ECLI:NL:RBZWB:2023:9128

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 november 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
C/02/416299 / FA RK 23/5505
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • J. Broeders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 27 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1992. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel die op 23 november 2023 was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren voor een psychische stoornis bij de betrokkene, die zich verzet tegen de voorgestelde verplichte zorg. Tijdens de mondelinge behandeling was er geen tolk Arabisch aanwezig, wat de communicatie bemoeilijkte. De rechtbank besloot dat de crisismaatregel noodzakelijk was om onmiddellijk dreigend ernstig nadeel af te wenden. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel werd verleend tot en met 1 december 2023, met een aanhouding van de beslissing over de resterende termijn tot een nadere mondelinge behandeling op 1 december 2023. De rechtbank heeft zich het recht voorbehouden om verdere beslissingen te nemen en heeft de beschikking mondeling gegeven, met een schriftelijke uitwerking op 12 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/416299 / FA RK 23/5505
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 27 november 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie GGZ Breburg, [adres] te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. V.C. Andeweg te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 november 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 23 november 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Tilburg tot het nemen van de crisismaatregel van 23 november 2023;
- de medische verklaring van 23 november 2023;
- een afschrift van de justitiële documentatie en politiemutaties.
1.2
Bij aanvang van de mondelinge behandeling van het verzoek op 27 november
2023 in de hierboven genoemde accommodatie waren aanwezig:
- de advocaat van betrokkene;
  • de heer [naam 1] , behandelaar;
  • de heer [naam 2] , basisarts;
  • twee zussen van betrokkene;
  • mevrouw [naam 3] , casemanager.
1.3
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet verschenen.
1.4
Aangezien betrokkene de Nederlandse taal onvoldoende machtig is, is voor de mondelinge behandeling door de griffier van de rechtbank de heer [naam 4] , tolk Arabisch opgeroepen. De tolk heeft zeer kort vóór de mondelinge behandeling aan de griffier van de rechtbank bericht wegens ziekte fysiek noch via een telefonische verbinding bij de mondelinge behandeling aanwezig te kunnen zijn. Er is niet gezorgd voor een vervangende tolk.
Door de juridisch medewerker van de rechtbank is daarop geprobeerd via de tolkentelefoon alsnog een tolk Arabisch in te schakelen. Dat bleek niet mogelijk.
Betrokkene weigerde volgens de medewerkers van de GGZ haar kamer te verlaten om bij de zitting aanwezig te zijn. De beide zussen van betrokkene, die betrokkene in haar kamer hebben gesproken, bevestigden dat. Omdat een tolk niet beschikbaar was en de rechter noch de griffier het Arabisch beheersen, heeft de rechter ervan afgezien betrokkene zelf te vragen of zij wenst te worden gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
De behandelaar van betrokkene merkt, gevraagd door de behandelend rechter naar het actuele toestandsbeeld van betrokkene, op dat ten aanzien van betrokkene sprake is van het vermoeden van een psychotische stoornis. Betrokkene kent een traumatische voor-geschiedenis. Zij is crisis opgenomen met een psychotisch toestandsbeeld waarbij sprake was van daaruit veroorzaakt onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Sindsdien is het psychotisch toestandsbeeld van betrokkene met de tot nu toe geboden klinische zorg en behandeling in verplichte vorm nog onvoldoende opgeklaard. Voortzetting daarvan acht hij daarom ter afwending van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel nog steeds noodzakelijk.
3.2
De advocaat van betrokkene merkt op dat het voor betrokkene om de strekking van het voorliggend verzoek te kunnen begrijpen van belang is dat er een tolk Arabisch bij de mondelinge behandeling aanwezig is.

4.Beoordeling

4.1
De rechtbank oordeelt voorlopig op grond van de stukken en de mondelinge toelichting van de behandelaar dat daaruit blijkt van het vermoeden van een psychische stoornis bij betrokkene en van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel dat wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit die psychische stoornis en dat de crisissituatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.2
De rechtbank is van oordeel dat daarom de in de crisismaatregel genoemde zorg in elk geval op dit moment nog steeds noodzakelijk is om het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
4.3
Op grond van de inhoud van de stukken moet het ervoor worden gehouden dat betrokkene zich verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg.
4.4
Voorts is de rechtbank op grond van de stukken van oordeel dat er in elk geval op dit moment geen minder bezwarende alternatieven zijn, die hetzelfde beoogde effect hebben, dat daarvan uit bezien de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief is en dat daarbij rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.5
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen voor beperkte duur, te weten tot en met 1 december 2023. Aangezien het in het kader van de mondelinge behandeling van het voorliggend verzoek van belang is dat daarbij een tolk Arabisch aanwezig is zal de beslissing op het resterende deel van de termijn waarvoor het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel voor de maximaal wettelijk toegestane duur, te weten tot 18 december 2023, worden aangehouden tot de nadere mondelinge behandeling van het verzoek in de accommodatie GGZ Breburg, [adres] te [plaats] , op vrijdag, 1 december 2023 te 14:30 uur, waarvoor betrokkene, haar advocaat en haar behandelaar zijn opgeroepen.
Voor deze mondelinge behandeling is door de griffier van de rechtbank een andere tolk Arabisch, te weten de heer [naam 5] , opgeroepen.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ( [land] );
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.2 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 1 december 2023;
houdt de behandeling van het verzoek voor het resterende deel van de gevraagde termijn aan tot de nadere mondelinge behandeling van het verzoek op
1 december 2023 te 14:30 uurin de accommodatie GGZ Breburg, Muiderslotstraat 150, 4834 KN te Breda, waarvoor betrokkene, haar advocaat en de behandelaar zijn opgeroepen;
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Broeders, rechter en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2023 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 12 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.