ECLI:NL:RBZWB:2023:920

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 februari 2023
Publicatiedatum
14 februari 2023
Zaaknummer
C/02/404047 /JE RK 22-2108
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • P. Duinhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2006. De minderjarige had zich onttrokken aan toezicht en opsporing, wat leidde tot een mondelinge behandeling op 24 januari 2023. Tijdens deze behandeling heeft de kinderrechter besloten de opsporing te staken, nadat de jongere zich had gemeld. De Raad voor de Kinderbescherming had eerder een verzoek ingediend voor een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging tot opname in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De minderjarige heeft tijdens de zittingen aangegeven open te staan voor therapie en zijn leven weer op de rit te willen krijgen. De kinderrechter heeft de Raad in staat gesteld om het restant van het verzoek in te trekken, wat ook is gebeurd. De kinderrechter heeft de wens uitgesproken dat er snel een passende plek voor de minderjarige wordt gevonden en dat hij samen met de GI stappen voorwaarts kan zetten. De kinderrechter heeft het verzoek van de Raad afgewezen, maar heeft de minderjarige geprezen voor zijn openheid en de stappen die hij wil zetten richting een betere toekomst. De kinderrechter heeft ook de noodzaak van een vertrouwenspersoon voor de minderjarige benadrukt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/404047 /JE RK 22-2108
Datum uitspraak: 3 februari 2023

nadere beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING,

gevestigd Middelburg,
hierna te noemen: de Raad.
betreffende

[minderjarige] ,

geboren op [geboortedag] 2006 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats 1] .

[de vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats 2] .

STICHTING JEUGDBESCHERMING WEST ZEELAND,

locatie Middelburg,
hierna te noemen: de GI.

Het verdere procesverloop

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter van 28 december 2022 met de daarin vermelde stukken;
- het verkort proces-verbaal van de kinderrechter van 24 januari 2023.
Op 3 februari 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [minderjarige] , die vooraf apart is gehoord, bijgestaan door mr. C.E.J.E. Kouijzer;
- de vader;
- een vertegenwoordiger van de Raad;
- twee vertegenwoordigers van de GI.
Ondanks behoorlijk te zijn opgeroepen, is niet verschenen:
- de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van de kinderrechter van 14 september 2021 is [minderjarige] onder toezicht gesteld van Stichting Jeugdbescherming west Zeeland. Deze maatregel is daarna verlengd, voor het laatst tot 14 september 2022. Tevens is bij beschikking van 25 januari 2022 door de kinderrechter een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend tot 14 september 2022.
Bij beschikking van de kinderrechter van 6 december 2022 is het verzoek om zonder voorafgaand horen van belanghebbenden te beslissen op de (spoed)verzoeken van de Raad afgewezen. De behandeling van de verzoeken van de Raad zijn aangehouden tot de mondelinge behandeling van 8 december 2022.
Bij beschikking van de kinderrechter van 8 december 2022 is [minderjarige] voorlopig onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Zeeland gesteld met ingang van 8 december 2022 en tot 8 maart 2023. Daarnaast is een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend met ingang van 8 december 2022 en tot 29 december 2022. Het resterende deel van het verzoek is aangehouden met het verzoek aan de GI om aan de advocaat en de rechtbank door te geven als [minderjarige] is gevonden, zodat er een nieuwe mondelinge behandeling kan worden bepaald.
Bij beschikking van de kinderrechter van 28 december 2022 is een machtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 29 december 2022 en tot 29 januari 2023, onder aanhouding van het restant van het verzoek.
Tijdens de mondelinge behandeling van 24 januari 2023 is afgesproken dat alle betrokkenen inclusief [minderjarige] op de mondelinge behandeling van 3 februari 2023 zijn uitgenodigd om de situatie in persoon te bespreken.

Het verzoek

De Raad verzoekt, uitvoerbaar bij voorraad, (met spoed) de voorlopige ondertoezichtstelling van [minderjarige] voor de duur van drie maanden. Tevens verzoekt de Raad, uitvoerbaar bij voorraad, een (spoed)machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor een periode van vier weken en aansluitend middels een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de (overige) duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.
Thans ligt nog ter beoordeling voor het verzoek tot een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten met ingang van 29 januari 2023 en tot 8 maart 2023.

De standpunten

Tijdens het gesprek met de kinderrechter heeft [minderjarige] aangegeven dat hij er geen behoefte meer aan heeft om weg te lopen en dat hij zijn leven weer op de rit wil krijgen. [minderjarige] wil naar school en wil gaan werken, zodat hij structuur krijgt. Voordat hij naar school/werk gaat, wil [minderjarige] therapie. Hierbij is het belangrijk dat [minderjarige] begrijpt waarom hij iets moet doen. Eerder stond [minderjarige] ook open voor therapie, maar dat is snel misgegaan omdat hij de voorwaarden waaraan hij zich moest houden niet begreep. Dit is ook één van de redenen waarom [minderjarige] was weggelopen. Therapie is een trauma voor hem. [minderjarige] vindt het belangrijk dat er met hem wordt overlegd en dat hij wordt gehoord. Hij vindt het vervelend als (volwassen) personen over hem praten alsof hij er buiten staat of er niet bij hoort. Dit was ook het geval toen er, zonder met [minderjarige] te overleggen, werd besproken of [minderjarige] al dan niet naar [instelling] zou moeten gaan. Volgens [minderjarige] stond het op een gegeven moment al vast dat hij naar [instelling] moest. Daarnaast had [minderjarige] gevraagd of hij therapie gericht op zijn agressie kon volgen, maar daar werd niet naar geluisterd. Naar aanleiding van deze gebeurtenissen had [minderjarige] geen vertrouwen meer in de situatie. [minderjarige] hield zich niet meer aan regels, luisterde niet meer naar de begeleiding en is uiteindelijk weggelopen.
Verder heeft [minderjarige] uitgelegd dat hij verbaal agressief kan zijn, maar dat hij geen ruzie maakt. Dit op één keer na met een begeleider die niet naar [minderjarige] luisterende en hem op dat moment niet de ruimte gaf die hij nodig had. [minderjarige] heeft daar spijt van. [minderjarige] vertrouwt zijn ouders en bepaalde (minderjarige) vrienden. Hij vertrouwt minder snel volwassenen. Het vertrouwen heeft bij [minderjarige] een limiet en kan makkelijk worden gebroken.
[minderjarige] wil niet langer op een groep wonen. Hij wil een plek waar hij meer zichzelf kan zijn en minder prikkels vanuit zijn omgeving heeft. Mogelijk is [zorginstelling 1] of [zorginstelling 2] een passende plek. [minderjarige] wil therapie en verder dan dat kijkt hij nu niet, omdat alles fout kan gaan. [minderjarige] weet nog niet waar hij goed in is of wat hij in de toekomst zou willen doen.
De Raad heeft het restantverzoek tijdens de mondelinge behandeling ingetrokken. De Raad is tevreden met de ontwikkelingen. Het is positief dat [minderjarige] met de kinderrechter, de GI en de Raad in gesprek is (gegaan), dat hij openstaat voor oplossingen die bij hem passen en dat hij therapie wil. De Raad hoopt dat er snel een passende plek voor [minderjarige] wordt gevonden.
De GI geeft aan dat een residentiële groep geen passende plek voor [minderjarige] is. [minderjarige] wil meer zelfstandigheid. De GI wil volgende week, samen met [minderjarige] , in gesprek met [zorginstelling 1] en op korte termijn ook met Stichting OpenDoor om te onderzoeken wat zij kunnen bieden en of dat aansluit bij wat [minderjarige] zoekt. Het is onbekend waar [minderjarige] de afgelopen tijd heeft verbleven en hij wil dat ook niet aan de GI vertellen. Voor de komende twee weken is er een plek voor [minderjarige] bij [zorginstelling 5] beschikbaar in afwachting van de gesprekken bij [zorginstelling 1] en Stichting OpenDoor. Bij [zorginstelling 1] kan het snel gaan, omdat er momenteel een plek beschikbaar is. Verder wil [minderjarige] traumatherapie volgen. De GI vindt dit ook belangrijk en denkt aan [zorginstelling 3] of [zorginstelling 4] . Er moet worden gekeken wat zij aan [minderjarige] kunnen bieden en met [minderjarige] moet worden besproken wat er bij hem past. De GI vindt het fijn dat [minderjarige] begrijpt dat de situatie moet veranderen en dat hij meehelpt in het bedenken van oplossingen. De GI wil graag met [minderjarige] aan de slag en stappen voorwaarts gaan zetten.
Namens [minderjarige] is door de advocaat verzocht om het verzoek af te wijzen. Het is positief dat [minderjarige] in gesprek is gegaan en aangeeft welke oplossingen bij hem passen. [minderjarige] staat open voor traumatherapie en wil niet langer op een groep wonen.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [minderjarige] zelf nog aangegeven dat hij het goed vindt om twee weken ter overbrugging bij [zorginstelling 5] te verblijven. [minderjarige] heeft een goede band met de begeleiders en noemt het contact met hen gezellig. Het verblijf bij [zorginstelling 5] moet dan wel echt tijdelijk zijn en niet telkens worden verlengd. [minderjarige] voelt zich beter gehoord en de uitkomst van de mondelinge behandeling is beter dan hij van te voren had verwacht.
De vader is blij met de uitkomst van de mondelinge behandeling. Hij benadrukt dat hij het belangrijk vindt dat er een vangnet voor [minderjarige] is gedurende de traumatherapie.

De beoordeling

De Raad heeft tijdens de mondelinge behandeling haar restantverzoek ingetrokken. Nu de Raad het restantverzoek heeft ingetrokken, behoeft het restantverzoek niet meer te worden beoordeeld. De kinderrechter zal daarom het restantverzoek van de Raad afwijzen.
De kinderrechter merkt nog op dat hij zeer tevreden is met de uitkomst van de mondelinge behandeling. Het is knap dat [minderjarige] is verschenen en met de kinderrechter, de GI en de Raad in gesprek is gegaan. Ook is het erg goed van [minderjarige] dat hij openstaat voor traumatherapie en dat hij zijn leven weer op de rit wil krijgen. De kinderrechter geeft [minderjarige] een heel groot compliment hiervoor. De kinderrechter spreekt de wens uit dat er met en voor [minderjarige] zo snel mogelijk een passende plek wordt gevonden en dat hij samen met de GI stappen voorwaarts kan gaan zetten. Tot slot gunt de kinderrechter [minderjarige] een (volwassen) vertrouwenspersoon, die er onvoorwaardelijk voor hem is.

De beslissing

De kinderrechter:
wijst het verzoek af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 februari 2023 door mr. Duinhof, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. Vork, griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 13 februari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.

Bijlage

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/404046 / JE RK 22-2107 en C/02/404047 /JE RK 22-2108
Verkort proces-verbaal van de behandeling met gesloten deuren van 24 januari 2023.
Zitting met gesloten deuren van 24 januari 2023.
Tegenwoordig zijn: mr. Duinhof, kinderrechter, bijgestaan door de griffier mr. De Bont.
Behandeling van het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp,

De Raad voor de Kinderbescherming,

locatie Middelburg, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2006 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. C.E.J.E. Kouijzer, te Middelburg.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats 1] ,

[de vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats 2] ,

STICHTING JEUGDBESCHERMING WEST ZEELAND,

gevestigd te Middelburg, hierna te noemen, de GI.
Gehoord zijn:
- een vertegenwoordigster van de Raad;
- een tweetal vertegenwoordigster van de GI;
- de advocaat van [minderjarige] ;
- de vader;
- de moeder, via een telefonische verbinding;
- [minderjarige] , via een telefonisch verbinding.
Verklaard is, als volgt: P.M.
De kinderrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven de zaak aan te houden om met [minderjarige] op 3 februari 2023 om 14.15 uur een gesprek in persoon op de rechtbank te hebben. Hierbij is het van belang dat er voor [minderjarige] geen dreiging is dat hij meegenomen wordt door de politie of de GI.
Er zal eerst met [minderjarige] en zijn advocaat en daarna met [minderjarige] , zijn advocaat, de vader, de moeder, de Raad en de GI in gesprek worden gegaan. Uitgangspunt is om met elkaar in gesprek te gaan om te bekijken welke hulp er voor [minderjarige] nodig is en welke mogelijkheden er zijn. De kinderrechter bepaalt daarom dat [minderjarige] voor, tijdens en na het gesprek niet zal worden opgepakt op basis van de eerder verleende machtiging gesloten plaatsing.
De kinderrechter sluit daarop de behandeling en houdt het verzoek aan tot het verzoek aan tot de mondelinge behandeling van vrijdag 3 februari 2023 om 14.15 uur bij de kinderrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant in het gerechtsgebouw aan de Kousteensedijk 2 (4331 JE) te Middelburg. Hij bepaalt daarbij dat de GI de politie zal berichten dat de opsporing van [minderjarige] dient te worden stopgezet.
Een afschrift van dit proces-verbaal geldt als oproeping voor deze mondelinge behandeling voor [minderjarige] , de advocaat van [minderjarige] , de vader, de moeder, de Raad en de GI.
Waarvan proces-verbaal.