3.1Tussen partijen staat het volgende vast:
- WonenBreburg is een woningcoöperatie (toegelaten instelling krachtens artikel 19 Woningwet);
- [naam 1] huurt het gehuurde sinds 7 augustus 2019 van WonenBreburg. Op de huurovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van WonenBreburg (versie 1 februari 2015) van toepassing;
- in 2020 en 2022 heeft WonenBreburg incidenteel klachten met betrekking tot overlast in en rondom het gehuurde ontvangen;
- vanaf 24 januari 2023 ontvangt WonenBreburg met regelmaat klachten over het gedrag van [naam 1] , zijn dochter en zijn bezoek;
- op 24 januari 2023 heeft WonenBreburg [naam 1] aangesproken op geluidsoverlast vanuit het gehuurde, veroorzaakt door hard geschreeuw, ruzies tussen [naam 1] en zijn dochter, schelden, roepen en het vernielen van spullen in zijn woning;
- op 22 februari 2023 heeft WonenBreburg [naam 1] nogmaals aangeschreven in verband met de door omwonenden ervaren overlast. Er zijn klachten ontvangen over schreeuwende ruzies met zijn moeder en dochter, zowel binnen als buiten de woning, heel harde muziek en het kapot maken van het interieur van de woning. WonenBreburg stelt [naam 1] in gebreke en sommeert hem om zich met onmiddellijke ingang te gaan houden aan de bepalingen uit de huurovereenkomst. Zij kondigt aan dat als [naam 1] zich niet aan de sommatie voldoet, zij een procedure zal starten om de huurovereenkomst met hem te ontbinden;
- op 12 april 2023 heeft WonenBreburg [naam 1] bericht dat zij opnieuw overlastmeldingen van omwonenden heeft ontvangen. Zij geeft [naam 1] een laatste waarschuwing om te stoppen overlast te veroorzaken;
- op 30 mei 2023 heeft WonenBreburg [naam 1] laten weten dat er weer overlastmeldingen door omwonenden over hem en zijn bezoek bij WonenBreburg zijn gemeld. Volgens de klachten had [naam 1] :
’s nachts ruzie met vrienden, waarbij verschillende dreigingen over en weer zijn geroepen;
mensen om 01.30 uur lastig gevallen, door schaars gekleed bij hen aan te bellen omdat hij zijn dochter wilde bellen en hij geen telefoon had;
op 26 mei 2023, midden op de dag, ruzie met zijn dochter, waarna zijn dochter bij meerdere omwonenden aan de voordeur ging bellen;
op 26 en 7 mei 2023 om 3:00 uur alles in zijn woning vernield, waarbij hij hard schreeuwde en op de muren bonsde;
WonenBreburg geeft aan dat voor haar de maat vol is en zij de huurovereenkomst met [naam 1] wil beëindigen. [naam 1] is in de brief in de gelegenheid gesteld om de huurovereenkomst vrijwillig op te zeggen tegen uiterlijk 12 juli 2023;
- [naam 1] heeft de huurovereenkomst niet vrijwillig opgezegd;
- op 8 juni 2023 is [naam 1] onder bewind gesteld, waarbij [gedaagde] als bewindvoerder is benoemd;
- op 19 juni 2023 heeft WonenBreburg [gedaagde] en [naam 1] (nogmaals) in de gelegenheid gesteld de huurovereenkomst vrijwillig op te zeggen;
- [gedaagde] en [naam 1] zijn daar niet toe overgegaan;
- op 4 juli 2023 heeft WonenBreburg [gedaagde] in kort geding gedagvaard bij de kantonrechter te Tilburg met betrekking tot de door [naam 1] en zijn bezoek veroorzaakte overlast, de veroorzaakte schade aan het gehuurde en de ontstane huurachterstand. WonenBreburg vorderde – kort gezegd – ontruiming van het gehuurde en betaling van de huurachterstand, rente en kosten;
- na het uitbrengen van de dagvaarding blijft WonenBreburg klachten van omwonenden ontvangen over het gedrag van [naam 1] , zijn dochter en zijn bezoek;
- bij vonnis van 7 september 2023 heeft de toen behandelend kantonrechter de vorderingen van WonenBreburg afgewezen. Onder andere is overwogen:
“(…) De kantonrechter is van oordeel dat in deze procedure voldoende vaststaat dat [naam 1] , althans zijn dochter/zijn bezoek, vanaf januari 2023 overlast (heeft) veroorzaakt aan omwonenden. Die overlast bestaat met name uit geluidsoverlast door ruzie en geschreeuw en het veroorzaken van of in grote mate bijdragen aan een dreigende sfeer. Dit alles is onacceptabel en erg storend voor de omwonenden. Bovendien leidt het tot gevoelens van onveiligheid bij hen. Dit is een zeer onwenselijke en ernstige situatie. (…) Toch is de kantonrechter er niet van overtuigd dat de bodemrechter met een grote mate van waarschijnlijkheid de huurovereenkomst bij de huidige stand van zaken zou ontbinden. Daarvoor zijn de volgende omstandigheden van belang. De huidige overlast dateert vanaf januari 2023. Dat moment valt kennelijk samen met het verlaten van de woning door de ex-echtgenote van [naam 1] , die voor hem zorgde. Aannemelijk is dat de situatie van [naam 1] als gevolg daarvan is verslechterd. Met WonenBreburg (punten 10 en 11 van de dagvaarding) is de kantonrechter het eens dat [naam 1] hulp nodig heeft en daartoe zorg en begeleiding moet accepteren. Die hulp, zo stelt de kantonrechter vast, is pas relatief kort geleden op gang gekomen en de kantonrechter is vooralsnog van oordeel dat [naam 1] een laatste kans moet worden gegeven om te laten zien dat hij met inschakeling van de (zo nodig nog uit te breiden) hulpverlening wel zonder verder overlast veroorzakend gedrag in de woning kan blijven wonen. Daarom wordt een ontruiming van de woning op dit moment prematuur geacht. De kantonrechter benadrukt echter dat het voor [naam 1] van het allergrootste belang is om verdere overlastincidenten te voorkomen. Hij dient zich daarbij goed te realiseren dat hij ook verantwoordelijk is voor het gedrag van zijn bezoek. Zo nodig dient hij dat bezoek (waaronder zijn dochter en zijn moeder) te blijven weren om nieuwe overlast te voorkomen. Want één enkel nieuw overlastincident kan al maken dat hij bij een eventuele tweede vordering tot ontruiming zijn woning wel kwijt zal raken. [naam 1] dient zich daar heel goed bewust van te zijn. (…)”;
- na het voornoemde vonnis blijft WonenBreburg klachten ontvangen van omwonenden over het gedrag van [naam 1] , zijn dochter en zijn bezoek;
- op 19 september 2023 bericht een omwonende aan [naam 2] en [naam 3] dat er een (aan harddrugs verslaafde) vrouw in het gehuurde is komen inwonen, die bij omwonenden om geld bedelt;
- bij brief van 3 oktober 2023 heeft WonenBreburg [gedaagde] en [naam 1] (nogmaals) in de gelegenheid gesteld de huurovereenkomst vrijwillig op te zeggen;
- [gedaagde] en [naam 1] zijn hiertoe niet overgegaan;
- op 16 november 2023 hebben toezichthouders van de afdeling Veiligheid & Wijken, team Toezicht & Handhaving geconstateerd dat vanuit het gehuurde prostitutieactiviteiten worden verricht. Toen de constatering werd gedaan was [naam 1] , volgens de toezichthouders, verbaal agressief tegen hen en greep hij naar een (groot) mes;
- op 25 november 2023 is voor een tweede maal door toezichthouders van de gemeente Tilburg geconstateerd dat vanuit het gehuurde prostitutieactiviteiten worden verricht.
Standpunten van partijen: