ECLI:NL:RBZWB:2023:9367

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
11 januari 2024
Zaaknummer
10602977 MB VERZ 23-871
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.J.L. Schakenraad
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens onredelijke gedraging van verbalisant

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene, een politieagent, had een boete ontvangen voor het rijden van 5 km per uur te hard op de Ringbaan West in Tilburg op 15 april 2022. De betrokkene stelde dat de boete niet redelijk was, omdat hij als verbalisant optrad om een gevaarlijke verkeerssituatie te beëindigen. Hij had geprobeerd een andere bestuurder staande te houden, maar deze bestuurder negeerde zijn signalen en reed door. De betrokkene voelde zich genoodzaakt om de bestuurder te volgen en uiteindelijk te bekeuren op een parkeerplaats.

De officier van justitie had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, maar de kantonrechter oordeelde dat er geen omstandigheden waren die de gedraging van de betrokkene als verbalisant onredelijk maakten. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond en vernietigde zowel de beslissing van de officier van justitie als de beschikking waarbij de boete was opgelegd. Tevens werd de officier van justitie opgedragen het bedrag van € 45,- dat de betrokkene als zekerheid had betaald, terug te betalen.

De uitspraak werd gedaan door kantonrechter mr. G.J.L. Schakenraad, bijgestaan door griffier E. Alekperov. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer : 10602977 \ MB VERZ 23-871
CJIB-nummer : 9062 5422 4886 0238
uitspraakdatum : 7 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. E.M. Morsink (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 5 km per uur harder rijden dan mag op de Ringbaan West (kruising Professor Cobbenhagen) te Tilburg op 15 april 2022 om 17:29 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene stelt dat, hij als politieagent, al dan niet in burger en/of vrije tijd, een grove en gevaarlijke verkeersovertreding constateert, waardoor ernstig gevaar van de overige verkeersdeelnemers ontstaat of kan ontstaan, de plicht heeft om deze grove en gevaarlijke overtredingen te stoppen of te doen stoppen om mogelijk letsel van overige verkeersdeelnemers te voorkomen. Betrokkene verwijst naar artikel 59 Besluit algemene rechtspositie politie en artikel 147 RVV. Betrokkene probeerde iemand staande te houden om diegene aan te spreken op zijn of haar gedrag. De bestuurder gaf aan de opdracht te begrijpen en te stoppen op de aangewezen plaats. Echter stopte de bestuurder niet op de aangewezen plaats, waardoor betrokkene genoodzaakt was om achter de bestuurder aan te gaan. Betrokkene besloot, omdat de bestuurder flink doorreed, om gebruik te maken van de vrijstelling om uiteindelijk de bestuurder op de parkeerplaats van een kantoorpand te bekeuren.
De zittingsvertegenwoordiger heeft aangevoerd dat je geen verbalisant bent voor even, maar voor altijd. Uit het systeem is inderdaad gebleken dat betrokkene een verbalisant is. De gedraging staat vast, maar de zittingsvertegenwoordiger refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat er geen omstandigheden zijn, waardoor de gedraging van betrokkene, als verbalisant, niet redelijk zou zijn. Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 45,- dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.J.L. Schakenraad, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2023.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: