Uitspraak
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 augustus 2023 met de daarin genoemde stukken,
- de mondelinge behandeling van 29 september 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“in navolging van ons plezierig gesprek van vandaag treft u hierbij het plaatsingsformulier aan”. Het is de kantonrechter niet duidelijk geworden wanneer deze opdrachtbevestiging naar Stichting WIJ is verstuurd. Bakker Media Groep heeft er namelijk voor gekozen om slechts een deel van de correspondentie in het geding te brengen. Bovendien heeft Stichting WIJ ter zitting betwist dat zij deze opdrachtbevestiging heeft ontvangen en dat een telefoongesprek heeft plaatsgevonden waarin een dergelijk aanbod is gedaan. De kantonrechter kan daarom niet vaststellen dat dit aanbod en vervolgens de aanvaarding daarvan heeft plaatsgevonden.
“is alles naar wens beantwoord dan deze mail voor akkoord”. De kantonrechter is van oordeel dat dit bericht als een aanbod kan worden aangemerkt. Anders dan Bakker Media Groep stelt, is er van een aanvaarding van dat aanbod door Stichting WIJ geen sprake. Voor de aanvaarding is immers de aanwezigheid van een op een rechtsgevolg - in dit geval het sluiten van de overeenkomst met Bakker Media Groep - gerichte wil vereist (artikel 3:33 BW). Stichting WIJ heeft naar het oordeel van de kantonrechter gemotiveerd onderbouwd dat deze wil ontbrak. Hiertoe overweegt de kantonrechter als volgt.
“deze is akkoord”, maar dat zij hierbij ook verschillende vragen heeft gesteld over de inhoud van de opdracht en heeft gerefereerd aan haar contact met [voornaam 3] . Op deze vragen en opmerkingen heeft Bakker Media Groep vervolgens niet meer inhoudelijk gereageerd. Er is door Bakker Media Groep slechts een nieuwe poster opgestuurd en gevraagd om het stukje tekst waarnaar Stichting WIJ zelf refereerde toe te sturen. De kantonrechter neemt ook in overweging dat niet is weersproken dat Stichting WIJ in diezelfde periode contact had met [bedrijf] en dat de contactpersoon daarvan [voornaam 3] heet. Niet gesteld of gebleken is dat Bakker Media Groep een medewerker heeft die zo heet. De kantonrechter overweegt dat deze omstandigheden de stelling van Stichting WIJ onderbouwen dat zij steeds in de veronderstelling was dat zij contact had met [bedrijf] .