Op 15 december 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, omdat de ontwikkeling van de kinderen ernstig werd bedreigd. De moeder, die het ouderlijk gezag over de kinderen heeft, vertoont persoonlijke problematiek die haar in staat stelt om haar ouderrol niet adequaat uit te oefenen. De kinderen hebben gedragsproblemen en er is sprake van schoolverzuim. De vader is recentelijk meer betrokken, maar zijn rol is beperkt door het verlies van gezag en gebrek aan huisvesting.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 november 2023 en de aangehouden behandeling op 15 december 2023, werd duidelijk dat de moeder en de vader beide hun best doen, maar dat dit niet voldoende is om de zorgen weg te nemen. De kinderrechter concludeert dat de situatie van de kinderen niet kan worden verbeterd binnen een vrijwillig kader en dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling toegewezen, met de opdracht aan de Stichting Jeugdbescherming Brabant om de situatie te monitoren en de hulpverlening te coördineren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de beslissing onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook in het geval van hoger beroep.