Uitspraak
11 januari 2023;
.[minderjarige 2] heeft in dat kader een brief aan de rechtbank geschreven. [minderjarige 1] heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
2.De feiten
ouderlijk gezag over de minderjarige [minderjarige 2] en [minderjarige 1] ;
minderjarigen.
huidige regeling, gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar in de
schoolvakanties 2021 en dat de man met ingang van 9 maart 2021 aan de vrouw een
bedrag van € 95,= per maand per kind ten behoeve van kinderalimentatie moet
voldoen.
3.Het verzoek
- bepaling dat [minderjarige 1] zijn hoofdverblijf zal hebben bij hem;
- bepaling dat [minderjarige 2] haar hoofdverblijf zal hebben bij de vrouw;
- vaststelling van een regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, waarbij de kinderen in de even weken gedurende een volledige week bij de man verblijven en vervolgens een volledige week bij de vrouw, met als wisselmoment vrijdag om 17:00 uur en een verdeling van de vakanties, feestdagen en bijzondere dagen conform het voorstel van de man;
- voorwaardelijk, indien het hoofdverblijf van [minderjarige 1] bij hem wordt bepaald, een door de vrouw te betalen onderhoudsbijdrage ten behoeve van [minderjarige 1] van € 63,= per maand.
- bepaling dat [minderjarige 2] en [minderjarige 1] hun hoofdverblijf zullen hebben bij haar;
- vaststelling van een regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken
- vaststelling van een door de man te betalen onderhoudsbijdrage ten behoeve van [minderjarige 2]
- bepaling dat beide partijen de helft bijdragen in het bedrag van € 720,= ten behoeve
4.De beoordeling
€ 8,= per maand en een belaste bijdrage in de ziektekosten van € 20,= per maand. Partijen verschillen echter van mening over de hoogte van de eindejaarsuitkering.
€ 8.920,46 per jaar, wat gelijk is aan het bedrag dat hij tot op heden heeft ontvangen.
5.De beslissing
€ 125,= (honderdvijfentwintig euro) per maand, bij vooruitbetaling door de man aan de vrouw te voldoen;
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.