In deze zaak heeft de kinderrechter op 13 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek van een minderjarige, geboren in 2007, en zijn moeder om het gezag over hem te herstellen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat is om in het belang van de minderjarige te denken en te handelen. De minderjarige heeft zelf aangegeven dat hij niet wil dat zijn moeder het gezag terugkrijgt en dat hij liever heeft dat de huidige voogdes, die hem al lange tijd verzorgt, dit gezag behoudt. De kinderrechter heeft meerdere gesprekken gevoerd met de minderjarige, de voogdes, de moeder en de bijzondere curator, mr. J. Nederlof, en heeft de situatie zorgvuldig overwogen. De kinderrechter concludeert dat de voogdes de beste persoon is om het gezag uit te oefenen, gezien haar betrokkenheid en de zorg die zij voor de minderjarige heeft getoond. De kinderrechter wijst het verzoek van de minderjarige af, waardoor de huidige voogdij situatie gehandhaafd blijft. De beslissing is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 11 januari 2024.