Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[de vader](hierna: de vader),
1.Het procesverloop
- een vertegenwoordigster van de Raad;
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI.
De feiten
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 8 december 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter heeft de Raad voor de Kinderbescherming Regio Zuidwest Nederland, hierna de Raad, verzocht om [minderjarige] onder toezicht te stellen van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI) voor een periode van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Tevens is er een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een netwerkpleeggezin verleend voor de duur van negen maanden.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. De ouders hebben in het verleden onvoldoende zorg en aandacht voor [minderjarige] kunnen bieden, wat heeft geleid tot de huidige situatie waarin [minderjarige] sinds mei 2023 in een netwerkpleeggezin verblijft. De ouders hebben weliswaar positieve stappen gezet, zoals het herstellen van contact met de pleegouders en het regelmatig zien van [minderjarige], maar de kinderrechter is van oordeel dat de ouders nog niet in staat zijn om zelfstandig de ontwikkelingsbedreiging van [minderjarige] weg te nemen.
De kinderrechter heeft de ouders aangespoord om samen te werken met de GI en de hulpverlening, en om openheid van zaken te geven over hun thuissituatie. De kinderrechter heeft de GI de opdracht gegeven om de belangen van [minderjarige] te bewaken en om te zorgen voor een veilige en stabiele opvoedomgeving. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de ontwikkeling van [minderjarige] niet verder in gevaar komt.