ECLI:NL:RBZWB:2023:9117

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
C/02/416611 / FA RK 23/5666
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 6 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1965. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de op 1 december 2023 opgelegde crisismaatregel, gebaseerd op artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling waren de betrokkene, zijn advocaat, een psychiater in opleiding, een co-assistent en de echtgenote van de betrokkene aanwezig. De officier van justitie was niet aanwezig.

De betrokkene vertoonde symptomen van een psychische stoornis, waaronder paranoïde gedachten, en gaf aan dat hij graag wilde dat zijn ziekte werd opgelost. De psychiater in opleiding bevestigde dat de betrokkene angstig was en dat zijn toestand wisselend was, met momenten van wantrouwen jegens medicatie. De advocaat van de betrokkene verzocht om afwijzing van bepaalde zorgvormen, maar erkende de noodzaak van verplichte zorg om ernstig nadeel te voorkomen.

De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige materiële schade, en dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was. De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de volledige verzochte duur, tot en met 27 december 2023, en wees andere verzoeken af. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter Phillips en is op 15 december 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/416611 / FA RK 23/5666
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 6 december 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] , [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. A.W.M. van de Wouw te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 4 december 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 1 december 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Tilburg tot het nemen van de crisismaatregel van 1 december 2023;
- de medische verklaring van 1 december 2023;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 december 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , psychiater in opleiding;
- mevrouw [naam 2] , co-assistent;
- de echtgenote van betrokkene.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat hij wegens zijn psychische aandoening kampt met paranoïde gedachten en overmatig actief is geworden en dat dit uiteindelijk tot de huidige crisisopname heeft geleid. Door zijn huidige toestand ontbreekt het hem aan voldoende overzicht, ook ten aanzien van medicatie. Dit laatste zorgt er voor dat de paranoïde gedachten op sommige momenten toenemen. Tijdens de mondelinge behandeling wordt dit ook duidelijk. Betrokkene geeft aan dat hij heel graag wil dat zijn ziekte wordt opgelost en dat hij daar alles voor over heeft.
3.2
De psychiater in opleiding brengt naar voren dat betrokkene tijdens de crisisopname een zeer angstige indruk maakte en dat hij uitspraken deed passend bij paranoïde wanen. Op dit moment is het beeld van betrokkene wisselend. Hij kent rustige momenten waarin hij goed in de samenwerking is, maar daarin kan plotseling een omslag komen wanneer waangedachten de overhand krijgen. Op de laatstbedoelde momenten toont betrokkene een groot wantrouwen jegens de medicatie toediening. Betrokkene bevindt zich bovendien in een behandelfase waarin de medicatie nog niet optimaal werkt. Daardoor is de kans op herhaling van psychotische momenten en daaruit volgend ernstig nadeel nog steeds aanwezig. Hij kan daarom achter een voortzetting van de crisismaatregel staan als verzocht. Als noodzakelijke verplichte zorgvormen benoemt hij het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles wanneer die nodig zijn en betrokkene daaraan niet meewerkt, de mogelijke inzet
- bij wijze van andere therapeutische maatregel - van compulsie therapie, het beperken van de bewegingsvrijheid, het uitoefenen van toezicht op betrokkene en het opnemen in een accommodatie. Naar verwachting zal voor het stabilisatieproces circa twee weken nodig zijn. Vervolgens zal stapsgewijs middels verlofmomenten naar een ontslag worden toegewerkt. De aanvraag van een machtiging verplichte zorg is op dit moment niet aan de orde.
3.3
De advocaat van betrokkene geeft aan dat haar uit de inhoud van de onderliggende stukken - meer specifiek de medische verklaring - voldoende is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, dat sprake is van daaruit veroorzaakt onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. Wel verzoekt zij, in het geval door de rechtbank een machtiging tot voortzetting crisismaatregel wordt verleend, als verplichte zorgvormen af te wijzen het toedienen van vocht en voeding en insluiten. Zij verzoekt eveneens afwijzing van het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening. Ingeval toepassing van bijvoorbeeld compulsie therapie alsnog noodzakelijk mocht blijken, kan daarvoor een aanvullend verzoek worden ingediend. Ten slotte verzoekt zij het opnemen in een accommodatie en daarmee samenhangend het beperken van de bewegingsvrijheid in duur te beperken tot een periode van maximaal twee weken.

4.Beoordeling

4.1
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
bipolaire-stemmingsstoornissen.
4.2
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiële schade, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.3
De rechtbank is van oordeel dat de volgende in de crisismaatregel genoemde zorg ook nu nog noodzakelijk is om het nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie.
Het verzoek van de officier van justitie wordt afgewezen voor zover dat ziet op de overige verzochte zorgvormen, nu voor het afgeven van een machtiging in zoverre geen noodzaak bestaat.
4.4
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Zijn behandelaar heeft daarover opgemerkt dat betrokkene naast rustige en coöperatieve momenten ook momenten kent waarop waangedachten de overhand krijgen. Gedurende laatstbedoelde momenten is betrokkene niet of onvoldoende in de samenwerking en geeft hij met name blijk van veel wantrouwen ten aanzien van de noodzakelijke medicatie toediening.
4.5
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.6
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.7
Rekening houdend met de tijd die naar verwachting nog nodig zal zijn om betrokkene voldoende te stabiliseren en vervolgens stapsgewijs toe te werken naar een ontslag zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend voor de volledig verzochte duur. Daarbij gaat de rechtbank ervan uit dat betrokkene naar huis mag zodra dit door zijn behandelaar verantwoord wordt geacht.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.3 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 december 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Phillips, rechter en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2023 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 15 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.