Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats 1] ;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 februari 2023 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel die op 31 januari 2023 was opgelegd. De mondelinge behandeling vond plaats in de accommodatie waar de betrokkene verblijft. Betrokkene, geboren in 1998, heeft aangegeven dat zij het thuis moeilijker heeft dan binnen de instelling, maar zij wil niet binnen de instelling verblijven. De arts die de betrokkene heeft onderzocht, heeft gesignaleerd dat er sprake is van een onduidelijke diagnose, mogelijk een bipolaire stoornis of een psychotische stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestaat, wat aanleiding geeft tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg beoordeeld en heeft besloten dat de volgende maatregelen noodzakelijk zijn: toediening van medicatie, medische controles, andere medische handelingen, beperking van de bewegingsvrijheid, insluiting, en onderzoek van de woon- of verblijfsruimte. De rechtbank heeft de vorm van verplichte zorg 'toedienen van vocht en voeding' afgewezen, omdat dit niet noodzakelijk is voor de betrokkene. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend tot en met 24 februari 2023, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.