Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
€ 418,50
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Oostsouburgseweg te Vlissingen op 4 oktober 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 8 november 2023 is de zaak behandeld. Betrokkene en zijn gemachtigde, mr. M. Lagas, waren niet aanwezig. De officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. C.S. de Meer. De gemachtigde van betrokkene voerde aan dat de gedraging niet had plaatsgevonden, en dat betrokkene op het moment van de vermeende overtreding een hijs nam van zijn elektrische sigaret. De verbalisant had volgens de gemachtigde onvoldoende bewijs geleverd dat betrokkene een mobiel elektronisch apparaat vasthield.
De kantonrechter oordeelde dat niet was komen vast te staan dat de gedraging had plaatsgevonden. De rechter vond het belangrijk dat betrokkene vanaf het begin had aangegeven dat hij een elektrische sigaret vasthield. De verbalisant had geen specifieke informatie over het apparaat dat betrokkene in zijn hand had, wat leidde tot twijfel bij de kantonrechter. Hierdoor werd de boete ten onrechte opgelegd, en verklaarde de kantonrechter het beroep gegrond. De beslissing van de officier van justitie en de boete werden vernietigd, en de officier van justitie werd veroordeeld tot terugbetaling van de zekerheid die betrokkene had betaald, alsook tot het vergoeden van de proceskosten.