ECLI:NL:RBZWB:2023:9287

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 november 2023
Publicatiedatum
3 januari 2024
Zaaknummer
10620774 \ CV EXPL 23-2374
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Karsten-Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en onverschuldigde betaling in het kader van een vermeende overeenkomst tussen Bakker Media Groep en Stichting WIJ

In deze zaak, die voor de Rechtbank Zeeland-West-Brabant is behandeld, staat de vraag centraal of er tussen Bakker Media Groep B.V. en Stichting WIJ een overeenkomst tot stand is gekomen. Bakker Media Groep stelt dat er een overeenkomst is gesloten voor het plaatsen van advertenties en vordert betaling van openstaande facturen. Stichting WIJ betwist echter het bestaan van een overeenkomst en stelt dat zij onverschuldigd heeft betaald voor diensten die zij dacht te hebben afgenomen van een andere partij, [bedrijf]. De kantonrechter heeft de procedure op 1 november 2023 behandeld en geconcludeerd dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen, omdat er geen sprake was van aanbod en aanvaarding. De kantonrechter heeft de vorderingen van Bakker Media Groep in conventie afgewezen en heeft in reconventie de vordering van Stichting WIJ tot terugbetaling van het onverschuldigd betaalde bedrag van € 1.554,85 toegewezen. Tevens is de wettelijke rente toegewezen vanaf 24 juli 2023. Bakker Media Groep is in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10620774 \ CV EXPL 23-2374
Vonnis van 1 november 2023
in de zaak van
BAKKER MEDIA GROEP B.V. M.H.O.D.N. COOLDOWNKIDS EN BEDRIJFSSPEURDERS.NL,
te Zwolle,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Bakker Media Groep,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen
STICHTING WIJ, NAAR BUITEN TOE TREDEND ONDER DE NAAM
ZORG VOOR ELKAAR BREDA,
te Breda,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Stichting WIJ,
gemachtigde: mr. P. Verkooijen.

1.De procedure

Waar gaat het over?
1.1.
Deze procedure gaat over de vraag of er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen. Volgens Bakker Media Groep is hier sprake van en hebben partijen afgesproken dat Bakker Media Groep advertenties zou plaatsen. Voor deze werkzaamheden heeft zij facturen gestuurd, maar omdat Stichting WIJ deze niet allemaal heeft betaald is zij deze procedure gestart. Stichting WIJ is van mening dat er geen overeenkomst is gesloten en dat zij daarom niet moet betalen. Zij heeft wel al een bedrag onverschuldigd aan Bakker Media Groep betaald en dat vordert zij terug in deze procedure.
1.2.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 2 augustus 2023 met de daarin genoemde stukken,
  • de mondelinge behandeling van 29 september 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 26 september 2022 om 12:02, heeft Bakker Media Groep een e-mailbericht verzonden aan Stichting WIJ met daarin:
“Geachte mevrouw [naam 1] , Beste [voornaam 1] , Onderstaand en in de bijalge uw vermelding voor publicatie. Is alles naar wens beantwoord dan deze mail voor akkoord o.v.v. [referentienummer] . Met vriendelijke groet, [naam 2] ”.
2.2.
Op 26 september 2022 om 12:13 heeft Stichting WIJ een e-mailbericht verzonden aan Bakker Media Groep met daarin:
“Dag [voornaam 2] , het is niet de juiste poster! Dat wil zeggen, de poster klopt wel, maar de tekst in het rondje is niet van mij. In de proefdruk klopt het nog wel. Denk dat er zaken door elkaar gegaan zijn? Ik had ook nog een ander postertje aangeleverd. Dus 2x een plaatsing van dezelfde grootte (op een andere pagina). Heb jij die andere ook? Dat is dus een andere afbeelding! Ik heb dan ook 2 facturen ontvangen. En dan mocht ik nog een stukje tekst aanleveren. Heb je dat ook?”.
2.3.
Op 26 september 2022 om 12:43 heeft Bakker Media Groep een e-mailbericht verzonden aan Stichting WIJ met daarin onder meer:
“Onderstaand de juiste vermelding voor publicatie. De tekst kan ik voor je toevoegen stuur deze maar mee. Is alles naar wens beantwoord dan deze mail voor akkoord o.v.v. [referentienummer] .”.
2.4.
Op 26 september 2022 om 15:13 heeft Stichting WIJ een e-mailbericht verzonden aan Bakker Media Groep met daarin:
“Dag [voornaam 2] , deze is akkoord hoor! De tekst die ik aangeleverd heb is: (…) Graag zie ik nog even de totale opmaak? Ook de andere poster voeg ik toe. Die heb ik destijds aan [voornaam 3] aangeleverd.”.
2.5.
Op 26 september 2022 om 15:50 heeft Bakker Media Groep een e-mailbericht verzonden aan Stichting WIJ met daarin onder meer:
“Hierbij uw presentatie!”.
2.6.
Op 26 september 2022 om 15:59, heeft Stichting WIJ een e-mailbericht verzonden aan Bakker Media Groep met daarin:
“Dankje, deze is akkoord!”.
2.7.
Bakker Media Groep heeft een factuur gestuurd met factuurdatum 18 oktober 2022, [factuurnummer 1] voor een bedrag van € 1.554,85.
2.8.
[bedrijf] heeft aan Stichting WIJ op 19 oktober 2022 een opdrachtbevestiging gestuurd voor een bedrag van € 1.875,50.
2.9.
Op 31 oktober 2022 om 15:08 heeft Stichting WIJ een e-mailbericht gestuurd aan Bakker Media Groep met daarin:
“Dag, ons komt deze factuur niet bekend voor. Wellicht is het abuis gestuurd?”.
2.10.
Op 31 oktober 2022 om 16:06 heeft Bakker Media Groep een e-mailbericht gestuurd aan Stichting WIJ met daarin:
“Bijgaand, conform uw reactie, de betreffende orderverstrekking (van uw eigen hand). We nemen aan dat alles hiermee weer kristalhelder is.”.
2.11.
Op 31 oktober 2022, 16:18 heeft Stichting WIJ een e-mailbericht gestuurd aan Bakker Media Groep met daarin:
“Dank u, deze opdracht komt inderdaad van mij. Ik zal voor de betaling zorgen.”
2.12.
Bakker Media Groep heeft een factuur gestuurd met factuurdatum 1 december 2022, [factuurnummer 2] voor een bedrag van € 1.554,85.
2.13.
[bedrijf] heeft een factuur gestuurd met factuurdatum 6 december 2022, voor een bedrag van € 1.875,50.
2.14.
Op 7 december 2022 om 10:39 heeft Stichting WIJ een e-mailbericht gestuurd aan Bakker Media Groep met daarin:
“Dag, ik heb een factuur van u ontvangen met het [kenmerk] . Maar zonder beschrijving. Kunt u mij laten weten waar dit over gaat?”
2.15.
Op 13 december 2022 om 14:17 heeft Bakker Media Groep aan Stichting WIJ een e-mailbericht verzonden met in de onderwerpregel “herinnering onbetaalde factuur”.
2.16.
Op 13 december 2022 om 14:53 heeft Stichting WIJ een e-mailbericht gestuurd aan Bakker Media Groep met daarin:
“Graag met kopij voorbeeld?”
2.17.
Op 13 december 2022 om 15:23 heeft Bakker Media Groep aan Stichting WIJ een e-mailbericht verzonden met daarin:
“Klik op onderstaande link(s) en u treft uw presentatie aan: (…)”
2.18.
Op 14 december 2022 om 13:57 heeft Stichting WIJ een e-mailbericht gestuurd aan Bakker Media Groep met daarin:
“Dag [voornaam 4] , in de link zie ik een oude advertentie en ook een tekst dat niet meer gebruikt wordt? Kunt u aangeven in welk blad, welke krant of ander media u dit heeft geplaatst? Is daar wellicht een link van?”.
2.19.
Op 19 december 2022 om 14:04 heeft Bakker Media Groep een e-mailbericht gestuurd aan Stichting WIJ met daarin:
“Deze tekst is, conform de orderbevestiging van afgelopen 26 september 2022. Als zodanig staat u vermeld op [website] . Op onderstaande link(s) en u treft uw presentatie aan: (…)”
2.20.
Op 20 december 2022 om 15:54 heeft Stichting WIJ een e-mailbericht gestuurd aan Bakker Media Groep met daarin:
“Dag [voornaam 4] , heel erg eigenaardig, maar de link werkt niet? Waar zou deze advertentie in gestaan hebben? Of kun je dat niet laten zien? In ieder geval zijn we bezig met een fraude melding. En men waarschuwde ervoor dat jullie zullen gaan dreigen met een deurwaarder. Dus dat wachten we nu maar rustig af.”.
2.21.
Op 21 december 2022 om 15:43 heeft Bakker Media Groep een e-mailbericht gestuurd aan Stichting WIJ met daarin:
“Deze tekst is, conform de orderbevestiging van afgelopen 26 september 2022. Als zodanig staat u vermeld op [website] . (…) Hoe eigenaardig het allemaal ook moge zijn…. In de bijlage een tweetal print-screens. Merkwaardig is eveneens dat u in een eerder bericht aangeeft: Dag [voornaam 4] , in de link zie ik een oude advertentie en ook een tekst dat niet meer gebruikt wordt? Kunt u aangeven in welk blad, welke krant of ander media u dit heeft geplaatst? Is daar wellicht een link van? Geef bij uw eventuele melding eveneens aan dat u zelf de order verstrekt heeft, dat scheelt een hoop werk!”.
2.22.
Stichting WIJ heeft een bedrag van € 1.554,85 betaald aan Bakker Media Groep.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Bakker Media Groep vordert - samengevat - veroordeling van Stichting WIJ tot betaling van € 5.381,04, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Bakker Media Groep legt aan haar vordering ten grondslag dat Stichting WIJ is tekortgeschoten in de nakoming van de betalingsverplichting die voortvloeit uit de overeenkomst van opdracht. Zij stelt dat Stichting WIJ op grond van die overeenkomst moet betalen voor de diensten die zij heeft verricht. Ondanks herinneringen heeft Stichting WIJ de facturen onbetaald gelaten. Bakker Media Groep vordert daarvan nu betaling, vermeerderd met rente en kosten.
3.3.
Stichting WIJ voert verweer en voert aan dat tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen. Voor zover er wel een overeenkomst tot stand is gekomen, dan moet deze worden vernietigd op grond van bedrog, misbruik van omstandigheden of dwaling. Stichting WIJ voert hierbij aan dat zij contact heeft gehad met Bakker Media Groep, maar dat zij daarbij steeds in de veronderstelling was dat zij contact had met [bedrijf] . [bedrijf] is een partij waarmee zij vrijwel jaarlijks, waaronder ook in augustus 2022, een overeenkomst van opdracht sluit voor het plaatsen van een advertentie in het Bredase blad “Welzijn”. In de periode dat zij communiceerde met [bedrijf] over de plaatsing van een advertentie ontving zij e-mailberichten en facturen van Bakker Media Groep. Bakker Media Groep heeft verwarring gecreëerd en van deze verwarring misbruik gemaakt. Stichting WIJ voert aan dat zij vragen heeft gesteld en bijvoorbeeld heeft gesproken over eerdere proefdrukken (die zij aan [bedrijf] heeft gestuurd) en gerefereerd heeft aan gesprekken met [voornaam 3] (die bij [bedrijf] werkt), maar dat Bakker Media Groep Stichting WIJ vervolgens in de waan heeft gelaten dat zij de opdracht verstrekte aan [bedrijf] .
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Stichting WIJ vordert - samengevat - veroordeling van Bakker Media Groep tot betaling van € 1.554,85, vermeerderd met rente en kosten.
3.6.
Stichting WIJ legt aan haar vordering ten grondslag dat zij onverschuldigd aan Bakker Media Groep heeft betaald. Zij was in de veronderstelling dat zij aan een andere partij betaalde.
3.7.
Bakker Media Groep voert verweer en voert aan dat Stichting WIJ wel gehouden was tot betaling, omdat dit voortvloeit uit de overeenkomst van opdracht.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zullen beide geschillen gezamenlijk worden behandeld.
Is er een overeenkomst tot stand gekomen?
4.2.
De vraag in deze procedure is of tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen. Op grond van artikel 6:217 van het Burgerlijk Wetboek (BW) komt een overeenkomst tot stand door aanbod en aanvaarding.
4.3.
Voor het gedane aanbod verwijst Bakker Media Groep naar een opdrachtbevestiging die zij in de procedure heeft gebracht, waarin staat
“in navolging van ons plezierig gesprek van vandaag treft u hierbij het plaatsingsformulier aan”. Het is de kantonrechter niet duidelijk geworden wanneer deze opdrachtbevestiging naar Stichting WIJ is verstuurd. Bakker Media Groep heeft er namelijk voor gekozen om slechts een deel van de correspondentie in het geding te brengen. Bovendien heeft Stichting WIJ ter zitting betwist dat zij deze opdrachtbevestiging heeft ontvangen en dat een telefoongesprek heeft plaatsgevonden waarin een dergelijk aanbod is gedaan. De kantonrechter kan daarom niet vaststellen dat dit aanbod en vervolgens de aanvaarding daarvan heeft plaatsgevonden.
4.4.
Het is de kantonrechter verder gebleken dat het eerste contact tussen partijen een
e-mailbericht is van Bakker Media Groep op 26 september 2022. Hierin wordt aan Stichting WIJ een advertentie gestuurd met daarbij de vraag
“is alles naar wens beantwoord dan deze mail voor akkoord”. De kantonrechter is van oordeel dat dit bericht als een aanbod kan worden aangemerkt. Anders dan Bakker Media Groep stelt, is er van een aanvaarding van dat aanbod door Stichting WIJ geen sprake. Voor de aanvaarding is immers de aanwezigheid van een op een rechtsgevolg - in dit geval het sluiten van de overeenkomst met Bakker Media Groep - gerichte wil vereist (artikel 3:33 BW). Stichting WIJ heeft naar het oordeel van de kantonrechter gemotiveerd onderbouwd dat deze wil ontbrak. Hiertoe overweegt de kantonrechter als volgt.
4.5.
Stichting WIJ heeft weliswaar in haar e-mailberichten van 26 september 2022 om 15:13 en 15:59 als antwoord gestuurd
“deze is akkoord”, maar dat zij hierbij ook verschillende vragen heeft gesteld over de inhoud van de opdracht en heeft gerefereerd aan haar contact met [voornaam 3] . Op deze vragen en opmerkingen heeft Bakker Media Groep vervolgens niet meer inhoudelijk gereageerd. Er is door Bakker Media Groep slechts een nieuwe poster opgestuurd en gevraagd om het stukje tekst waarnaar Stichting WIJ zelf refereerde toe te sturen. De kantonrechter neemt ook in overweging dat niet is weersproken dat Stichting WIJ in diezelfde periode contact had met [bedrijf] en dat de contactpersoon daarvan [voornaam 3] heet. Niet gesteld of gebleken is dat Bakker Media Groep een medewerker heeft die zo heet. De kantonrechter overweegt dat deze omstandigheden de stelling van Stichting WIJ onderbouwen dat zij steeds in de veronderstelling was dat zij contact had met [bedrijf] .
4.6.
Bakker Media Groep heeft hierop ter zitting aangegeven dat er geen onduidelijk kon bestaan over de vraag met welke partij Stichting WIJ te maken had, omdat op de facturen het logo van Bakker Media Groep staat en dat de naam en het rekeningnummer van Bakker Media Groep ook moet worden ingevoerd bij het betalen van de factuur via internetbankieren. Stichting WIJ heeft ter zitting hierover toegelicht hoe de stichting werkt en dat degene die e-mailcontact heeft gehad met Bakker Media Groep, niet diegene is die de financiële administratie doet en de betaling daadwerkelijk uitvoert. Daarnaast heeft zij toegelicht dat ze dacht dat er wellicht een samenwerking was met Bakker Media Groep en [bedrijf] , omdat niet alleen de berichten maar ook facturen telkens zo op elkaar aansloten.
4.7.
De kantonrechter volgt Stichting WIJ in dat standpunt. Stichting WIJ heeft namelijk op 18 oktober 2022 een eerste factuur van Bakker Media Groep ontvangen en een dag later op 19 oktober 2022 een opdrachtbevestiging van [bedrijf] , waarbij de bedragen daarvan enigszins overeen komen. Ook volgt kort na de tweede factuur van Bakker Media Groep van 1 december 2022 op 6 december 2022 een eerste factuur van [bedrijf] . De kantonrechter acht daarbij van belang dat Stichting WIJ na het ontvangen van de verschillende facturen, hierover contact heeft gezocht met zowel Bakker Media Groep als [bedrijf] .
4.8.
Bakker Media Groep heeft ter zitting nog aangevoerd dat Stichting WIJ in oktober 2022 nogmaals heeft aangegeven dat zij zelf opdracht hiervoor heeft gegeven, maar de kantonrechter overweegt dat dit een reactie was op het zien van haar eerdere e-mailbericht(en) van 26 september 2022 waarin zij heeft aangegeven akkoord te zijn. De kantonrechter is van oordeel dat deze wil gericht was op de aanvaarding van de opdracht afkomstig van [bedrijf] , maar niet op de opdracht van Bakker Media Groep. Concluderend oordeelt de kantonrechter dat gelet op deze gehele samenloop van omstandigheden het aannemelijk is dat Stichting WIJ steeds in de veronderstelling was dat zij te maken had met [bedrijf] .
4.9.
Gelet op het bovenstaande moet worden geoordeeld dat er geen overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen, omdat er geen sprake is van een aanbod en aanvaarding daarvan. Dit leidt ertoe dat de vorderingen van Bakker Media Groep in conventie zullen worden afgewezen. Hetzelfde geldt voor de nevenvorderingen die betrekking hebben op de rente en buitengerechtelijke incassokosten.
Heeft Stichting WIJ € 1.554,85 onverschuldigd betaald?
4.10.
Nu hiervoor geoordeeld is dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen, oordeelt de kantonrechter dat Stichting WIJ het bedrag van € 1.554,85 onverschuldigd heeft betaald aan Bakker Media Groep. De vordering tot terugbetaling van dat bedrag kan daarom worden toegewezen.
4.11.
Over het bedrag dat Stichting WIJ onverschuldigd heeft betaald vordert zij ook wettelijke handelsrente, maar omdat er geen sprake is van een handelsovereenkomst tussen partijen kan deze niet worden toegewezen. Wel kan de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW verschuldigd zijn. Dat is een schadevergoeding die verschuldigd is wegens vertraging in de voldoening van een geldsom, over de periode dat de schuldenaar met de voldoening van die geldsom in verzuim is.
4.12.
Het is de kantonrechter niet gebleken dat er een aanmaning door Stichting WIJ is gestuurd waarin aan Bakker Media Groep een redelijke termijn wordt gesteld om het bedrag terug te betalen. De kantonrechter overweegt dat tussen partijen niet in geschil is dat uit de houding van Bakker Media Groep volgt dat een aanmaning nutteloos zou zijn, omdat zij het standpunt inneemt dat zij het bedrag niet gaat terugbetalen, omdat zij hiervoor al werkzaamheden heeft verricht. Op grond van artikel 6:82 lid 2 BW kan de ingebrekestelling in dat geval plaatsvinden door een schriftelijke mededeling waaruit blijkt dat de schuldenaar voor het uitblijven van de nakoming aansprakelijk wordt gesteld. De kantonrechter oordeelt dat een dergelijke mededeling aan Bakker Media Groep is gedaan in de conclusie van antwoord van Stichting WIJ in deze procedure. De kantonrechter zal dan ook de wettelijke rente toewijzen vanaf 24 juli 2023.
in conventie:
4.13.
Bakker Media Groep is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Stichting WIJ als volgt vastgesteld:
- salaris gemachtigde
330,00
(1,00 punt × € 330,00)
Totaal
330,00
in reconventie:
4.14.
Bakker Media Groep is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Stichting WIJ als volgt vastgesteld:
- salaris gemachtigde
165,00
(1,00 punt × factor 0,5 × € 330,00)
Totaal
165,00

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van Bakker Media Groep af,
5.2.
veroordeelt Bakker Media Groep in de proceskosten, aan de zijde van Stichting WIJ tot dit vonnis vastgesteld op € 330,00.
in reconventie
5.3.
veroordeelt Bakker Media Groep om aan Stichting WIJ te betalen een bedrag van € 1.554,85, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 24 juli 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt Bakker Media Groep in de proceskosten, aan de zijde van Stichting WIJ tot dit vonnis vastgesteld op € 165,00,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Karsten-Badal en in het openbaar uitgesproken op 1 november 2023.