ECLI:NL:RBZWB:2023:9375

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
11 januari 2024
Zaaknummer
10579235 MB VERZ 23-228
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens niet vastgestelde gedraging met mobiele telefoon

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Oostsouburgseweg te Vlissingen op 4 oktober 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 8 november 2023 is de zaak behandeld. Betrokkene en zijn gemachtigde, mr. M. Lagas, waren niet aanwezig. De officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. C.S. de Meer. De gemachtigde van betrokkene voerde aan dat de gedraging niet had plaatsgevonden, en dat betrokkene op het moment van de vermeende overtreding een hijs nam van zijn elektrische sigaret. De verbalisant had volgens de gemachtigde onvoldoende bewijs geleverd dat betrokkene een mobiel elektronisch apparaat vasthield.

De kantonrechter oordeelde dat niet was komen vast te staan dat de gedraging had plaatsgevonden. De rechter vond het belangrijk dat betrokkene vanaf het begin had aangegeven dat hij een elektrische sigaret vasthield. De verbalisant had geen specifieke informatie over het apparaat dat betrokkene in zijn hand had, wat leidde tot twijfel bij de kantonrechter. Hierdoor werd de boete ten onrechte opgelegd, en verklaarde de kantonrechter het beroep gegrond. De beslissing van de officier van justitie en de boete werden vernietigd, en de officier van justitie werd veroordeeld tot terugbetaling van de zekerheid die betrokkene had betaald, alsook tot het vergoeden van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10579235 \ MB VERZ 23-228
CJIB-nummer : 3062 5422 5280 6544
uitspraakdatum : 8 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. M. Lagas (Appjection B.V.)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op de Oostsouburgseweg te Vlissingen op 4 oktober 2022 om 15:06 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene stelt langs de politie te rijden terwijl hij een hijs nam van zijn elektrische sigaret. Betrokkene is ongeveer een uur later gebeld door de politie met de mededeling: ‘u was aan het bellen’. Betrokkene gaf aan dat er sprake was van een elektrische sigaret en niet van een telefoon. Gemachtigde stelt dat de verbalisant in beginsel betrokkene staande dient te houden en moet controleren of het een echte telefoon betrof. Op dit moment is onvoldoende bewezen dat betrokkene een telefoon of een mobiel elektronisch apparaat zou hebben vastgehouden. De verbalisant heeft nagelaten te controleren om wat voor vorm, merk of type apparaat het zou betreffen, terwijl de bewijslast bij de verbalisant ligt. Gemachtigde verzoekt het beroep gegrond te verklaren en het beroep van de officier van justitie te vernietigen. Ook verzoekt gemachtigde een proceskostenvergoeding, welke op wegingsfactor licht dient te worden gesteld.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het lijkt de zittingsvertegenwoordiger onwaarschijnlijk dat het een elektrische sigaret betreft aangezien de verbalisant op dat moment speciaal opgesteld was om te controleren op gebruik van mobiele elektronische apparaten tijdens het rijden bij bestuurders. Daarnaast heeft de verbalisant verklaard dat betrokkene zijn telefoon in zijn rechterhand had en ziet de zittingsvertegenwoordiger geen reden om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij is van belang dat betrokkene vanaf het begin heeft aangevoerd dat het een elektrische sigaret betrof. Daarnaast heeft er – overigens niet ten onrechte – geen staandehouding plaatsgevonden op grond waarvan het verweer van betrokkene ontkracht kan worden. De verbalisant heeft geen specifieke informatie kunnen geven over de mobiele telefoon. Hoewel dat geen vereiste is, leidt dat er – in combinatie met de foto van de elektrische sigaret in het dossier – in dit geval toe dat bij de kantonrechter twijfel bestaat over wat betrokkene op het moment van de gedraging in zijn hand had.
Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.
Ook zal de kantonrechter een proceskostenvergoeding toekennen. Daarbij wordt voor het schriftelijk aanvullen c.q. toelichten van het beroep 0,5 punt toegekend, gelijk aan de vergoeding voor een telefonische hoorzitting (zie ECLI:NL:GHARL:2021:7004).
administratief beroepschrift: 1 punt x gewicht 0,5 x € 597,- = € 298,50
schriftelijke aanvulling: 0,5 punt x gewicht 0,5 x € 597,- = € 149,25
beroepschrift kantonrechter: 1 punt x gewicht 0,5 x € 837,- =
€ 418,50
totaal € 866,25

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 359,00 dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene van € 866,25.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2023.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: