Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 17 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
“Huur opgezegd ter voorkoming van een gerechtelijke procedure”.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 december 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Woongoed Middelburg en de bewindvoerder van de heer [rechthebbende]. De eisende partij, Woongoed, vorderde ontruiming van een woning die door [rechthebbende] werd bewoond. De huurovereenkomst was opgezegd door de bewindvoerder, die dit deed naar aanleiding van meldingen van overlast en een huiszoeking waarbij drugs zijn aangetroffen. De bewindvoerder had de huurovereenkomst opgezegd met ingang van 29 september 2023, maar [rechthebbende] had de woning niet ontruimd. De kantonrechter oordeelde dat de opzegging van de huurovereenkomst rechtsgeldig was, ook al was [rechthebbende] het daar niet mee eens. De rechter overwoog dat de bewindvoerder gerechtigd was om de huurovereenkomst te beëindigen, gezien de omstandigheden en het belang van [rechthebbende] in het kader van zijn schuldsanering. De rechter heeft de vordering van Woongoed toegewezen en bepaald dat [rechthebbende] de woning uiterlijk op 31 januari 2024 moet verlaten. Tevens is de bewindvoerder veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten.