Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 6 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, geboren in 1944. Het verzoek tot voortzetting is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op basis van artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De cliënt verblijft momenteel in een zorginstelling en heeft eerder in een thuissituatie gewoond bij zijn dochter en schoonzoon, maar deze situatie leidde tot problemen door zijn psychogeriatrische aandoening, specifiek frontotemporale lobaire degeneratie. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt, zijn advocaat, een GZ-psycholoog en een verpleegkundige. De GZ-psycholoog en verpleegkundige steunen het verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling, gezien het risico op ernstig nadeel voor de cliënt en anderen. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waardoor de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is. De rechtbank verleent de machtiging voor de duur van zes weken, tot en met 17 januari 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.