Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het niet op eerste vordering afgeven van zijn rijbewijs op de President Rooseveltlaan te Vlissingen op 20 juni 2021. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 8 november 2023 heeft de gemachtigde van betrokkene, mr. W.R. Aerts, aangevoerd dat de gedraging niet heeft plaatsgevonden. Hij verwees naar camerabeelden die de situatie rondom de aanhouding van betrokkene documenteerden. De beelden toonden aan dat de politieagenten op een intimiderende manier optraden, wat de mogelijkheid voor betrokkene om zijn rijbewijs af te geven zou hebben beïnvloed. Betrokkene zelf verklaarde dat hij zich onveilig voelde door de agressieve houding van de agenten.
De zittingsvertegenwoordiger, mr. C.S. de Meer, stelde dat de beelden aantonen dat betrokkene direct na het verzoek van de agenten zijn autodeur opende om iets uit de auto te pakken, wat volgens hem het rijbewijs moest zijn. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden. De rechter vond de verklaring van betrokkene geloofwaardig en ondersteund door de videobeelden. Bovendien was er een eerdere zaak tegen betrokkene geseponeerd wegens onvoldoende bewijs.
De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beschikking waarbij de boete was opgelegd vernietigd en bepaald dat het bedrag van € 109,00 dat betrokkene als zekerheid had betaald, door de officier van justitie aan hem moest worden terugbetaald. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.