ECLI:NL:RBZWB:2023:9382

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
11 januari 2024
Zaaknummer
10536473 MB VERZ 23-206
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring van beroep tegen verkeersboete met matiging op basis van persoonlijke omstandigheden

Op 8 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin betrokkene beroep heeft ingesteld tegen een verkeersboete. De boete was opgelegd wegens het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig, zoals vastgesteld door de RDW op 27 juni 2022. Betrokkene heeft aangevoerd dat de boete onterecht was opgelegd, omdat zijn auto verzekerd was op naam van zijn ex-partner, die zonder zijn medeweten de verzekering had opgezegd. Betrokkene heeft ook zijn financiële situatie uiteengezet, waarin hij aangaf de boete van €225,- niet te kunnen betalen vanwege gezondheidsproblemen en financiële tegenslagen.

Tijdens de zitting heeft de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie verzocht om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, maar heeft ook aangegeven bereid te zijn de sanctie te matigen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene de zekerheidstelling van €409,- niet kon betalen, wat voldoende aannemelijk was gemaakt gezien zijn omstandigheden. De kantonrechter heeft vervolgens de boete inhoudelijk beoordeeld en vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, inderdaad had plaatsgevonden. Echter, gezien de persoonlijke omstandigheden van betrokkene, heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot €100,- plus €9,- administratiekosten.

De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd en het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard. Betrokkene is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, indien hij het niet eens is met deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer.: 10536473 \ MB VERZ 23-206
CJIB-nummer: 6062 5422 5150 7917
uitspraakdatum: 8 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden, geconstateerd door de RDW Veendam, op 27 juni 2022 om 17:02 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden en dat het boetebedrag te hoog is, gelet op de financiële situatie van betrokkene. Hiervoor verwijst betrokkene naar bijlage 2 (overzicht van de uitkeringsspecificatie). Betrokkene geeft aan eerder te hebben gebeld over de termijn waarbij betrokkene ook heeft aangegeven dat hij het bedrag van €225,- niet kan betalen. Een collega van de gesproken medewerker ging terugbellen, maar betrokkene heeft niks meer vernomen. Ook werd er aangegeven dat betrokkene tot 30 maart de tijd had om beroep in te dienen. Wegens twee ontstoken kiezen en een kaakontsteking was inspanning onmogelijk voor betrokkene, waardoor hij niet in staat was beroep in te dienen. Betrokkene stelt dat de boete onterecht is opgelegd aangezien zijn auto was verzekerd op de naam van [naam] . Zonder het weten van betrokkene had mevrouw [naam] eenzijdig de verzekering opgezegd. Het RDW had op 13 juni een brief gestuurd. Betrokkene had als reactie daarop het RDW gebeld en gevraagd wat de termijn was voordat er een boete zou volgen. Het RDW gaf aan dat er geen termijn op stond, maar dat de boete wel zo snel mogelijk betaald moest worden. Toen betrokkene de auto op zijn naam ging zetten met zijn paspoort is het eigendomsbewijs tussen het paspoort beland, waardoor betrokkene het voertuig niet kon schorsen. Betrokkene stelt de auto niet zelf te kunnen verzekeren vanwege alcohol- en verkeersproblematiek. Op 27 juni kreeg betrokkene een brief met een opgelegde boete en twee dagen later heeft betrokkene de auto geschorst.
Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat op het moment dat de relatie over was met de toenmalige partner van betrokkene, zij de auto op 14 mei 2022 had uitgeschreven van haar verzekering. Betrokkene had op dat moment een vrijwaringsbewijs. Vervolgens heeft betrokkene de Oldtimer terug op zijn naam gezet. De Oldtimer is acht jaar oud, waardoor daarvoor een overgangsregeling geldt. De auto stond in de loods aangezien er negen maanden mee gereden mag worden en daarna drie maanden niet. Betrokkene voert aan financieel niet ruim te zitten door een overval en zijn slechte gezondheid. Betrokkene stelt niet meer te kunnen werken aangezien zijn zenuwen zijn beschadigd.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De zittingsvertegenwoordiger vindt de reden van betrokkene voor het te laat indienen van het beroepschrift bij de kantonrechter geen bijzondere omstandigheid en de termijnoverschrijding is niet verschoonbaar. Inhoudelijk voert de zittingsvertegenwoordiger aan betrokkene tegemoet te willen komen en de sanctie te matigen tot de helft.

Overwegingen

Op grond van artikel 11 Wahv moet de indiener van een beroepschrift eerst een bedrag aan zekerheidstelling betalen voordat het beroep in behandeling kan worden genomen. Betrokkene heeft deze zekerheidstelling van € 409,- niet betaald.
Betrokkene heeft aangevoerd de zekerheid niet te kunnen betalen. De kantonrechter is van oordeel dat betrokkene dit voldoende aannemelijk heeft gemaakt. Betrokkene heeft een lastige tijd met veel gedoe achter de rug met lichamelijke en mentale gezondheid. De te betalen zekerheid wordt daarom op nihil gesteld.
Inhoudelijk
De kantonrechter zal het beroep tegen de boete vervolgens inhoudelijk beoordelen.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de constatering van het RDW - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene ontkent de gedraging ook niet.
De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter legt aan betrokkene uit dat wanneer een auto niet verzekerd of geschorst is, dat hele vervelende gevolgen kan opleveren. Dit geldt al helemaal voor mensen die het al niet breed hebben.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat het niet over een lange termijn gaat dat de Oldtimer niet verzekerd is geweest, namelijk maar om zeventien dagen. Vanwege de persoonlijke omstandigheden van betrokkene zal de boete worden gematigd tot € 100,00.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 100,- plus € 9,- administratiekosten.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 67, 4330 AB Middelburg Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: