ECLI:NL:RBZWB:2023:9385

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
12 januari 2024
Zaaknummer
10414914 MB VERZ 23-99
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens gestolen auto en snelheidsovertreding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 26 kilometer per uur boven de toegestane snelheid op de N256 te Zierikzee op 12 juni 2022. Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld, stellende dat hij niet de bestuurder was en dat de auto gestolen was. De betrokkene heeft aangegeven dat hij aangifte heeft gedaan van de diefstal bij de politie en dat hij contact heeft opgenomen met de Deense politie over de zaak. Tijdens de zitting op 8 november 2023 zijn zowel de betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie niet verschenen.

De kantonrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs biedt voor de gedraging waarvoor de boete is opgelegd. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant, aangezien de betrokkene niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de auto op het moment van de overtreding gestolen was. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de boete terecht is opgelegd en heeft het beroep ongegrond verklaard.

De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10414914 \ MB VERZ 23-99
CJIB-nummer : 6062 5422 5018 2006
uitspraakdatum : 8 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats] ( [land] )
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 november 2023. De zittingsvertegenwoordiger namens de officier van justitie is niet verschenen ter zitting. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 26 kilometer per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom op de N256 Rechts (Colijnsplaat > Zierikzee) te Zierikzee op 12 juni 2022 om 02:08 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene is niet van plan de boete te betalen, aangezien betrokkene niet de bestuurder was en de auto werd gestolen. Betrokkene kreeg drie boetes vanuit Nederland waarvan twee zijn verwijderd door betrokkene zijn bezwaar. Het was een collega die de auto heeft gestolen. Betrokkene heeft geen foto’s van de man die diefstal had gepleegd, maar heeft wel telefonisch aangifte gedaan op 6 december 2022 om 10:09 uur bij de Nederlandse politie. Betrokkene heeft contact opgenomen met de Deense politie die vervolgens contact heeft met de Nederlandse politie hierover. Betrokkene heeft de gegevens van de dief vermeldt in het beroepschrift.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter stelt dat betrokkene niet heeft onderbouwd dat de auto op het moment van de gedraging was gestolen, waardoor het ook niet aannemelijk is geworden dat betrokkene niet de juiste persoon is om op kenteken te beboeten.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: