Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats] ;
11 juni 2024;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 11 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1997. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel, voor de duur van zes maanden. Dit verzoek was gebaseerd op de noodzaak van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid van betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis.
Tijdens de mondelinge behandeling op 11 december 2023 heeft betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, aangegeven dat hij het verzoek tot zorgmachtiging afwijst. Hij stelde dat het goed met hem gaat en dat hij niet langer in de accommodatie Stichting Emergis wil verblijven. Betrokkene heeft zijn bezorgdheid geuit over de zorg die hij ontvangt en de diagnoses die aan hem zijn gesteld. De behandelend arts heeft echter aangegeven dat betrokkene lijdt aan ernstige psychische stoornissen, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreept.
De rechtbank heeft, na het horen van de betrokken partijen en het bestuderen van de ingediende stukken, geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank oordeelde dat de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden en dat de zorgmachtiging voor zes maanden verleend kan worden, met ingang van de datum van de beschikking tot en met 11 juni 2024. De rechtbank heeft de overige verzochte vormen van zorg, zoals insluiting en toezicht, afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht.