Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 8 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had een administratieve sanctie ontvangen voor het overschrijden van de snelheid met 13 kilometer per uur op een weg buiten de bebouwde kom. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de officier van justitie vertegenwoordigd door mr. C.S. de Meer, terwijl betrokkene niet aanwezig was.
Betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden. Zijn vrouw had een medische noodsituatie, wat leidde tot de snelheidsovertreding. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was vastgesteld en dat betrokkene de overtreding niet ontkende. Desondanks toonde de kantonrechter begrip voor de situatie van betrokkene en besloot de boete te matigen. De kantonrechter oordeelde dat betrokkene en zijn vrouw de situatie hadden moeten voorzien en dat betrokkene zijn voertuig eerder aan de kant had moeten zetten.
De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en de boete werd gematigd tot € 57,00, plus € 9,- administratiekosten. Betrokkene kreeg het teveel betaalde bedrag terugbetaald. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. A.B. Scheltema Beduin, bijgestaan door griffier X.L.C.M. van Sprundel. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.