ECLI:NL:RBZWB:2023:9362

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
11 januari 2024
Zaaknummer
10615505 MB VERZ 23-896
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.J.L. Schakenraad
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring beroep tegen verkeersboete met matiging tot nihil in noodsituatie

Op 7 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had een administratieve sanctie ontvangen voor het rijden 10 km per uur te hard binnen de bebouwde kom op Ringbaan-West in Tilburg op 28 juni 2022. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft betrokkene zijn situatie toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij zijn 91-jarige schoonmoeder, die ernstig gewond was geraakt, naar het ziekenhuis moest brengen. Hij voerde aan dat de omstandigheden waaronder de overtreding plaatsvond, de boete onredelijk maakten.

De kantonrechter heeft de gedraging vastgesteld, maar ook begrip getoond voor de noodsituatie waarin betrokkene zich bevond. De rechter heeft besloten de boete te matigen tot nihil, rekening houdend met de bijzondere omstandigheden van de zaak. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald, moet door de officier van justitie worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gedaan door kantonrechter G.J.L. Schakenraad, bijgestaan door griffier E. Alekperov.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer.: 10615505 \ MB VERZ 23-896
CJIB-nummer: 0062 5422 5067 1638
uitspraakdatum: 7 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. E.M. Morsink (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 10 km per uur herder rijden dan mag binnen de bebouwde kom op Ringbaan-West (t.h.v. kruising Professor Cobbenhagen) te Tilburg op 28 juni 2022 om 02:16 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene stelt dat zijn 91-jarige schoonmoeder op 27 juni rond 23:15 van de trap is gevallen in het ETZ in Tilburg. De nachtverpleger had digitaal contact gehad met de huisartsenpost. De huisartsenpost gaf aan dat ze een gebroken pols dachten te zien. De nachtverpleger heeft vervolgens een ambulance gebeld, welke nooit op is komen dagen. Daarom is betrokkene rond 02:00 uur met haast naar het ETZ gereden om zijn schoonmoeder, die verward was en aan het kermende van de pijn op dat moment, naar het ziekenhuis te brengen. Na de hele nacht in het ziekenhuis te zijn geweest, bleek dat de schoonmoeder naast een gebroken pols, ook een gescheurde nekwervel en een hersenschudding te hebben. De schoonmoeder is hierna erg snel achteruitgegaan en op 7 juli is zij overleden. Betrokkene voert aan noodgedwongen ‘ambulancewerk’ te hebben verricht, waardoor de boete niet terecht is. Betrokkene stelt verantwoordelijkheid te nemen voor zijn gedrag, maar mist begrip voor de urgentie tijdens te overtreding. Betrokkene geeft aan normaal nooit in beroep te gaan, maar voor deze boete wel gezien de omstandigheden. Nu lijkt voor betrokkene in de beslissing alleen mee te zijn genomen dat zijn schoonmoeder is overleden, maar niet het belang om een ernstig gewonde vrouw naar het ziekenhuis te brengen. Daarnaast voert betrokkene aan alert te hebben gereden en goed rekening heeft gehouden met het overige verkeer, voor zover dat aanwezig was rond dat tijdstip. Betrokkene was liever staande gehouden, dan had hij zijn verhaal nog kunnen uitleggen. Betrokkene hoopt op een vernietiging van de beschikking.
Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat het ging om een noodsituatie. Ook was het voertuig van betrokkene niet geschikt, waardoor betrokkene nog voorzichtiger reed. Betrokkene vindt zijn gedraging proportioneel in verhouding tot de situatie.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het gaat om een verdrietige situatie, waar de zittingsvertegenwoordiger begrip voor heeft. De gedraging staat vast, maar gelet op de aangevoerde omstandigheden ziet de zittingsvertegenwoordiger aanleiding voor een matiging tot nihil.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat het gaat om een incidentele noodsituatie en dat de kantonrechter begrip heeft voor de aangevoerde omstandigheden. De boete zal worden gematigd tot nihil.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 47,- dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.J.L. Schakenraad, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 90008, 4800 PA Breda Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: