Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene, een autoverhuurbedrijf, had een boete ontvangen voor het rijden 5 km per uur te hard op de N260 te Tilburg op 17 februari 2023. Betrokkene stelde dat het voertuig op het moment van de overtreding verhuurd was en dat de boete ten onrechte aan hem was opgelegd als kentekenhouder. De officier van justitie had het beroep van betrokkene eerder ongegrond verklaard, maar de kantonrechter oordeelde anders. Tijdens de zitting werd duidelijk dat betrokkene een huurovereenkomst had overgelegd die de stelling onderbouwde dat het voertuig verhuurd was ten tijde van de gedraging. De kantonrechter oordeelde dat de boete ten onrechte was opgelegd, omdat de uitzondering voor bedrijfsmatige verhuur van toepassing was. De beslissing van de officier van justitie en de boete werden vernietigd, en de officier van justitie werd opgedragen het betaalde bedrag van € 42,- aan betrokkene terug te betalen. De uitspraak werd gedaan door kantonrechter G.J.L. Schakenraad, bijgestaan door griffier E. Alekperov, en was openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.