Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Jeugdbescherming west Zeeland,
1.Het verloop van de procedure
- een vertegenwoordigster van de Raad;
- de moeder;
- de vader en de stiefmoeder;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 15 december 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige moeder, hierna te noemen [de minderjarige], en haar dochter [kind van minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] voor de duur van zes maanden, tot 15 juni 2024, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er grote zorgen zijn over de ontwikkeling van [de minderjarige], die op vijftienjarige leeftijd moeder is geworden. De situatie bij haar vader en stiefmoeder is problematisch, en er zijn spanningen tussen [de minderjarige] en haar stiefmoeder. De kinderrechter heeft de ouders en de stiefmoeder gehoord en geconcludeerd dat de ouders onvoldoende in staat zijn om de bedreigingen voor de ontwikkeling van [de minderjarige] weg te nemen. De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling uit te spreken, zodat er gezocht kan worden naar een geschikte woonplek voor [de minderjarige] en [kind van minderjarige]. De kinderrechter heeft de GI opgedragen om op korte termijn te onderzoeken waar [de minderjarige] en [kind van minderjarige] tijdelijk kunnen verblijven. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de noodzakelijke hulpverlening direct kan starten.