Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 6 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1965. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de op 1 december 2023 opgelegde crisismaatregel, gebaseerd op artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling waren de betrokkene, zijn advocaat, een psychiater in opleiding, een co-assistent en de echtgenote van de betrokkene aanwezig. De officier van justitie was niet aanwezig.
De betrokkene vertoonde symptomen van een psychische stoornis, waaronder paranoïde gedachten, en gaf aan dat hij graag wilde dat zijn ziekte werd opgelost. De psychiater in opleiding bevestigde dat de betrokkene angstig was en dat zijn toestand wisselend was, met momenten van wantrouwen jegens medicatie. De advocaat van de betrokkene verzocht om afwijzing van bepaalde zorgvormen, maar erkende de noodzaak van verplichte zorg om ernstig nadeel te voorkomen.
De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige materiële schade, en dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was. De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de volledige verzochte duur, tot en met 27 december 2023, en wees andere verzoeken af. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter Phillips en is op 15 december 2023 schriftelijk uitgewerkt.