In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 december 2023 een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] voor de duur van drie maanden. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, die als gecertificeerde instelling (GI) optreedt. De minderjarigen, geboren in 2010 en 2011, stonden onder toezicht van de GI sinds april 2023. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de thuissituatie bij de moeder onveilig is door fysiek en verbaal geweld, voornamelijk door de partner van de moeder, aangeduid als [naam]. Tijdens de mondelinge behandeling hebben de minderjarigen hun onveiligheidsgevoelens geuit, wat de kinderrechter ernstig heeft genomen. De ouders van de minderjarigen hebben geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek van de GI, en de kinderrechter heeft geconcludeerd dat de veiligheid van de kinderen in de huidige situatie niet gewaarborgd kan worden. De kinderrechter heeft de GI opgedragen om de situatie nauwlettend te volgen en de moeder te ondersteunen in haar behandeling. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de machtiging onmiddellijk van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.