ECLI:NL:RBZWB:2023:9121

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
C/02/415497 / FA RK 23/5103
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Willemsen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met Alzheimer

Op 21 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1931, die lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) had verzocht om een machtiging voor de duur van zes maanden, omdat de cliënt niet in staat is om de benodigde zorg en ondersteuning thuis te accepteren. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt, haar advocaat, de bewindvoerder, de wijkverpleegkundige, de casemanager dementie, de mentor en een zus van de cliënt. De cliënt heeft aangegeven dat het goed met haar gaat, maar er zijn zorgen over haar toenemende angst en achterdocht, wat haar zelfredzaamheid in gevaar brengt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en bedreiging van haar veiligheid. Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank heeft daarom besloten om de verzochte machtiging te verlenen voor de duur van zes maanden, tot en met 21 mei 2024. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter Willemsen in aanwezigheid van griffier Baremans.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/415497 / FA RK 23/5103
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf
Beschikking van 21 november 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in
artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[cliënt],
geboren op [geboortedag] 1931 te [geboorteplaats] ,
wonende [woonadres] ,
hierna te noemen: cliënt,
advocaat: mr. V.C. Andeweg te Breda.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 31 oktober 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de aanvraag van 16 oktober 2023;
- de medische verklaring van 6 oktober 2023;
- de schriftelijke onderbouwing verzoek rechterlijke machtiging van de mentor van cliënt, gedateerd 11 juli 2023;
- het indicatiebesluit van 9 januari 2023;
- een afschrift van de beschikking van 17 april 2023 waarbij mentorschap is ingesteld en een afschrift van de beschikking waarbij een mentor is benoemd;
- het op 21 november 2023 ingekomen emailbericht van de bewindvoerder.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 november 2023, aan voormeld woonadres.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [naam 1] , bewindvoerder;
- mevrouw [naam 2] , wijkverpleegkundige;
- mevrouw [naam 3] , casemanager dementie;
- mevrouw [naam 4] , mentor;
- een zus van cliënt.

2.Het verzoek

Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor cliënt te verlenen voor de duur van zes maanden.

3.Standpunten

3.1
Cliënt merkt op dat het goed met haar gaat. Zij kan zich thuis goed redden, alleen worden voor haar de boodschappen gehaald en gebracht. Als het dan toch niet anders kan dan dat zij in een woonzorgvoorziening moet worden opgenomen wil zij in elk geval niet naar [woonzorgcentrum 1] te Breda, waar zij al eens is geweest. Zij wil dan heel graag naar een zorginstelling in Gouda.
3.2
De casemanager dementie brengt naar voren dat bij cliënt de ziekte van Alzheimer is gediagnostiseerd. Haar zus en neef fungeren als mantelzorgers. Bij cliënt is sprake van angst en achterdocht. Ook zijn er momenten van desoriëntatie. Cliënt heeft medicatie (Haldol), die daarop een gunstige uitwerking had. Echter wordt gezien dat de angst en achterdocht bij cliënt is toegenomen, deuren worden door haar regelmatig afgesloten, waardoor de wijkverpleegkundige niet binnen kan. Los daarvan zijn er ook momenten waarop zij voor haar onbekende personen toegang geeft tot haar woning. Er worden door de huisarts geen mogelijkheden gezien om de medicatie op te hogen. Verder verzorgt cliënt zichzelf onvoldoende, zij draagt vaak dezelfde kleding en haar nagels zijn vies. Getracht is cliënt extra te ondersteunen door middel van thuiszorg, maar zij accepteert alleen de al aanwezige mantelzorg. Het onderhavige verzoek wordt daarom door haar ondersteund. Daarbij speelt tevens een rol dat er over zes weken ingrijpende renovatiewerkzaamheden plaats vinden aan de woning van cliënt. Zij zal dan in elk geval al tijdelijk in een zorginstelling dienen te verblijven. Ook brengt die situatie met zich dat zij extra hulp en ondersteuning zal dienen te accepteren, zoals bij het uitruimen en na renovatie schoonmaken van haar woning. Eerder is getracht om in een vrijwillig kader tot een opname van cliënt in een zorginstelling te weten [woonzorgcentrum 1] te Breda te komen. In augustus 2023 gaf zij aan daarmee in te stemmen. Echter nadien bleek zij daaraan alsnog niet te willen meewerken. Thans is er een plek op de [woonzorgcentrum 2] te Breda. Verder wordt niet uitgesloten dat er binnen afzienbare tijd een nieuwe plek bij [woonzorgcentrum 1] beschikbaar komt.
3.3
De wijkverpleegkundige sluit zich aan bij hetgeen de casemanager naar voren heeft gebracht. Aanvullend merkt zij op dat zij bij cliënt thuis komt voor de medicatie toediening. Zij neemt bij cliënt waar dat ondanks het medicatie gebruik er sprake is van toenemende angst en achterdocht en dat zij bij momenten in een andere realiteit lijkt te leven.
3.4
De mentor brengt naar voren dat zij eveneens achter het onderhavige verzoek kan staan. Zij bevestigt dat de voor cliënt noodzakelijke extra zorg/ondersteuning door haar niet wordt geaccepteerd. Cliënt laat zich tegenover haar afzonderlijke mantelzorgers en de bij haar betrokken hulpverleners en ondersteuners wisselend uit over een zorgopname, zij geeft bij momenten aan geen zorgopname te willen, vervolgens laat zij blijken in een zorginstelling te Breda respectievelijk te Gouda te willen verblijven. Met betrekking tot de laatst genoemde twee opties dienen daarvoor de mogelijkheden voor nu en de langere termijn in elk geval onderzocht te gaan worden.
3.5
De bewindvoerder sluit zich aan bij hetgeen de mentor naar voren heeft gebracht. Aanvullend merkt op dat zij vanuit haar functie kan bevestigen dat de mantelzorgers de boodschappen halen voor cliënt. Er is een bewindvoering ingesteld, nadat zich de situatie voordeed, dat bedragen - bij wijze van lening - van de rekening van cliënt naar een bonus kleinzoon zijn overgemaakt, die vervolgens niet zijn terug betaald. Of een zorgopname in de regio Gouda een optie is hangt van de financieringsmogelijkheden af en dient nog nader te worden onderzocht.
3.6
De zus van cliënt merkt op dat cliënt in fysiek opzicht op haar een goede indruk maakt. Zij bevestigt dat haar zus kampt met achterdocht, waardoor zij vaak telefonisch een beroep op haar deed. Dit is verminderd sinds zij medicatie gebruikt. Haar zus heeft in het kader van een mogelijke zorgopname aangegeven dat zij wel graag naar Gouda zou willen, met welke plaats zij vanuit vroeger een binding heeft. Zij vindt dat haar zus in een omgeving dient te kunnen verblijven, waar zij zich het meest prettig voelt. Zij heeft bij zorginstellingen in betreffende regio informatie ingewonnen, daaruit is gebleken van voldoende mogelijkheden om daar een opname te realiseren.
3.7
De advocaat van cliënt voert aan dat zij op grond van de inhoud van de stukken en het verhandelde tijdens de mondelinge behandeling voor haar cliënt in elk geval wenst te bepleiten dat de mogelijkheden om in een vrijwillig kader voor cliënt een geschikte particuliere zorgopname bij voorkeur bij [locatie] te Gouda of althans in betreffende regio te regelen worden onderzocht en dat de rechtbank daarover nader door de bewind-voerder en/of de casemanager schriftelijk wordt geïnformeerd. Het is zeer de vraag of, wanneer er op dit moment een rechterlijke machtiging zou worden verleend en direct tot een opname in de huidige woonregio van cliënt wordt overgegaan, er uiteindelijk nog een vervolgopname in de regio Gouda zal gaan plaats vinden.
3.8
Na het sluiten van de mondelinge behandeling is van de bewindvoerder een emailbericht ontvangen. De inhoud daarvan luidt - samengevat – als volgt.
De mogelijkheden ten aanzien van cliënt voor een zorgopname in Gouda zijn onderzocht. Naar bleek was door de zus van cliënt al contact gezocht met de locatiemanager van [locatie] te Gouda en was er aldaar een kamer gereserveerd. Het financieel plaatje daarvoor is kloppend gemaakt voor de komende 3 jaar en er wordt een huurcontract opgemaakt. Hierdoor kan cliënt tot haar overlijden bij [locatie] blijven wonen. De zus heeft met cliënt een bezoek gebracht aan betreffende zorginstelling, uit hetgeen door de begeleiding werd aangegeven kon worden opgemaakt dat cliënt daarmee content was. De bewindvoerder verzoekt onder verwijzing naar het voorgaande een machtiging te verlenen als verzocht. Daarop licht zij toe dat de afgelopen weken is gebleken dat de onrust en de wanen bij cliënt in de avond toenemen. Dit maakt dat het risico aanwezig is in het geval dat er geen machtiging verplichte zorg onderliggend is en cliënt alsnog mocht aangeven terug naar huis te willen de zorginstelling niet over mogelijkheden beschikt om cliënt tegen te houden. De advocaat van cliënt is over betreffende situatie ingelicht. Zij heeft desgevraagd aangegeven daarmee in te stemmen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening gepaard gaand met een psychische stoornis, te weten de ziekte van Alzheimer. Cliënt kampt met hallucina-ties/wanen die leiden tot angst en achterdocht. Wegens het progressieve karakter daarvan heeft de daarvoor ingezette medicatie daarin slechts tijdelijk verbetering kunnen brengen.
4.2
De psychogeriatrische aandoening die gepaard gaat met een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit ernstige psychische schade, financiële schade, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang en de bedreiging van de veiligheid van de cliënt al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt.
4.3
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
4.4
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. De (extra) zorg en ondersteuning die cliënt inmiddels behoeft wordt door haar thuis niet of in onvoldoende mate geaccepteerd.
4.5
Naar is gebleken is er inmiddels een zorglocatie in Gouda voor cliënt beschikbaar. Cliënt heeft zich echter betrekkelijk recent nog wisselend uitgelaten over zowel de noodzaak van een zorgopname alsook over de haar voorgestelde locaties tot opname in haar directe woonregio respectievelijk de regio Gouda. Gelet daarop moet het ervoor worden gehouden dat cliënt zich nog steeds verzet tegen een opname en verblijf.
4.6
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van
[cliënt], geboren op [geboortedag] 1931 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 21 mei 2024.
Deze beschikking is in het openbaar uitgesproken door mr. Willemsen, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier Baremans op 22 november 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.