ECLI:NL:RBZWB:2023:9127

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
C/02/416106 / FA RK 23/5408
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Willemsen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 21 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1988. De officier van justitie had op 20 november 2023 een verzoek ingediend tot verlenging van de op 18 november 2023 opgelegde crisismaatregel, gebaseerd op artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling op 21 november 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, een psychiater, en familieleden. De betrokkene vertoonde instabiel gedrag en had eerder vrijwillig in een GGz-instelling verbleven. De psychiater en AIOS gaven aan dat de betrokkene lijdt aan een bipolaire stemmingsstoornis en dat er ernstige zorgen waren over zijn gedrag en de gevolgen daarvan voor zijn welzijn en dat van anderen.

De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel door de psychische stoornis van de betrokkene. De rechtbank verleende daarom de gevraagde machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, waarbij verplichte zorgvormen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid zijn toegestaan. De rechtbank concludeerde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief was. De machtiging geldt tot en met 12 december 2023, en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/416106 / FA RK 23/5408
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 21 november 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie GGz Breburg, [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.J. van 't Hoff te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 20 november 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 18 november 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Breda tot het nemen van de crisismaatregel van 18 november 2023;
- de medische verklaring van 18 november 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 november 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam 1] , psychiater;
- mevrouw [naam 2] , AIOS;
- mevrouw [naam 3] , moeder van betrokkene;
- de heer [naam 4] , vriend/collega van betrokkene.
Tevens was aanwezig, maar is niet gehoord:
- de heer [naam 5] , verpleegkundige.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat het uitstekend met hem gaat en dat hij zijn verantwoordelijkheden kent. Verder wil hij er niets over kwijt.
3.2
De AIOS brengt naar voren dat betrokkene twee weken geleden vrijwillig gedurende enkele dagen in de Ggz instelling was opgenomen. Er was toen sprake van een manisch toestandsbeeld. Betrokkene wekte de indruk op eenzame hoogte boven alles en iedereen te staan. Dit beeld is ook gedurende de huidige crisisopname niet gewijzigd. In de Ggz instelling laat betrokkene zodanig ontremd gedrag zien, dat hij regelmatig naar een prikkelarme omgeving moet worden overgebracht. Hij houdt zich niet aan de huisregels en heeft door middel van vernielingen zijn kamer onklaar gemaakt. Wanneer betrokkene op zijn gedrag wordt aangesproken uit hij de wens om uit de Ggz instelling te worden ontslagen. Zij ondersteunt het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel en de daarin genoemde zorgvormen. Zij ziet geen noodzaak voor verplichte zorg in de vorm van het toedienen van vocht en voeding en voor het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen.
3.3
De psychiater sluit zich aan bij hetgeen door de AIOS naar voren is gebracht. Aanvullend licht zij toe dat betrokkene bekend is met een bipolaire stemmingsstoornis. Daardoor kent hij afwisselend periodes waarin hij als ondernemer prima functioneert, maar ook instabiele momenten. In de afgelopen tijd pakte betrokkene minder zijn rust, waardoor hij stopte met zijn medicatie en hij vervolgens sneller geïrriteerd raakte. Tevens werden er door hem seksueel getinte en denigrerende opmerkingen naar zijn partner gemaakt. Daarnaast deed betrokkene dagelijks uitgaven ten bedrage van circa 2000 euro met behulp van financiële middelen uit zijn bedrijf voor persoonlijke doeleinden en is hij meermalen naar Spanje afgereisd, zonder dat er daarvoor beroepshalve aanleiding was. Niet wordt uitgesloten dat betrokkene daarmee aanzienlijke schulden heeft gemaakt. Ook uiterlijk zoals qua kleding en in zijn gedrag op social media werden bij betrokkene opvallende veranderingen waargenomen. Dit leidde tot situaties waarin familie en relaties op het sociale vlak betrokkene niet meer als zodanig herkenden en tot angst voor betrokkene, waaronder bij werknemers van zijn bedrijf.
3.4
De vriend/collega van betrokkene merkt op dat hij zaakwaarnemer is voor zo lang dat betrokkene nog niet is gestabiliseerd. Hij acht het in het belang van betrokkene dat hij zijn medicatie gebruikt en dat hij zo lang hij nog niet stabiel is zijn mobiele telefoon niet voor zakelijke doeleinden kan gebruiken.
3.5
De moeder geeft aan zich aan te sluiten bij hetgeen tijdens de mondelinge behandeling door de AIOS en de psychiater naar voren is gebracht.
3.6
De advocaat van betrokkene voert aan dat hij al langere tijd bekend is met betrokkene en zijn achtergrond, beslist ook waar het zijn goede en mindere periodes betreft. Betrokkene weet op de goede momenten duidelijk te benoemen wat hij gedurende de instabiele periodes nodig heeft. Dit als uitgangspunt nemend acht hij het als zijn raadsman voor betrokkene verstandig dat de zorg die de behandelaar voor hem nog noodzakelijk acht om voldoende te stabiliseren in een verplicht kader geboden blijft worden. Dit maakt dat hij zich ten aanzien van het verzoek wenst te refereren aan het oordeel van de rechtbank.

4.Beoordeling

4.1
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
bipolaire-stemmingsstoornissen,.
4.2
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade, ernstige financiële schade, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.3
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- opnemen in een accommodatie.
Daarnaast acht de rechtbank ter afwending van het ernstig nadeel noodzakelijk dat als zorgvorm tevens kan worden toegepast:
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
De rechtbank zal daarom met toepassing van de Reparatiewet Wvggz/Wzd aanvullend bedoelde zorgvorm toewijzen.
Gebleken is dat voor andere in het verzoekschrift gevraagde vormen van verplichte zorg geen noodzaak bestaat, zodat die andere vormen van verplichte zorg zullen worden afgewezen.
4.4
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Tijdens goede momenten/periodes weet betrokkene goed te benoemen wat hij gedurende de instabiele periodes nodig heeft. Echter overtuigt de inhoud van de stukken en het verhan-delde tijdens de mondelinge behandeling dat er op dit moment niet van kan worden uitgegaan dat bij betrokkene van voldoende intrinsieke motivatie sprake is om aan de zorg, die zijn behandelaar ter verdere stabilisatie nog noodzakelijk acht, in een vrijwillig kader volledig zal meewerken.
4.5
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.6
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.7
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.3 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 12 december 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Willemsen, rechter en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2023 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 30 november 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.