ECLI:NL:RBZWB:2023:9359
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Van Dam
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling afgewezen wegens geen betalingsverplichting na faillissement koper
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiser, [eiser], een vordering ingesteld tegen [gedaagde] B.V. wegens een onbetaalde factuur na het faillissement van [bedrijf 2] B.V. De zaak betreft een koopovereenkomst van 15 september 2016, waarbij de voorraad en inventaris van [bedrijf 1] door [eiser] aan [bedrijf 2] B.V. werd verkocht. In een addendum op de koopovereenkomst verklaarde [gedaagde] garant te staan voor de betaling van de koopsom. Echter, na het faillissement van [bedrijf 2] heeft [eiser] geen betaling ontvangen en vorderde hij een bedrag van € 9.600,00 van [gedaagde]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betalingsverplichting van [gedaagde] niet meer van toepassing was, omdat deze was overgegaan naar [bedrijf 4] B.V., met wie [eiser] een nieuwe betalingsregeling had getroffen. De rechter oordeelde dat er geen nieuwe garantstelling was overeengekomen en dat [eiser] verantwoordelijk was voor het goed informeren over met wie hij zaken deed. De vordering van [eiser] werd afgewezen, evenals de gevorderde wettelijke rente. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] op nihil werden begroot, aangezien [gedaagde] in persoon had geprocedeerd.