ECLI:NL:RBZWB:2023:9376

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
11 januari 2024
Zaaknummer
10708120 MB VERZ 23-348
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete en matiging van sanctie wegens schending hoorplicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd voor het negeren van een driekleurig verkeerslicht op de N286 Nieuwe Postweg kruising Reimerswaalseweg te Tholen op 14 november 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting was de gemachtigde van betrokkene, mr. M. Lagas, niet aanwezig. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant. Echter, de kantonrechter oordeelde dat de officier van justitie betrokkene niet in de gelegenheid had gesteld om te worden gehoord, wat in strijd is met de wettelijke vereisten. Dit leidde tot de conclusie dat de beslissing van de officier van justitie vernietigd moest worden.

De kantonrechter heeft besloten de boete met 25% te matigen, omdat er sprake was van een structurele schending van de hoorplicht. De inleidende beschikking werd gewijzigd, en het bedrag dat betrokkene te veel had betaald, moest door de officier van justitie worden terugbetaald. Tevens werd een proceskostenvergoeding van € 418,50 toegekend aan betrokkene. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter, bijgestaan door de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer.: 10708120 \ MB VERZ 23-348
CJIB-nummer: 2062 5422 5388 4937
uitspraakdatum: 8 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. M. Lagas (Appjection B.V.)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht op de N286 Nieuwe Postweg kruising Reimerswaalseweg, te Tholen op 14 november 2022 om 06:15 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Gemachtigde stelt dat betrokkene geen zaakoverzicht heeft ontvangen, wat in strijd is met artikel 7:18 lid 4 Awb, waardoor betrokkene geen mogelijkheid heeft gehad om te reageren op het proces-verbaal van de verbalisant. Voorts is er in strijd gehandeld met artikel 6 EVRM, aangezien de bewijsstukken waarop de inleidende beschikking is opgelegd niet zijn overlegd met de wederpartij. Gemachtigde verwijst naar jurisprudentie en verzoekt om een matiging van het sanctiebedrag met 25% aangezien de hoorplicht is geschonden. Gemachtigde verzoekt het beroep gegrond te verklaren en het beroep van de officier van justitie te vernietigen. Ook verzoekt gemachtigde een proceskostenvergoeding, welke op wegingsfactor licht dient te worden gesteld.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren. Daarnaast heeft de zittingsvertegenwoordiger aangevoerd dat het schenden van de hoorplicht een formeel gebrek is bij de Mulderprocedure, waardoor er niet in strijd is gehandeld met artikel 6 EVRM. Van een structurele schending van de hoorplicht is inmiddels geen sprake meer. De zittingsvertegenwoordiger ziet geen aanleiding voor de vermindering van de sanctie.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
De boete is dus terecht opgelegd.
Betrokkene heeft, zonder tussenkomst van een gemachtigde, beroep aangetekend bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft betrokkene niet in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord. Dit is in strijd met de wet, omdat niet is voldaan aan de wettelijke voorwaarden om van horen af te zien. Volgens vaste rechtspraak dient dit te leiden tot vernietiging van de beslissing van de officier van justitie op het administratief beroep.
De kantonrechter ziet reden de boete te matigen met 25%, omdat sprake is van een structurele schending van de hoorplicht (zie het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, ECLI:NL:GHARL:2022:9934).
Het beroep is gelet hierop (deels) gegrond en de inleidende beschikking zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.
Ook zal de kantonrechter een proceskostenvergoeding toekennen voor het indienen van het beroepschrift, te weten 1 punt x gewicht 0,5 x € 837,- = € 418,50.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie op het administratief beroep gegrond en vernietigt die beslissing;
  • verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gedeeltelijk gegrond en wijzigt de inleidende beschikking in zoverre dat het bedrag van de boete wordt gewijzigd in € 187,50, plus € 9,- administratiekosten;
  • draagt de officier van justitie op het bedrag van € 62,50, dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
  • veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene van € 418,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 67, 4330 AB Middelburg Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: