ECLI:NL:RBZWB:2023:9337

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 december 2023
Publicatiedatum
8 januari 2024
Zaaknummer
C/02/416512 / FA RK 23/5620
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 11 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1997. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel, voor de duur van zes maanden. Dit verzoek was gebaseerd op de noodzaak van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid van betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis.

Tijdens de mondelinge behandeling op 11 december 2023 heeft betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, aangegeven dat hij het verzoek tot zorgmachtiging afwijst. Hij stelde dat het goed met hem gaat en dat hij niet langer in de accommodatie Stichting Emergis wil verblijven. Betrokkene heeft zijn bezorgdheid geuit over de zorg die hij ontvangt en de diagnoses die aan hem zijn gesteld. De behandelend arts heeft echter aangegeven dat betrokkene lijdt aan ernstige psychische stoornissen, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreept.

De rechtbank heeft, na het horen van de betrokken partijen en het bestuderen van de ingediende stukken, geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank oordeelde dat de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden en dat de zorgmachtiging voor zes maanden verleend kan worden, met ingang van de datum van de beschikking tot en met 11 juni 2024. De rechtbank heeft de overige verzochte vormen van zorg, zoals insluiting en toezicht, afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/416512 / FA RK 23/5620
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 11 december 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. P.M.J.T. Schumans, te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 30 november 2023, ingekomen ter griffie op 30 november 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- het politie informatierapport Wvggz van 29 november 2023;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 28 november 2023;
- het zorgplan van 27 november 2023;
- de medische verklaring van 21 november 2023;
- de zorgkaart van 20 november 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 december 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , klinisch psycholoog.
Tevens was aanwezig een verpleegkundige, [naam 2] , die niet is gehoord.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het insluiten;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- het onderzoeken aan kleding of lichaam;
- het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het verzoek moet worden afgewezen. Betrokkene vertelt dat het best wel goed met hem gaat. Dat komt niet door zijn verblijf in Stichting Emergis; daar wordt hij niet verder geholpen. Emergis heeft bovendien onterecht de labels schizofrenie en psychose op hem geplakt, terwijl zij eigenlijk niet precies weten wat er met hem aan de hand is, omdat zij geen orde kunnen scheppen in zijn dossier. Betrokkene is daarnaast van mening dat er in Stichting Emergis voortdurend dingen worden verzonnen, zoals over de mogelijke aanwezigheid van messen. Hij lijkt daar niets tegen te kunnen doen. Betrokkene wordt verder als gewelddadig en agressief omschreven, terwijl hij laatst enkel gefrustreerd was omdat hem niet de juiste zorg werd verleend. Betrokkene erkent dat hij toen over de grens is gegaan. Hij heeft daar echter niemand mee in gevaar gebracht en is nu met de ondersteuning van het FACT-team en de inzet van medicatie in staat om zich rustig te houden. Zijn woning is inmiddels ook weer op orde en hij is niet meer afhankelijk van middelen. Betrokkene is dan ook klaar om de volgende stap te zetten en wil niet langer in Stichting Emergis verblijven. Hij wil graag terug naar zijn eigen begeleide woonplek bij [locatie] . Daar kan hij zijn medicatie onder begeleiding van de verpleging innemen. Betrokkene benoemt dat hij baat heeft bij de medicatie en het eens is met de inzet daarvan. Hij heeft het afgelopen weekend het medicijn Abilify vrijwillig ingenomen. Betrokkene vindt het wel lastig dat zijn medicatie steeds zonder overleg met hem wordt aangepast. Hij benoemt tot slot dat hij bereid is om wekelijks gesprekken met het FACT-team te voeren.
3.2
De advocaat heeft namens betrokkene afwijzing van het verzoek bepleit. Betrokkene heeft een andere visie op de zorg dan zijn behandelaar en wil graag de regie voeren over zijn behandeling. Het is op dit moment nog wel te vroeg voor het opstellen van een eigen plan van aanpak. Betrokkene wil daarnaast terug naar zijn begeleide woonplek bij [locatie] , waar hij recent al even zonder begeleiding is geweest. Betrokkene erkent dat er de laatste tijd wat is misgegaan in de thuissituatie, maar het is onjuist dat betrokkene messen klaar heeft liggen of iemand zou willen neersteken. Ingeval het verzoek wordt toegewezen, kunnen de zorgvormen het insluiten en het uitoefenen van toezicht daar niet in opgenomen worden, omdat deze de afgelopen tijd niet nodig zijn geweest.
3.3
De behandelaar heeft aangegeven dat betrokkene is belast met psychotische problematiek, een autismespectrumstoornis en een gevoeligheid voor middelenmisbruik. Hij onderschrijft de in de stukken beschreven psychische stoornis van betrokkene en het ernstig nadeel dat daaruit voortvloeit. Betrokkene is recent met een crisismaatregel opgenomen, omdat er in de thuissituatie een gevaarlijke situatie was ontstaan vanwege een verschil van mening over de noodzaak van het medicijn Abilify. Het ging niet goed met betrokkene en zijn woning was een ernstige rommel. Betrokkene wordt inmiddels al langere tijd behandeld in Stichting Emergis en dat verloopt met ups en downs. Er is tot op heden nog geen overeenstemming over de medicatie en de zorg bereikt. De arts legt uit dat er inmiddels een ZAG-gesprek heeft plaatsgevonden en contact is gelegd met het FACT-team en een dagbesteding. Er wordt toegewerkt naar het ontslag van betrokkene, maar het is voor nu nog nodig om in Stichting Emergis te verblijven. Daarom is een zorgmachtiging nodig voor het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie, evenals het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten voor het onderhouden van contact met het FACT-team. In verband met het middelengebruik van betrokkene zijn ook de zorgvormen het onderzoeken aan kleding of lichaam, het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen aan de orde. De zorgvormen het insluiten en het uitoefenen van toezicht zijn niet voorzienbaar, aangezien deze ten tijde van de huidige opname niet zijn toegepast.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg van 13 november 2023 is ten aanzien van betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 4 december 2023. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft hij momenteel in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats].
4.2
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Anders dan betrokkene ziet de rechtbank, gelet op de bevindingen in het dossier en hetgeen door de arts tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, geen aanleiding tot het in twijfel trekken van de gestelde diagnoses. Daarbij overweegt de rechtbank dat blijkens de medische voorgeschiedenis de aanwezigheid van een psychische stoornis in de zin van de Wvggz, bij betrokkene reeds eerder door een onafhankelijk psychiater is vastgesteld.
4.3
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Daarbij overweegt de rechtbank dat betrokkene ten tijde van een paranoïde opstoot argwanend, achterdochtig en onvoorspelbaar gedrag vertoont, waarbij er in toenemende mate sprake is van ernstig decorumverlies, vernielingen en verbale en fysieke agressie richting zijn omgeving. Het is op die momenten niet mogelijk om met betrokkene te communiceren.
4.4
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.5
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene beschikt niet over ziektebesef en is erg wisselend in zijn bereidheid ten aanzien van de noodzakelijk geachte zorg. Hij wil niet langer in Stichting Emergis opgenomen blijven en gaat voortdurend in discussie over de medicatie. Gelet daarop oordeelt de rechtbank dat de tijdens de mondelinge behandeling door betrokkene geuite bereidheid ten aanzien van de medicatie en het contact met het FACT-team onvoldoende bestendig zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.6
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De overige verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het insluiten en het uitoefenen van toezicht, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de arts tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, met ingang van heden en tot en met 11 juni 2024.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
11 juni 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2023 in tegenwoordigheid van mr. R. de Haas als griffier, en op 22 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.