ECLI:NL:RBZWB:2023:9386

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
12 januari 2024
Zaaknummer
10030831 MB VERZ 22-381
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens parkeren voor inrit

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen voor het parkeren van zijn voertuig voor een inrit op de Schutterijstraat te Vlissingen op 19 juni 2021. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 8 november 2023 was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde, mr. M. Lagas, heeft namens hem het beroep bepleit.

De gemachtigde voerde aan dat betrokkene een ontheffing had voor het parkeren naast de inrit en dat hij zijn voertuig zo had geparkeerd dat de buren gemakkelijk uit hun garage konden komen. De zittingsvertegenwoordiger, mr. C.S. de Meer, heeft echter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren, verwijzend naar de verklaring van de verbalisant en de foto van de gedraging.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat uit het dossier blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, inderdaad heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant, aangezien betrokkene zijn standpunt niet met bewijsstukken heeft onderbouwd. De kantonrechter heeft de boete terecht geacht en het beroep ongegrond verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gedaan en betrokkene kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10030831 \ MB VERZ 22-381
CJIB-nummer : 0062 5422 4233 2740
uitspraakdatum : 8 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. M. Lagas (Appjection B.V.)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: een voertuig parkeren voor een inrit of uitrit op de Schutterijstraat te Vlissingen op 19 juni 2021 om 15.34 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat betrokkene verklaart een ontheffing te hebben voor het muurtje naast de inrit. Betrokkene stond half voor het muurtje en half voor de inrit. Betrokkene heeft hiervoor twee boetes ontvangen. Een medewerkster van de afdeling handhaving zou hebben gezegd dat de boetes verwijderd zouden worden. Helaas is dit niet gebeurd. Een afdruk van het gesprek is meegezonden met het beroepschrift. Betrokkene heeft een vergunning waarbij hij zijn voertuig half voor de inrit van de buren parkeert, maar op zodanige wijze dat de buren makkelijk uit hun garage kunnen komen zonder dat het voertuig van betrokkene wordt beschadigd. Voorts verzoekt gemachtigde het beroep gegrond te verklaren en een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht, gelet op de verklaring van de verbalisant, het beroep ongegrond te verklaren.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant en de foto van de gedraging - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Betrokkene heeft zijn standpunt niet met stukken onderbouwd. Bovendien is het niet aan buren onderling om te bepalen waar geparkeerd mag worden als het gaat om gemeentegrond.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: