ECLI:NL:RBZWB:2023:9361

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
11 januari 2024
Zaaknummer
10589977 MB VERZ 23-855
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.J.L. Schakenraad
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijk gegrond beroep tegen verkeersboete met matiging

Op 7 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het doorrijden bij een rood verkeerslicht op de Burg Letschertweg te Tilburg op 18 mei 2022. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger, mr. E.M. Morsink, was wel aanwezig om de zaak te bepleiten.

Betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden van het ongeval dat zich op de kruising had voorgedaan. De verkeerssituatie was onduidelijk door afzettingen en het ontbreken van duidelijke aanwijzingen. Betrokkene stelde dat hij niet goed kon inschatten wat er van hem verwacht werd en dat hij veilig doorreed via de rijstrook voor linksaf. De zittingsvertegenwoordiger merkte op dat de verbalisanten betrokkene niet konden staande houden vanwege het ongeval en dat zij bezig waren met het regelen van de verkeerssituatie.

De kantonrechter oordeelde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was vastgesteld en dat de boete terecht was opgelegd. Echter, de kantonrechter vond aanleiding om de boete te matigen tot nihil, rekening houdend met de omstandigheden die door betrokkene waren aangevoerd. Het beroep werd gedeeltelijk gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, waarbij het bedrag dat betrokkene te veel had betaald, moest worden terugbetaald.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer.: 10589977 \ MB VERZ 23-855
CJIB-nummer: 5062 5422 4962 3201
uitspraakdatum: 7 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. E.M. Morsink (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat op de Burg Letschertweg te Tilburg op 18 mei 2022 om 15:06 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Op de betreffende kruising met vier rijstroken was er een ongeval gebeurd. De twee rijstroken voor rechtdoor waren afgezet, wat betrokkene kon opmaken uit dat het verkeer voorsorteerde op de rijstroken voor links- en rechtsaf. Ook was de nieuwe situatie onduidelijk, aangezien er geen (matrix)bord(en), pijlwagens of ambtenaren waren die duidelijke aanwijzingen ter plaatse gaven. Betrokkene is van mening dat tenminste een van de twee ambtenaren zich had kunnen ontfermen over de ontstane verkeerssituatie en daarmee de verwarring bij de bestuurders had kunnen ontkomen. De omstandigheden maakte het voor betrokkene onmogelijk om in te schatten wat er van betrokkene werd verwacht, waardoor betrokkene via de rijstrook voor linksaf door het groene licht rechtdoor reed. Dit was een zowel logische als veilige keuze vanwege het overzicht dat betrokkene aan deze kant had. Ook reden voor betrokkene meerdere voertuigen rechtdoor via de rijstrook voor linksaf.
De zittingsvertegenwoordiger heeft aangevoerd dat de verbalisanten betrokkene niet konden staandehouden wegens een ongeval. Ook stonden ze op een takel te wachten, waardoor zij vanwege het regelen van de verkeerssituatie niet alle handelingen konden verrichten. Met betrekking tot een matiging refereert de zittingsvertegenwoordiger zich aan het oordeel van de kantonrechter.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Uit het dossier blijkt voldoende dat de gedraging is verricht.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij zijn de door betrokkene aangevoerde omstandigheden van belang. De boete zal worden gematigd tot nihil.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 259,- dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.J.L. Schakenraad, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 90008, 4800 PA Breda Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: