatingen gedaan. De verpleegkundig specialist heeft echter aangegeven dat er serieuze zorgen zijn over de mentale toestand van de betrokkene en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een psychische stoornis en dat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestaat, wat de voortzetting van de crisismaatregel rechtvaardigt. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie voor de meeste zorgvormen afgewezen, maar heeft wel de machtiging verleend voor het toedienen van medicatie, medische controles, beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De machtiging is verleend tot en met 27 december 2023. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. Phillips en schriftelijk uitgewerkt op 15 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/416609 / FA RK 23/5665
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 6 december 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1969 te [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende te [adres 1] ,
thans verblijvende in de accommodatie GGZ Breburg, [adres 2]
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. A.W.M. van de Wouw te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 4 december 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 1 december 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Tilburg tot het nemen van de crisismaatregel van 1 december 2023;
- de medische verklaring van 1 december 2023;
- een afschrift van de justitiële documentatie en een politiemutatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 december 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de heer [naam] , verpleegkundig specialist.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat zij crisis is opgenomen omdat het thuis niet goed met haar ging. Haar echtgenoot werd plotseling ziek. Vervolgens rekende zij op steun vanuit haar kinderen. Die namen vervolgens slechts een inactieve houding aan, waar zij hen op heeft aangesproken. Zij wil haar verblijf in de Ggz instelling vrijwillig voortzetten, zij wil geen gerechtelijke procedure. Op de vraag van de behandelend rechter of dit ook betekent dat zij bereid is aan medicatie toediening mee te werken antwoordt betrokkene, kijkend in de richting van de verpleegkundig specialist “u weet dat ik nooit medicatie gebruik.” Vervolgens doet betrokkene onsamenhangende uitlatingen, waaronder “de doden staan op”, “wij werken voor God en niet voor de duivel” en “lang en gelukkig leven zonder daaraan een einddatum te verbinden”. Zij besluit met “ik wil in de Ggz instelling nooit meer komen en verder gaan met mijn werk als journaliste.”
3.2
De verpleegkundig specialist brengt naar voren dat betrokkene voorafgaand aan de crisisopname fysiek agressief en risicovol gedrag heeft vertoond naar personen in haar gezin, waaronder haar zoon, en dat zij verbaal voor overlast in haar directe woonomgeving heeft gezorgd. Die situatie leidde tot uitputting van het steunsysteem binnen het gezin. Sinds de crisisopname in de Ggz instelling wordt een wisselend toestandsbeeld bij betrokkene waargenomen. Naast rustige momenten komt het voor dat zij boos wordt zonder dat daar enige aanleiding voor is. Om te kunnen werken aan stabilisatie is het noodzakelijk dat betrokkene aan de noodzakelijke klinische behandeling - meer specifiek medicatietoediening - volledig meewerkt. De verpleegkundig specialist plaatst serieuze vraagtekens bij de mondelinge toezegging door betrokkene dat zij bereid is daaraan in een vrijwillig kader mee te werken. Hij kan daarom achter het voorliggend verzoek staan tot voortzetting van de crisismaatregel voor de maximaal toegestane periode van drie weken. Of betrokkene mogelijk eerder met ontslag kan, is geheel afhankelijk van de resultaten die met de (medicamenteuze) behandeling worden bereikt. Als verplichte zorgvormen acht hij noodzakelijk het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, het beperken van de bewegingsvrijheid, opname in een accommodatie en - in geval van ontslag - het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
3.3
De advocaat van betrokkene voert aan dat zij uit de mondelinge toelichting van de verpleegkundig specialist opmaakt dat in zijn visie er nog steeds sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat ter afwending daarvan op dit moment verplichte klinische zorg nog noodzakelijk is. Daarvan uitgaande, alsook rekening houdend met de inhoud van de medische verklaring sluit zij zich aan bij het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel en bij de noodzakelijke verplichte zorgvormen, zoals tijdens de mondelinge behandeling besproken.

4.Beoordeling

4.1
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
4.2
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.3
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Het verzoek van de officier van justitie wordt afgewezen voor zover dat ziet op de overige verzochte zorgvormen, nu voor het afgeven van een machtiging daarvoor geen noodzaak bestaat.
4.4
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat betrokkene bij de mondelinge behandeling niet, althans onvoldoende heeft getoond dat zij intrinsiek gemotiveerd c.q. bereid is om vrij-willig aan (medicamenteuze) behandeling mee te werken.
4.5
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.6
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.7
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1969 te [geboorteplaats] ( [land] );
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.3 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 december 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Phillips, rechter en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2023 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 15 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.