ECLI:NL:RBZWB:2023:9115

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
C/02/416139 / FA RK 23/5424
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 6 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. Deze beschikking is gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene, geboren in 1995. Het verzoekschrift was ingediend op 20 november 2023 en bevatte verschillende bijlagen, waaronder medische verklaringen en een zorgplan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan ernstige psychische stoornissen, waaronder neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en schizofreniespectrumstoornissen, die leiden tot ernstig nadeel voor zowel de betrokkene als de maatschappij. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor de duur van de oude machtiging, die afloopt op 6 december 2023, en deze nieuwe machtiging geldt tot en met 3 januari 2024. De beslissing op het resterende deel van het verzoek wordt aangehouden tot een mondelinge behandeling op 29 december 2023. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. Phillips en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/416139 / FA RK 23/5424
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 6 december 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.C.A. Hollants te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 20 november 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 13 november 2023;
- de medische verklaring van 31 oktober 2023;
- een zorgplan van 23 oktober 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en politiemutaties.
1.2
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet verschenen.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie.

3.De beoordeling

3.1
De behandelend rechter heeft buitenshuis aan het woonadres van betrokkene met de advocaat van betrokkene besproken dat in deze zaak een risicomelding is ontvangen. Daarin is aangegeven dat er driemaandelijks contact plaats vindt met de wijkagent over betrokkene. Daaruit is gebleken dat betrokkene tijdens depotverstrekkingen zeer dreigend is geweest naar hulpverlening. Een vergelijkbare dreiging wordt ook verwacht tijdens een mondelinge behandeling van het voorliggend verzoek. Daarom wordt het noodzakelijk geacht dat er twee wijkagenten of beveiligers aanwezig zijn om zo nodig te kunnen ingrijpen.
De behandelend rechter stelt ter plaatse vast dat er geen politie ondersteuning aanwezig is ondanks dat er vanuit de politie een toezegging was gedaan dat men aanwezig zou zijn. Vervolgens is door de rechtbank telefonisch contact gelegd met de politie. Aangegeven werd dat er niemand beschikbaar kon worden gemaakt om ter plaatse te verschijnen en dat 112 gebeld kon worden wanneer zich een noodsituatie zou voordoen. Hierop heeft de rechter besloten dat het verzoek niet mondeling kon worden behandeld.
3.2
In overleg met de advocaat van betrokkene is op het verzoek tot het verlenen van een machtiging verplichte zorg gedeeltelijk beslist.
3.3
De rechtbank overweegt dat uit de overgelegde stukken vooralsnog blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen.
3.4
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het toebrengen van ernstig lichamelijk letsel aan anderen, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en het risico dat betrokkene veelvuldig met politie en justitie in aanraking komt.
3.5
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
3.6
Niet is gebleken dat er mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De rechtbank neemt daarbij tevens in aanmerking dat bij beschikking van 6 december 2022 een zorgmachtiging is verleend, waarbij als maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg
hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van
communicatiemiddelen, geldend tot en met 6 december 2023.
Daarom acht de rechtbank in elk geval deze vormen van verplichte zorg op dit moment noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden.
3.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.8
Deze verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt vooralsnog dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.9
Gelet op het hiervóór overwogene zal de rechtbank een machtiging verplichte zorg verlenen voor de hierna vermelde beperkte periode. De rechtbank zal deze machtiging laten aansluiten op de ‘oude’ machtiging waarvan de expiratiedatum 6 december 2023 is. Deze machtiging geldt derhalve tot en met 3 januari 2024. De beslissing op het nog resterende deel van het verzoek zal worden aangehouden tot de mondelinge behandeling op de hierna in het dictum vermelde datum, die is gelegen vóór de afloopdatum van de zorgmachtiging. Die mondelinge behandeling zal plaats vinden aan het woonadres van betrokkene, te weten [adres] . Betrokkene, zijn advocaat, Fivoor en de officier van justitie hebben van de griffier van de rechtbank daarvoor een aparte oproep ontvangen.

4.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toediening van medicatie;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
bepaalt dat deze machtiging geldt van 6 december 2023 tot en met 3 januari 2024;
houdt de behandeling van het resterende deel van het verzoek aan tot de mondelinge behandeling van
29 december 2023 te 13:00 uur, zoals weergegeven in rechtsoverweging 3.9;
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Phillips, rechter en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2023 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 12 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.