ECLI:NL:RBZWB:2023:9338

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 december 2023
Publicatiedatum
8 januari 2024
Zaaknummer
C/02/416333 / FA RK 23/5525
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 11 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1999, die momenteel verblijft in de accommodatie Stichting Emergis. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, aansluitend op een eerder verleende crisismaatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder een autismespectrumstoornis en een depressieve stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder suïcidale gedachten en maatschappelijke teloorgang. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 december 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn ouders en een arts. De betrokkene heeft aangegeven dat hij geen verbetering ervaart in zijn situatie en dat hij liever zelfstandig zou willen leven, ondanks de risico's die dat met zich meebrengt. De advocaat van de betrokkene heeft gepleit voor afwijzing van het verzoek, maar de rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van de uitspraak, en heeft de maatregelen voor verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits en schriftelijk uitgewerkt op 22 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/416333 / FA RK 23/5525
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 11 december 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S.J. Nijssen, te Goes.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 24 november 2023, ingekomen ter griffie op 27 november 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 21 november 2023;
- het maatschappelijke plan van 21 november 2023;
- het zorgplan van 14 november 2023;
- de medische verklaring van 13 november 2023;
- de zorgkaart van 13 november 2023;
- het politie informatierapport Wvggz van 10 oktober 2023;
- een afschrift van de beschikking van 7 maart 2023 waarbij mentorschap is ingesteld en waarbij een mentor is benoemd;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 december 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam 1] , arts;
- de heer [naam 2] , vader en tevens mentor van betrokkene;
- mevrouw [naam 3] , moeder van betrokkene.
Daarnaast was aanwezig een verpleegkundige, [naam 4] , die niet is gehoord.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling aangegeven dat er nog geen verbetering in zijn situatie is opgetreden sinds hij in Stichting Emergis verblijft. Hij ervaart nog steeds uitzichtloosheid, heeft geen zin in het leven en heeft suïcidale gedachten. Betrokkene vindt zijn verblijf in Stichting Emergis dan ook niet helpend. Hij wil liever zijn eigen gang gaan. Desgevraagd benoemt hij dat er dan een kans bestaat dat hij zichzelf wat aandoet. Betrokkene benoemt ook dat hij op dit moment geen plan heeft om zijn leven buiten Stichting Emergis weer op te pakken.
3.2
De advocaat heeft namens betrokkene afwijzing van het verzoek bepleit. De verplichte zorg is niet effectief, daar betrokkene in Stichting Emergis niet verder komt. Betrokkene zit daar niet op zijn plek en zijn situatie verbetert niet. Betrokkene wil daarom niet langer opgenomen blijven. Een voortzetting van het verblijf van betrokkene in Stichting Emergis is gelet op de huidige omstandigheden wellicht wel noodzakelijk. Er is sprake van een psychische stoornis, waar blijkens de medische verklaring en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling ernstig nadeel uit voortvloeit. Dit is met name gelegen in maatschappelijke teloorgang. Betrokkene heeft geen woonruimte meer, nu zijn studentenkamer niet meer beschikbaar is. Er wordt nog gezocht naar een plekje in een begeleide woonomgeving (hierna: BW). Mocht de rechtbank van oordeel zijn dat het verzoek moet worden toegewezen, kunnen daarin de zorgvormen het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, het beperken van de bewegingsvrijheid, het opnemen in een accommodatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten te worden opgenomen, voor de duur van zes maanden. De advocaat refereert zich in dat geval aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
De arts heeft aangegeven dat betrokkene is belast met een autismespectrum- en een depressieve stoornis, waar ernstig nadeel uit voortvloeit. Betrokkene heeft al lange tijd veel last van depressieve klachten en suïcidale gedachten. Dat is sinds betrokkene in Stichting Emergis verblijft nog nauwelijks veranderd. De suïcidale gedachten zijn mogelijk juist toegenomen daar betrokkene weinig afleiding en perspectief heeft op de afdeling.
De arts legt uit dat betrokkene erg pessimistisch over de zorg is en niet in staat is om een keuze te maken wanneer er met hem over de zorg wordt gesproken. Dat bemoeilijkt de behandeling. De arts benoemt voorts dat er zonder verplicht zorgkader sprake zal zijn van maatschappelijke teloorgang, ernstige vervuiling en verwaarlozing van betrokkene. Daarom is een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden nodig, met daarin opgenomen de zorgvormen het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, het beperken van de bewegingsvrijheid, het opnemen in een accommodatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten. De zorgvorm het controleren op de aanwezigheid van middelen is niet aan de orde nu deze de afgelopen tijd niet (verplicht) is ingezet. Met de inzet van deze verplichte zorg kan betrokkene de komende tijd met de ondersteuning van het FACT-team en een maatschappelijk juridisch dienstverlener toewerken naar een BW, waar hij wordt begeleid om zijn leven weer op te pakken en hopelijk minder uitzichtloosheid zal ervaren. Desgevraagd licht de arts toe dat de zorgmachtiging op dit moment doelmatig is, omdat de veiligheid van betrokkene thans in Stichting Emergis wordt gewaarborgd en er zorg voor hem wordt ingezet; de zorgmachtiging is nodig om betrokkene te motiveren voor de te nemen vervolgstappen, inclusief de verhuizing naar een BW. De arts gaat ervan uit dat de situatie van betrokkene met hulp in de ambulante setting (wel) zal verbeteren. Tot slot benoemt de arts dat de behandeling van betrokkene zoveel mogelijk in overleg en op basis van vrijwilligheid zal plaatsvinden. Op dit moment is daar echter geen sprake van.
3.4
De vader (tevens mentor) en moeder van betrokkene vinden het noodzakelijk dat er een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene wordt verleend. Het is van het grootste belang dat betrokkene veilig is. Nu de veiligheid van betrokkene in Stichting Emergis wordt gewaarborgd en er een behandeling wordt ingezet, kan er de komende tijd hopelijk een verbetering in de situatie van betrokkene optreden. De moeder benoemt dat betrokkene erg gebaat is bij structuur en duidelijkheid vanwege zijn autismespectrumstoornis. Volgens de moeder is de problematiek van betrokkene met name in zijn autisme gelegen en is er, doordat betrokkene niet over de juiste tools beschikt om daarmee om te gaan, een depressie ontstaan. De vader merkt nog op dat er inmiddels een plekje in een BW is gevonden voor betrokkene. De WMO-aanvraag moet nu eerst nog worden afgewacht en dat duurt ongeveer zes weken. De ouders benoemen tot slot dat betrokkene zorgmijdend is.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg van 6 november 2023 is ten aanzien van betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 27 november 2023. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft hij momenteel in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats] .
4.2
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen) en depressieve-stemmingsstoornissen. Betrokkene is in het verleden gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis en is op dit moment tevens belast met een depressief toestandsbeeld.
4.3
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank overweegt dat betrokkene onder invloed van bovengenoemde psychische stoornis last heeft van suïcidale gedachten. Betrokkene ervaart uitzichtloosheid en heeft eerder gepoogd om zichzelf van het leven te beroven. De kans op een herhaling hiervan is nog steeds aanwezig, zoals ook blijkt uit hetgeen betrokkene tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven. Daarnaast is er sprake van maatschappelijke teloorgang. Betrokkene slaagt er niet in om structuur aan te brengen in zijn leven, is gestopt met zijn studie en werk en heeft op dit moment geen geschikte woonruimte. De rechtbank begrijpt voorts dat betrokkene onberekenbaar, onvoorspelbaar en oninvoelbaar gedrag kan vertonen en dat er eerder in de thuissituatie sprake was van ernstige vervuiling en slechte zelfzorg.
4.4
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.5
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Daarbij overweegt de rechtbank dat betrokkene niet beschikt over ziektebesef en -inzicht en inconsistent is in het accepteren van de zorg. Betrokkene heeft op dit moment geen motivatie om zich te laten behandelen en wil niet langer in Stichting Emergis opgenomen blijven. Naar het oordeel van de rechtbank is er derhalve geen sprake van een voldoende bestendige bereidheid ten aanzien van de noodzakelijk geachte zorg. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.6
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vorm van verplichte zorg, te weten het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, wordt door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de arts tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat deze zorgvorm niet nodig is om het ernstig nadeel af te wenden.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Daartoe overweegt de rechtbank dat een verplicht zorgkader thans nodig is om ervoor te zorgen dat de benodigde vervolgstappen, zoals een verhuizing van betrokkene naar een BW en het opzetten van een ambulante behandeling, worden genomen. Vanwege het gebrek aan bereidwilligheid van betrokkene daartoe, stelt de rechtbank vast dat betrokkene er zonder zorgmachtiging niet in zal slagen om deze stappen te zetten.
Gelet daarop is de zorgmachtiging naar het oordeel van de rechtbank op dit moment voldoende effectief. Uit de stukken blijkt voorts dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, met ingang van heden en tot en met 11 juni 2024.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
11 juni 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2023 in tegenwoordigheid van mr. de Haas als griffier, en op 22 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.