ECLI:NL:RBZWB:2023:9311
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Jansen
- mr. Hamburger
- mr. Van Term
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ouderlijk gezag van de moeder en toekenning van eenhoofdig gezag aan de vader
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 september 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over de minderjarige [minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen, met als argument dat de moeder niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige] te dragen. De moeder heeft de afgelopen twee jaar geen contact gehad met [minderjarige] en was dakloos, verslaafd en psychisch instabiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder onvoldoende in staat is om het gezag uit te oefenen en dat de ontwikkeling van [minderjarige] ernstig wordt bedreigd. De rechtbank heeft de verzoeken van de Raad toegewezen en het gezag van de moeder beëindigd, waarbij het eenhoofdig gezag aan de vader is toegewezen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat deze onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook in het geval van hoger beroep. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de moeder altijd de moeder van [minderjarige] zal blijven, ook al draagt zij niet langer het gezag.