ECLI:NL:RBZWB:2023:9374

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
11 januari 2024
Zaaknummer
10366678 MB VERZ 23-65
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens niet afgeven rijbewijs, gedraging niet vastgesteld

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het niet op eerste vordering afgeven van zijn rijbewijs op de President Rooseveltlaan te Vlissingen op 20 juni 2021. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 8 november 2023 heeft de gemachtigde van betrokkene, mr. W.R. Aerts, aangevoerd dat de gedraging niet heeft plaatsgevonden. Hij verwees naar camerabeelden die de situatie rondom de aanhouding van betrokkene documenteerden. De beelden toonden aan dat de politieagenten op een intimiderende manier optraden, wat de mogelijkheid voor betrokkene om zijn rijbewijs af te geven zou hebben beïnvloed. Betrokkene zelf verklaarde dat hij zich onveilig voelde door de agressieve houding van de agenten.

De zittingsvertegenwoordiger, mr. C.S. de Meer, stelde dat de beelden aantonen dat betrokkene direct na het verzoek van de agenten zijn autodeur opende om iets uit de auto te pakken, wat volgens hem het rijbewijs moest zijn. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden. De rechter vond de verklaring van betrokkene geloofwaardig en ondersteund door de videobeelden. Bovendien was er een eerdere zaak tegen betrokkene geseponeerd wegens onvoldoende bewijs.

De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beschikking waarbij de boete was opgelegd vernietigd en bepaald dat het bedrag van € 109,00 dat betrokkene als zekerheid had betaald, door de officier van justitie aan hem moest worden terugbetaald. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10366678 \ MB VERZ 23-65
CJIB-nummer : 4062 5422 4224 5020
uitspraakdatum : 8 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. W.R. Aerts (Schrijvenaars & Aerts)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: niet op eerste vordering behoorlijk het rijbewijs ter inzage afgeven op de President Rooseveltlaan te Vlissingen op 20 juni 2021 om 16:50 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Naast de twee proces-verbalen die in het beroepschrift van 12 juli 2021 zijn vermeld wordt nu ook verwezen naar camerabeelden die zijn gemaakt van de parkeerplaats bij de begraafplaats. Daar is onder andere op te zien dat de twee agenten al meteen intimiderend zijn opgetreden door met hun dienstvoertuig met de voorzijde van de auto vlak voor de bestuurdersportier te stoppen, uit te stappen en aan beide kanten te gaan staan zodat betrokkene geheel werd ingesloten. Vervolgens is te zien dat betrokkene bijna direct zijn rijbewijs uit de auto haalt. Betrokkene verzocht de verbalisant om zich te identificeren waarbij deze hun identiteitsbewijzen heel snel laten zien zodat betrokkene deze niet kan zien om vervolgens, op verzoek van betrokkene, deze op navelhoogte te houden. Tot slot is te zien dat betrokkene naar links naar zijn partner draait en betrokkene bij de hals wordt gepakt en vervolgens naar de grond wordt gewerkt. De zus van betrokkene pakt betrokkene zijn rijbewijs van de grond en geeft deze, nadat een van de agenten riep ‘waar is het rijbewijs?’ aan de verbalisanten. Betrokkene werd aangehouden, omdat hij kort daarvoor volgens deze verbalisanten een voetganger bij een zebrapad niet had laten oplopen. Per brief van 14 september 2021 heeft de officier van justitie medegedeeld dat deze zaak is geseponeerd wegens onvoldoende bewijs.
Ter zitting heeft gemachtigde namens betrokkene een DVD meegenomen en deze succesvol afgespeeld. Betrokkene ligt tijdens het afspelen van de DVD toe dat de politieagenten hun auto haaks op de auto van betrokkene parkeerden, waardoor betrokkene geen bewegingsruimte had. Betrokkene stelt dat de politieagenten erg agressief en intimiderend over kwamen, waardoor hij geen fatsoenlijk contact met hen kon krijgen. Betrokkene voelde zichzelf onveilig en vertrouwde de situatie niet.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De zittingsvertegenwoordiger stelt dat – ook al was het geluid van de video niet te horen – op de beelden duidelijk te zien is dat betrokkene direct nadat de politieagenten het verzochten, betrokkene de autodeur open maakte om iets uit de auto te pakken. In de ogen van de zittingsvertegenwoordiger kan dat alleen het rijbewijs van betrokkene zijn geweest.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij is van belang dat de kantonrechter van oordeel is dat betrokkene een eerlijk verhaal vertelt, dat wordt ondersteund door de videobeelden. De kantonrechter stelt ook vast dat de andere zaak tegen betrokkene geseponeerd is. De kantonrechter vindt het vervelend dat betrokkene op deze manier is behandeld en is van oordeel dat een staandehouding niet op deze manier hoort te gebeuren. Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 109,00 dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2023.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: