Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 21 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. Deze maatregel was eerder opgelegd op 17 november 2023 en betreft een verzoek van de officier van justitie tot verlenging, ingevolge artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, geboren in 2005, verblijft momenteel in een accommodatie en heeft een advocaat, mr. C.J.M. Veth, die hem bijstaat in deze procedure.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 november 2023 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn ouders, een co-assistent en een psychiater. De betrokkene heeft aangegeven dat hij aan de beterende hand is en graag bij zijn ouders wil terugkeren. Hij erkent dat zijn middelengebruik heeft bijgedragen aan zijn huidige situatie en is bereid om aan nazorg mee te werken. De psychiater bevestigt dat de betrokkene in een psychose verkeerde, vermoedelijk door middelengebruik, maar dat de acute situatie nu niet langer dreigend is.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er op basis van de beschikbare gegevens onvoldoende bewijs is dat de betrokkene nog steeds een psychische stoornis heeft die leidt tot onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De rechtbank heeft het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen, met de opmerking dat de betrokkene de noodzakelijke nazorg moet accepteren en opvolgen om een terugval te voorkomen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter Willemsen en is op 30 november 2023 schriftelijk uitgewerkt.