Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene, die een autoverhuurbedrijf blijkt te zijn, had een boete ontvangen voor het rijden van 5 km per uur te hard binnen de bebouwde kom op de Ringbaan-West in Tilburg op 16 februari 2023. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat de boete niet redelijk is, omdat het voertuig op het moment van de overtreding verhuurd was. Betrokkene heeft een huurovereenkomst overgelegd, maar gaf aan dat hij eerder een verkeerde overeenkomst had ingediend. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft verzocht om alle drie de beroepen gegrond te verklaren, omdat de beschikkingen vernietigd moesten worden.
De kantonrechter heeft overwogen dat, op basis van artikel 5 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), de boete aan de kentekenhouder wordt opgelegd, tenzij kan worden aangetoond dat de kentekenhouder niet de bestuurder was. Betrokkene heeft voldoende bewijs geleverd dat het voertuig verhuurd was, waardoor de boete ten onrechte aan hem was opgelegd. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie vernietigd en bepaald dat het betaalde bedrag van € 45,- aan betrokkene moet worden terugbetaald.