Uitspraak
1.Het procesverloop
- partijen en hun advocaten;
- een vertegenwoordigster van de Raad;
- twee vertegenwoordigers van de GI.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 november 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de minderjarige kinderen van partijen, na een complexe en langdurige procedure. De man en de vrouw, die een affectieve relatie hebben gehad, zijn betrokken in een geschil over het gezag, de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling voor hun kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de vrouw gezamenlijk met het gezag over [minderjarige 2] worden belast, terwijl de man al gezamenlijk gezag heeft over [minderjarige 1]. De rechtbank heeft geen contra-indicaties gevonden om het verzoek van de man tot gezamenlijk gezag over [minderjarige 2] af te wijzen, ondanks de verstoorde communicatie tussen de ouders. De rechtbank heeft ook de zorgen van de man over de opvoeding van de kinderen door de vrouw gehoord, maar heeft geoordeeld dat de kinderen momenteel bij de vrouw wonen en dat er geen dringende redenen zijn om het hoofdverblijf van de kinderen bij de man te bepalen. De rechtbank heeft de verzoeken van de man tot wijziging van de zorg- en contactregeling afgewezen, gezien de huidige situatie waarin de kinderen weerstand tonen tegen contact met de man. De rechtbank heeft de vrouw opgedragen de man regelmatig te informeren over belangrijke gebeurtenissen in het leven van de kinderen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de proceskosten zijn gecompenseerd.