ECLI:NL:RBZWB:2023:9381

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
11 januari 2024
Zaaknummer
10566659 MB VERZ 23-216
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring van beroep tegen verkeersboete met matiging

Op 8 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had een administratieve sanctie ontvangen voor het overschrijden van de snelheid met 13 kilometer per uur op een weg buiten de bebouwde kom. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de officier van justitie vertegenwoordigd door mr. C.S. de Meer, terwijl betrokkene niet aanwezig was.

Betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden. Zijn vrouw had een medische noodsituatie, wat leidde tot de snelheidsovertreding. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was vastgesteld en dat betrokkene de overtreding niet ontkende. Desondanks toonde de kantonrechter begrip voor de situatie van betrokkene en besloot de boete te matigen. De kantonrechter oordeelde dat betrokkene en zijn vrouw de situatie hadden moeten voorzien en dat betrokkene zijn voertuig eerder aan de kant had moeten zetten.

De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en de boete werd gematigd tot € 57,00, plus € 9,- administratiekosten. Betrokkene kreeg het teveel betaalde bedrag terugbetaald. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. A.B. Scheltema Beduin, bijgestaan door griffier X.L.C.M. van Sprundel. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer.: 10566659 \ MB VERZ 23-216
CJIB-nummer: 0062 5422 4553 0347
uitspraakdatum: 8 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 november 2023 Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 13 kilometer per uur harden rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1) op de trajectcontrole N62 L Westerscheldetunnel Westbuis te Hoek op 8 november 2021 om 13:25 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. De echtgenote van betrokkene heeft een mislukte niertransplantatie gehad in 2020 en moet hierdoor drie keer per week voor drie uur naar het ziekenhuis toe. Op het moment van de gedraging had mevrouw tussen 13:30 en 13:45 een afspraak in het ziekenhuis te Terneuzen. Op de A28 ter hoogte van Heinoord hebben zij wat gegeten en gedronken, waarbij mevrouw kort werkende insuline moet spuiten in verband met haar diabetes. Op het moment dat zij de Westerscheldetunnel in reden kondigde mevrouw een hypoglycemie aan, waarbij het niet tijdig toedienen van insuline, overlijden niet is uit te sluiten. Mevrouw moet dan insuline inspuiten en durft dat niet rijdend te verrichten. Betrokkene verhoogde hierdoor de snelheid en wilde zo spoedig mogelijk een plek vinden om te stoppen. Betrokkene stelt nauwelijks andere voertuigen te hebben ingehaald en geen gevaarlijke situatie te hebben creëert. Vrij snel nadat betrokkene en zijn vrouw de tunnel uitreden, hebben zij een veilige stopplek kunnen vinden. Voorts voert betrokkene aan in zijn 77-jarige leven sporadisch te maken hebben gehad met het OM. In het verleden heeft de deskundigheid van de officier van justitie betrokkene er in twijfel gebracht en is hem klassenjustitie overkomen. Betrokkene hoopt op een uitspraak waarin een sepot is opgenomen. Voorts stelt betrokkene bedroeft te zijn om de gang van zaken. Tot slot stelt betrokkene al zestig jaar samen te zijn met zijn vrouw en waneneer er volgende keer een soortgelijke noodsituatie zou voordoen, betrokkene op dezelfde manier zou handelen.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe aangevoerd dat de verklaring te summier was en betrokkene het nader had moeten uitleggen op zitting.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene ontkent de gedraging ook niet.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat de kantonrechter begrip heeft voor de situatie waarin betrokkene zich bevond, maar de kantonrechter stelt dat betrokkene en zijn vrouw deze situatie wel hadden moeten voorzien. Betrokkene had zijn voertuig aan de kant gezet om te gaan eten. Betrokkene had zich ervan bewust moeten zijn dat mevrouw vlak daarna insuline had moeten spuiten, en dan langer moeten wachten alvorens verder te rijden. De boete zal worden gematigd tot de helft.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene teveel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 57,00, plus € 9,- administratiekosten;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 57,00, dat betrokkene teveel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 67, 4330 AB Middelburg Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: