Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 27 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een opvolgende rechterlijke machtiging voor cliënt, geboren op [geboortedag] 1931. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en betreft een machtiging voor de duur van vijf jaar, zoals bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij cliënt, haar advocaat mr. E.J.L. Mulderink, een psycholoog en een coördinerend verzorgende aanwezig waren.
Tijdens de behandeling heeft cliënt aangegeven dat zij zich niet thuis voelt in de zorginstelling, ondanks dat zij goed verzorgd wordt. Zij heeft de wens geuit om elders te wonen, wat door haar familie wordt ondersteund. De coördinerend verzorgende heeft echter verklaard dat cliënt lijdt aan dementie, wat haar zelfstandigheid in gevaar brengt. De psycholoog bevestigde deze diagnose en gaf aan dat cliënt cognitieve problemen vertoont.
De rechtbank heeft vastgesteld dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, wat leidt tot ernstig nadeel, zoals verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelde dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om dit ernstig nadeel te voorkomen. Ondanks het verzet van cliënt tegen opname, heeft de rechtbank besloten om de machtiging te verlenen, maar deze te beperken tot een periode van twee jaar, rekening houdend met het opname verleden van cliënt. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Broeders en schriftelijk uitgewerkt op 12 december 2023.